archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 18
Jaargang 7
21 augustus 2010
Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Bernkastel-Kues Willem Minderhout

0718BS Bernkastel1
Hier zit ik dan om twee uur ’s middags in de zon op een terrasje langs de Moezel. En dat allemaal door mijn eigen stomme schuld. Ik ben hier al eens geweest. Lang geleden, maar ik herinner het me nog goed. We hadden iets verderop, bij Kröv, een huisje gehuurd. Dit is Bernkastel-Kues. Een alleraardigst wijnstadje met veel vakwerkhuizen en een kasteel.

Kues is de geboorteplaats van Nicolaas van Cusa. Deze Nicolaas werd beroemd door de docta ignorantia, de "geleerde onwetendheid". Hiermee bedoelde hij dat de menselijke kennis van God het slechts mogelijk maakt om van God te zeggen wat hij niet is. Dat vind ik wel een verstandige opvatting, al lijkt het me een tamelijk zinloze taak om dat uitputtend in kaart te brengen. ‘Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen’, om een ietwat recentere filosoof uit het Duitse taalgebied te citeren.

Ik eet ‘Pommes mit Currywurst’. De friet is goed, maar ik was vergeten dat Currywurst een uit zijn krachten gegroeide smakeloze knakworst is. Ik moet wel eten, want ik moet dat hele eind weer naar huis rijden. Voor onderweg heb ik een fles water, een tros bananen en een zak chips gekocht. Moet genoeg zijn.

Tot overmaat van ramp ben ik vanochtend vergeten om mijn camera mee te nemen. Als je om half twee ’s ochtends opstaat vergeet je wel eens wat. Als ‘bewijsmateriaal’ heb ik daarom maar een fles droge witte wijn uit de streek, een fles ‘Riesling Tresterbrand’ (3 Jahre im Holzfass gereift, Schatzkammer Bernkastel) en een fles Asbach Uralt gekocht. Asbach Uralt is geen streekproduct, maar onmisbaar voor de bijeenkomsten van het Dr Karl-Heinz Lindt genootschap, dat ik onlangs met Mr. Pelham heb opgericht.

De vorige keer dat ik hier verbleef constateerde ik, na een blik op de kaart geworpen te hebben, dat een terugreis door de Eiffel verreweg de kortste route was. Het was echter december en het begon vervaarlijk te sneeuwen. Overal lagen gloednieuwe BMW’s in de greppel naast de weg. Tot mijn verbazing slipte onze auto niet, ook al ging hij tergend langzaam de bergen op. Bij thuiskomst constateerde ik dat er vrijwel geen lucht meer in mijn banden zat. Daardoor was de wegligging vast zo goed geweest en het klimvermogen zo slecht. Vandaag is het bloedheet en de banden zijn op spanning. Toch denk ik dat het beter is om de grote weg te volgen. Als ik onderweg maar niet in slaap val. Nu ja. Eigen schuld, dikke bult.

Ik had namelijk vandaag alles fout gedaan wat ik maar fout had kunnen doen. Ik zou mijn dochter wegbrengen naar het vliegveld. Ze wilde naar haar vriendin die met haar familie op Tenerife zat. Haar vliegtuig – van Ryanair - zou vertrekken van vliegveld Düsseldorf-Weeze. ´Het ligt wel buiten Düsseldorf, pap´, had ze me gewaarschuwd. Ja natuurlijk. Vliegvelden liggen altijd buiten de stad. Ik googlede Düsseldorf en dat leek me een makkie. Wel wat ver weg, maar als ik daar eenmaal was zou dat vliegveld gemakkelijk te vinden zijn.

Om twee uur ´s nachts vertrokken we. We reden via Rotterdam naar Nijmegen en vervolgens naar het zuiden. Zonder tomtom of iPhone en zonder kaart, de eerste grote fout. Düsseldorf was immers eenvoudig te vinden. Het geluk was met ons. Even na Nijmegen zag ik een bord ´Weeze´. Ruim op tijd! Ik dacht dat ik mijn weg in de richting van Weeze vervolgde. Ik kwam echter geen ander bord meer tegen. In plaats van om te keren maakte ik toen mijn tweede grote fout. Ik vervolgde mijn weg richting Düsseldorf. Het plan was om daar, mocht ik geen bord meer tegenkomen, bij een benzinestation de weg te vragen.

