archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 5
Jaargang 8
23 december 2010
Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
Een gesprek met Willem Minderhout Marcel Duyvestijn

0805BS Willem
In het huis van Willem Minderhout heersen rust en contemplatie. Ik zit op de enorme rode bank, naast Willem zelf. Ik ben hier om hem te interviewen. Mijn recorder ligt klaar. Ik snuit nog een keer mijn neus en wil de eerste vraag stellen. Maar dat was niet de bedoeling. Eerst mag de papegaai nog wat zeggen: Willem is gek. Willem kijkt trots. Mevrouw Minderhout zucht.

Hij woont al lang in dit huis. En dat is te zien ook. De woonkamer is ruim. Er staat kunst in alle hoeken en gaten. Maar vooral de boeken die overal op stapeltjes liggen, schreeuwen om aandacht. Een poes springt op de bank en vlijt zich tegen Willem aan.

‘Meneer Minderhout’, zeg ik plechtig.
Willem Minderhout draait zich naar me toe, als een staatsman.

Mevrouw Minderhout gaat thee zetten in de keuken. Willem en ik kijken haar na. De glimlach van Willem zegt meer dan duizend complimenten. Hij houdt van haar. ‘Zonder mevrouw Minderhout zou er ook geen meneer Minderhout zijn’, zegt hij stellig. Omdat mijn recorder nog niet aan staat, noteer ik dit snel in mijn notitieboekje.

‘Hatseflats,' flap ik eruit. Om toch wát te zeggen.

Wie is Willem Minderhout? [Ik klik mijn bandrecorder aan]
‘Dat zijn er meerdere,’ zegt Willem gedecideerd. De manier waarop hij dat zegt geeft aan dat hij gewend is interviews te geven. ‘Je hebt Willem, de politicus, die telkens op allerlei PvdA-lijsten voorkomt. Je hebt Willem, de docent, die aan de Haagse Hogeschool doceert – en soms antropologisch onderzoek verricht in zijn eigen klas. Je hebt Willem de Jazzliefhebber. En je hebt Willem de liefhebbende echtgenoot.’ Dat laatste voegt hij er snel aan toe als mevrouw Minderhout binnenkomt met een dienblad met drie kopjes thee. Willem kijkt naar zijn vrouw als een pas geboren lammetje, kwetsbaar.

Wat doet dat stapeltje boeken hier op tafel?
Hij legt zijn hand op het stapeltje voor hem. ‘Daar wilde ik het over hebben. Tromp. Freud. Den Uyl.’ Daarnaast ligt een stapeltje cd’s. Chet Baker ligt bovenop. Ik wilde je meer over mezelf vertellen naar aanleiding van deze boeken.’ Hij pakt het stapeltje. En legt ze één voor één op tafel. Rob Oudkerk legt hij als laatste neer. ‘Een collega van me bij de Haagse Hogeschool. Groot man. Groot denker.’

Laten we beginnen met Willem, de politicus, zeg ik.
‘De PvdA…,’ zegt Willem gewichtig, maar zwijgt dan weer. Hij zucht diep. Hij nipt aan zijn thee. Hij kijkt naar de beelden van de kunstenaar Duncan Wiley die aan de muur hangen en steekt dan zijn vinger op. ‘Laat ik het zo zeggen. Ik ben een mensenmens.’ Ook aan dit antwoord lijkt hij te twijfelen. ‘Nee. Laat ik anders beginnen. Eind jaren ‘80 ontmoette ik Bart Tromp. Bart was PvdA-ideoloog en tegelijk wees hij continu op al die idiote misstappen van de partij. Ik was al lid van de partij, maar begreep toen pas de spagaat tussen doctorandussen en arbeiders. Maar vooral ook: de PvdA is een zeikpartij. Wij schreeuwen. Wij duwen. Wij trekken. Vanaf die tijd besloot ik om – zoals dat nu zou heten – liefdevol lid te worden. Ik hou van dat gebral, dat betweterige, dat gezemel over partijstandpunten. Ik ben al lid sinds het eerste paarse kabinet in 1994.’