We bereikten Düsseldorf om half vijf. Overal stonden richtingaanwijzers naar vliegvelden, Mönchengladbach, Düsseldorf zelf, maar geen Weeze …. en nergens een benzinestation. Toen begon het nachtmerriescenario. Waar moest ik heen? Doelloos cirkelde ik om de stad. Het zou me nooit lukken om mijn dochter om half zes bij haar vliegtuig af te zetten. Mijn toch al, om empirische en hormonale redenen, tanende vaderlijke gezag zou de doodsteek krijgen. Papa was een lul. Tot mijn niet geringe verbazing bleven scheldpartijen echter uit. Samen overlegden we wat we zouden kunnen doen. De weg vragen, uiteraard. Maar aan wie?

Gelukkig werden er zo rond vijven al wat mensen wakker in Düsseldorf. De eersten die we aanspraken hadden nog nooit0718BS Bernkastel2 van vliegveld Weeze gehoord, maar uiteindelijk hadden we beet. Een dame vertelde ons dat dat vliegveld helemaal niet bij Düsseldorf lag, maar bij Kleef! Vaagjes duidde zij de richting aan waar we het zouden moeten kunnen vinden. Als een razende reed ik terug naar Nederland en sloeg weer de richting van Nijmegen in. Eindelijk vonden we bij Venray een open benzinestation. Ik vroeg de weg aan de pompbediende. ‘Oh’, zei zij, ‘da’s makkelijk. Volg gewoon de borden.’ En inderdaad: pal achter het benzinestation stond een wegwijzer naar Weeze. Met scheurende banden volgden wij de borden. Volgens dienstregeling zou het vliegtuig nu al aan het taxiën zijn, maar je weet nooit ...

Weeze bleek een oud militair vliegveld van de RAF te zijn geweest, dat nu door Ryanair is overgenomen voor goedkope charters. We renden, veel te laat, de vertrekhal in met nog een sprankje hoop. Helaas. Het vliegtuig was op tijd vertrokken.

‘Wat nu?’, vroeg ik aan een vrouw bij ‘Inlichtingen’. ‘Vrijdag terugkomen’, antwoordde ze. Dat leek me niet zo’n goed idee. Was er vandaag niets meer mogelijk? ‘U kunt overboeken op Frankfurt Hahn’, zei de vrouw. ‘Dat kunt u nog net halen.’ ‘Is dat bij Frankfurt?’, vroeg ik, van de ervaring wijs geworden. ‘Het is even buiten Frankfurt’, zei de vrouw. Ik maakte mijn derde grote fout door niet om een nauwkeurige routebeschrijving te vragen.

Weg renden we weer. Naar de auto. Op naar Frankfurt. Ik moest tanken en bij het benzinestation vroeg ik of ze wegenkaarten verkochten. ‘Waar moet u heen?’, vroeg de vrouw achter de kassa. ‘Naar Frankfurt’, antwoordde ik. ‘Ach, dat is overal heel goed aangegeven. Daar heeft u geen kaart voor nodig.’ Zonder kaart raceten we richting Frankfurt. Dat was de vierde grote fout.

In Duitsland bleek het anticyclisch investeren ook een hoge vlucht te hebben genomen: overal werd aan de weg gewerkt. Desondanks bereikten we – mijn oude schicht bleek harder te kunnen rijden dan ik ooit voor mogelijk had gehouden - tegen elf uur de buitenwijken van Frankfurt. Nergens zagen we een bordje naar Fluchhafen Hahn, dus we gingen maar weer eens bij een benzinestation informeren. De pompbediende keek me verbluft aan. ‘Frankfurt Hahn ist gar nicht in der nähe!’. Waar het dan wel was, wist hij niet zo precies te vertellen. Ik zag sterretjes en we renden – zonder ons tijd te gunnen voor een kop koffie – naar buiten. Daar stonden twee wegwerkers. In paniek klampte ik ze aan. Gelukkig wist één van hen zo ongeveer waar Hahn was. Ergens voorbij Koblenz!

Een dolle rit naar Koblenz volgde en … we stuitten zowaar op een wegwijzer naar Hahn! We zouden het redden! Ook Hahn bleek een voormalig militair vliegveld ergens ‘in der Mitte von Nichts’. Hollend bereikten we de incheckbalie. Daar bekeek de dienstdoende dame de documenten die we in Weeze gekregen hadden. ‘U bent vergeten uw nieuwe ticket uit te printen’, zei ze streng. Ik voelde een ongekende razernij in me opkomen.

Dit is een mooi moment voor een cliff hanger, of een tragisch einde van dit verhaal. Aangezien ik de waarheid en niets dan de waarheid beschrijf moet ik echter bekennen dat de opstelling van deze dame na een aantal telefoontjes bijtrok. Mijn dochter mocht aan boord! Ik kon eindelijk een kop koffie drinken! Eind goed, al goed.

En nu zit ik hier dus aan de Moezel. De volgende keer zal ik ongetwijfeld beter voorbereid op reis gaan. Misschien koop ik zelfs een tomtom. Maar aan de andere kant … Zo’n onverwachte buitenlandse trip heeft ook wel weer iets. Zo maakt een mens nog eens iets mee!

Nu nog dat hele eind naar huis. Ik hoop dat ik onderweg niet in slaap val!
 
 
****************************************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door Het Genootschap De Leunstoel.
Leden van het Genootschap zijn: Jaap van Lakerveld, Katharina Kouwenhoven, Henk Klaren, Dik Kruithof, Gábor Budavári, Michiel van der Mast, Maeve van der Steen, Willem Minderhout, Joop Quint, Hans Meijer, Gerbrand Muller, Peter Schröder, Carlo van Praag, Rob Kieft, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg.


© 2010 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
Bernkastel-Kues Willem Minderhout
0718BS Bernkastel1
Hier zit ik dan om twee uur ’s middags in de zon op een terrasje langs de Moezel. En dat allemaal door mijn eigen stomme schuld. Ik ben hier al eens geweest. Lang geleden, maar ik herinner het me nog goed. We hadden iets verderop, bij Kröv, een huisje gehuurd. Dit is Bernkastel-Kues. Een alleraardigst wijnstadje met veel vakwerkhuizen en een kasteel.

Kues is de geboorteplaats van Nicolaas van Cusa. Deze Nicolaas werd beroemd door de docta ignorantia, de "geleerde onwetendheid". Hiermee bedoelde hij dat de menselijke kennis van God het slechts mogelijk maakt om van God te zeggen wat hij niet is. Dat vind ik wel een verstandige opvatting, al lijkt het me een tamelijk zinloze taak om dat uitputtend in kaart te brengen. ‘Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen’, om een ietwat recentere filosoof uit het Duitse taalgebied te citeren.

Ik eet ‘Pommes mit Currywurst’. De friet is goed, maar ik was vergeten dat Currywurst een uit zijn krachten gegroeide smakeloze knakworst is. Ik moet wel eten, want ik moet dat hele eind weer naar huis rijden. Voor onderweg heb ik een fles water, een tros bananen en een zak chips gekocht. Moet genoeg zijn.

Tot overmaat van ramp ben ik vanochtend vergeten om mijn camera mee te nemen. Als je om half twee ’s ochtends opstaat vergeet je wel eens wat. Als ‘bewijsmateriaal’ heb ik daarom maar een fles droge witte wijn uit de streek, een fles ‘Riesling Tresterbrand’ (3 Jahre im Holzfass gereift, Schatzkammer Bernkastel) en een fles Asbach Uralt gekocht. Asbach Uralt is geen streekproduct, maar onmisbaar voor de bijeenkomsten van het Dr Karl-Heinz Lindt genootschap, dat ik onlangs met Mr. Pelham heb opgericht.