Je gaat nu ook vuile handen maken.
‘Hoho. Ik heb al aardig wat vuile handen in die partij zitten. Ik ben Gemeenteraadslid in Den Haag geweest. Bestuurslid. Commissielid. Liefdevol lid. Ik heb mijn lief en leven in die partij zitten. Ik heb bijvoorbeeld ook voor Adri Duivesteijn gewerkt, ex-Kamerlid en ex-wethouder van Den Haag en Almere. Ik heb voor de afdeling Den Haag de Rauie Regah gemaakt.’ Hij blaast lucht uit. ‘Als ik al mijn uren in de PvdA betaald zou krijgen, zou ik nu hartstikke rijk zijn.’

Maar waarom de PvdA?
‘Het is niet alleen Bart Tromp. Of Rob Oudkerk. Of Job Cohen. Er zitten zoveel denkers in die partij. Zij inspireren me. Ik durf zelfs te stellen: ieder fatsoenlijk mens is sociaaldemocraat.’

(…)

Toen liep mijn bandrecorder vast. Ik heb nog twee dagen bij meneer en mevrouw Minderhout op de bank gezeten. Over muziek. Over boeken. Over kunst. Over Monika Sie. Over emanciperende meisjes. Willem Minderhout is een verteller. Hij kost bijna niks. Maar toen de wijnkelder echt leeg was, moest ik gaan.

Het is dat mevrouw Minderhout me er op een gegeven uit zette, anders zou ik er nu nog gezeten hebben.

********
Dit is het eerste product van een nieuw journalistiek genre. De interviewer en de geïnterviewde kennen elkaar niet en hebben elkaar nooit gesproken. Elk woord is bedacht door de interviewer (MD).
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2010 Marcel Duyvestijn meer Marcel Duyvestijn - meer "Een rustig mens" -
Beschouwingen > Een rustig mens
Een gesprek met Willem Minderhout Marcel Duyvestijn
0805BS Willem
In het huis van Willem Minderhout heersen rust en contemplatie. Ik zit op de enorme rode bank, naast Willem zelf. Ik ben hier om hem te interviewen. Mijn recorder ligt klaar. Ik snuit nog een keer mijn neus en wil de eerste vraag stellen. Maar dat was niet de bedoeling. Eerst mag de papegaai nog wat zeggen: Willem is gek. Willem kijkt trots. Mevrouw Minderhout zucht.

Hij woont al lang in dit huis. En dat is te zien ook. De woonkamer is ruim. Er staat kunst in alle hoeken en gaten. Maar vooral de boeken die overal op stapeltjes liggen, schreeuwen om aandacht. Een poes springt op de bank en vlijt zich tegen Willem aan.

‘Meneer Minderhout’, zeg ik plechtig.
Willem Minderhout draait zich naar me toe, als een staatsman.

Mevrouw Minderhout gaat thee zetten in de keuken. Willem en ik kijken haar na. De glimlach van Willem zegt meer dan duizend complimenten. Hij houdt van haar. ‘Zonder mevrouw Minderhout zou er ook geen meneer Minderhout zijn’, zegt hij stellig. Omdat mijn recorder nog niet aan staat, noteer ik dit snel in mijn notitieboekje.

‘Hatseflats,' flap ik eruit. Om toch wát te zeggen.

Wie is Willem Minderhout? [Ik klik mijn bandrecorder aan]
‘Dat zijn er meerdere,’ zegt Willem gedecideerd. De manier waarop hij dat zegt geeft aan dat hij gewend is interviews te geven. ‘Je hebt Willem, de politicus, die telkens op allerlei PvdA-lijsten voorkomt. Je hebt Willem, de docent, die aan de Haagse Hogeschool doceert – en soms antropologisch onderzoek verricht in zijn eigen klas. Je hebt Willem de Jazzliefhebber. En je hebt Willem de liefhebbende echtgenoot.’ Dat laatste voegt hij er snel aan toe als mevrouw Minderhout binnenkomt met een dienblad met drie kopjes thee. Willem kijkt naar zijn vrouw als een pas geboren lammetje, kwetsbaar.