De vorige keer dat ik hier verbleef constateerde ik, na een blik op de kaart geworpen te hebben, dat een terugreis door de Eiffel verreweg de kortste route was. Het was echter december en het begon vervaarlijk te sneeuwen. Overal lagen gloednieuwe BMW’s in de greppel naast de weg. Tot mijn verbazing slipte onze auto niet, ook al ging hij tergend langzaam de bergen op. Bij thuiskomst constateerde ik dat er vrijwel geen lucht meer in mijn banden zat. Daardoor was de wegligging vast zo goed geweest en het klimvermogen zo slecht. Vandaag is het bloedheet en de banden zijn op spanning. Toch denk ik dat het beter is om de grote weg te volgen. Als ik onderweg maar niet in slaap val. Nu ja. Eigen schuld, dikke bult.

Ik had namelijk vandaag alles fout gedaan wat ik maar fout had kunnen doen. Ik zou mijn dochter wegbrengen naar het vliegveld. Ze wilde naar haar vriendin die met haar familie op Tenerife zat. Haar vliegtuig – van Ryanair - zou vertrekken van vliegveld Düsseldorf-Weeze. ´Het ligt wel buiten Düsseldorf, pap´, had ze me gewaarschuwd. Ja natuurlijk. Vliegvelden liggen altijd buiten de stad. Ik googlede Düsseldorf en dat leek me een makkie. Wel wat ver weg, maar als ik daar eenmaal was zou dat vliegveld gemakkelijk te vinden zijn.

Om twee uur ´s nachts vertrokken we. We reden via Rotterdam naar Nijmegen en vervolgens naar het zuiden. Zonder tomtom of iPhone en zonder kaart, de eerste grote fout. Düsseldorf was immers eenvoudig te vinden. Het geluk was met ons. Even na Nijmegen zag ik een bord ´Weeze´. Ruim op tijd! Ik dacht dat ik mijn weg in de richting van Weeze vervolgde. Ik kwam echter geen ander bord meer tegen. In plaats van om te keren maakte ik toen mijn tweede grote fout. Ik vervolgde mijn weg richting Düsseldorf. Het plan was om daar, mocht ik geen bord meer tegenkomen, bij een benzinestation de weg te vragen.

We bereikten Düsseldorf om half vijf. Overal stonden richtingaanwijzers naar vliegvelden, Mönchengladbach, Düsseldorf zelf, maar geen Weeze …. en nergens een benzinestation. Toen begon het nachtmerriescenario. Waar moest ik heen? Doelloos cirkelde ik om de stad. Het zou me nooit lukken om mijn dochter om half zes bij haar vliegtuig af te zetten. Mijn toch al, om empirische en hormonale redenen, tanende vaderlijke gezag zou de doodsteek krijgen. Papa was een lul. Tot mijn niet geringe verbazing bleven scheldpartijen echter uit. Samen overlegden we wat we zouden kunnen doen. De weg vragen, uiteraard. Maar aan wie?

Gelukkig werden er zo rond vijven al wat mensen wakker in Düsseldorf. De eersten die we aanspraken hadden nog nooit0718BS Bernkastel2 van vliegveld Weeze gehoord, maar uiteindelijk hadden we beet. Een dame vertelde ons dat dat vliegveld helemaal niet bij Düsseldorf lag, maar bij Kleef! Vaagjes duidde zij de richting aan waar we het zouden moeten kunnen vinden. Als een razende reed ik terug naar Nederland en sloeg weer de richting van Nijmegen in. Eindelijk vonden we bij Venray een open benzinestation. Ik vroeg de weg aan de pompbediende. ‘Oh’, zei zij, ‘da’s makkelijk. Volg gewoon de borden.’ En inderdaad: pal achter het benzinestation stond een wegwijzer naar Weeze. Met scheurende banden volgden wij de borden. Volgens dienstregeling zou het vliegtuig nu al aan het taxiën zijn, maar je weet nooit ...

Weeze bleek een oud militair vliegveld van de RAF te zijn geweest, dat nu door Ryanair is overgenomen voor goedkope charters. We renden, veel te laat, de vertrekhal in met nog een sprankje hoop. Helaas. Het vliegtuig was op tijd vertrokken.

‘Wat nu?’, vroeg ik aan een vrouw bij ‘Inlichtingen’. ‘Vrijdag terugkomen’, antwoordde ze. Dat leek me niet zo’n goed idee. Was er vandaag niets meer mogelijk? ‘U kunt overboeken op Frankfurt Hahn’, zei de vrouw. ‘Dat kunt u nog net halen.’ ‘Is dat bij Frankfurt?’, vroeg ik, van de ervaring wijs geworden. ‘Het is even buiten Frankfurt’, zei de vrouw. Ik maakte mijn derde grote fout door niet om een nauwkeurige routebeschrijving te vragen.

Weg renden we weer. Naar de auto. Op naar Frankfurt. Ik moest tanken en bij het benzinestation vroeg ik of ze wegenkaarten verkochten. ‘Waar moet u heen?’, vroeg de vrouw achter de kassa. ‘Naar Frankfurt’, antwoordde ik. ‘Ach, dat is overal heel goed aangegeven. Daar heeft u geen kaart voor nodig.’ Zonder kaart raceten we richting Frankfurt. Dat was de vierde grote fout.

In Duitsland bleek het anticyclisch investeren ook een hoge vlucht te hebben genomen: overal werd aan de weg gewerkt. Desondanks bereikten we – mijn oude schicht bleek harder te kunnen rijden dan ik ooit voor mogelijk had gehouden - tegen elf uur de buitenwijken van Frankfurt. Nergens zagen we een bordje naar Fluchhafen Hahn, dus we gingen maar weer eens bij een benzinestation informeren. De pompbediende keek me verbluft aan. ‘Frankfurt Hahn ist gar nicht in der nähe!’. Waar het dan wel was, wist hij niet zo precies te vertellen. Ik zag sterretjes en we renden – zonder ons tijd te gunnen voor een kop koffie – naar buiten. Daar stonden twee wegwerkers. In paniek klampte ik ze aan. Gelukkig wist één van hen zo ongeveer waar Hahn was. Ergens voorbij Koblenz!

Een dolle rit naar Koblenz volgde en … we stuitten zowaar op een wegwijzer naar Hahn! We zouden het redden! Ook Hahn bleek een voormalig militair vliegveld ergens ‘in der Mitte von Nichts’. Hollend bereikten we de incheckbalie. Daar bekeek de dienstdoende dame de documenten die we in Weeze gekregen hadden. ‘U bent vergeten uw nieuwe ticket uit te printen’, zei ze streng. Ik voelde een ongekende razernij in me opkomen.

Dit is een mooi moment voor een cliff hanger, of een tragisch einde van dit verhaal. Aangezien ik de waarheid en niets dan de waarheid beschrijf moet ik echter bekennen dat de opstelling van deze dame na een aantal telefoontjes bijtrok. Mijn dochter mocht aan boord! Ik kon eindelijk een kop koffie drinken! Eind goed, al goed.

En nu zit ik hier dus aan de Moezel. De volgende keer zal ik ongetwijfeld beter voorbereid op reis gaan. Misschien koop ik zelfs een tomtom. Maar aan de andere kant … Zo’n onverwachte buitenlandse trip heeft ook wel weer iets. Zo maakt een mens nog eens iets mee!

Nu nog dat hele eind naar huis. Ik hoop dat ik onderweg niet in slaap val!
 
 
****************************************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door Het Genootschap De Leunstoel.
Leden van het Genootschap zijn: Jaap van Lakerveld, Katharina Kouwenhoven, Henk Klaren, Dik Kruithof, Gábor Budavári, Michiel van der Mast, Maeve van der Steen, Willem Minderhout, Joop Quint, Hans Meijer, Gerbrand Muller, Peter Schröder, Carlo van Praag, Rob Kieft, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg.
© 2010 Willem Minderhout
powered by CJ2