Wat doet dat stapeltje boeken hier op tafel?
Hij legt zijn hand op het stapeltje voor hem. ‘Daar wilde ik het over hebben. Tromp. Freud. Den Uyl.’ Daarnaast ligt een stapeltje cd’s. Chet Baker ligt bovenop. Ik wilde je meer over mezelf vertellen naar aanleiding van deze boeken.’ Hij pakt het stapeltje. En legt ze één voor één op tafel. Rob Oudkerk legt hij als laatste neer. ‘Een collega van me bij de Haagse Hogeschool. Groot man. Groot denker.’

Laten we beginnen met Willem, de politicus, zeg ik.
‘De PvdA…,’ zegt Willem gewichtig, maar zwijgt dan weer. Hij zucht diep. Hij nipt aan zijn thee. Hij kijkt naar de beelden van de kunstenaar Duncan Wiley die aan de muur hangen en steekt dan zijn vinger op. ‘Laat ik het zo zeggen. Ik ben een mensenmens.’ Ook aan dit antwoord lijkt hij te twijfelen. ‘Nee. Laat ik anders beginnen. Eind jaren ‘80 ontmoette ik Bart Tromp. Bart was PvdA-ideoloog en tegelijk wees hij continu op al die idiote misstappen van de partij. Ik was al lid van de partij, maar begreep toen pas de spagaat tussen doctorandussen en arbeiders. Maar vooral ook: de PvdA is een zeikpartij. Wij schreeuwen. Wij duwen. Wij trekken. Vanaf die tijd besloot ik om – zoals dat nu zou heten – liefdevol lid te worden. Ik hou van dat gebral, dat betweterige, dat gezemel over partijstandpunten. Ik ben al lid sinds het eerste paarse kabinet in 1994.’

Je gaat nu ook vuile handen maken.
‘Hoho. Ik heb al aardig wat vuile handen in die partij zitten. Ik ben Gemeenteraadslid in Den Haag geweest. Bestuurslid. Commissielid. Liefdevol lid. Ik heb mijn lief en leven in die partij zitten. Ik heb bijvoorbeeld ook voor Adri Duivesteijn gewerkt, ex-Kamerlid en ex-wethouder van Den Haag en Almere. Ik heb voor de afdeling Den Haag de Rauie Regah gemaakt.’ Hij blaast lucht uit. ‘Als ik al mijn uren in de PvdA betaald zou krijgen, zou ik nu hartstikke rijk zijn.’

Maar waarom de PvdA?
‘Het is niet alleen Bart Tromp. Of Rob Oudkerk. Of Job Cohen. Er zitten zoveel denkers in die partij. Zij inspireren me. Ik durf zelfs te stellen: ieder fatsoenlijk mens is sociaaldemocraat.’

(…)

Toen liep mijn bandrecorder vast. Ik heb nog twee dagen bij meneer en mevrouw Minderhout op de bank gezeten. Over muziek. Over boeken. Over kunst. Over Monika Sie. Over emanciperende meisjes. Willem Minderhout is een verteller. Hij kost bijna niks. Maar toen de wijnkelder echt leeg was, moest ik gaan.

Het is dat mevrouw Minderhout me er op een gegeven uit zette, anders zou ik er nu nog gezeten hebben.

********
Dit is het eerste product van een nieuw journalistiek genre. De interviewer en de geïnterviewde kennen elkaar niet en hebben elkaar nooit gesproken. Elk woord is bedacht door de interviewer (MD).
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2010 Marcel Duyvestijn
powered by CJ2