archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 7
20 mei 2010
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Dierlijk kanonnenvlees Peter Schröder

0714BS 76.1
Verdediging de beste aanval
We hebben weer onze Bevrijding herdacht. Bevrijding vooral door vreemde krijgsmachten, de ‘onze’ had helaas weinig tot stand gebracht. Ooit hadden we in Nederland een ministerie van Oorlog, daarin was de Marine niet vertegenwoordigd. In 1928 werden Oorlog en Marine gefuseerd tot Defensie, maar in ‘De’ oorlog (WO II) werd de Marine weer losgemaakt van de Oorlog. Zo bleef dat na ‘De’ oorlog tot 1959. Toen gingen Oorlog en Marine weer samen. En die vliegtuigen? Nou, wij hadden een Luchtmacht bij Oorlog en een Marine Luchtvaartdienst bij Marine. Zo ziet u, ook vóór Deloitte & Touche, vóór Price Waterhouse & Coopers zich in elke organisatie manifesteerden kon er al stevig worden gereorganiseerd, met of zonder stappenplannen en tijdpaden. De belangrijkste boodschap van de militaire hergroepering lijkt toch wel de overwinning van het meer verdedigende, vriendelijker, predicaat Defensie op het krijgshaftige (wakkerder, assertiever) ‘Oorlog’. Het ‘imago’ is het halve werk.

Een paardenleven
Toen we vóór de oorlog een ministerie van Oorlog hadden (zonder Marine), was er in Nederland geen oorlog meer geweest sinds de Tiendaagse Veldtocht tegen onze zuidelijke Belgische wingewesten (1930-1932). Met ons ministerie van Oorlog was de eerste wereldoorlog ons bespaard gebleven. Onze cavalerie had zich kunnen beperken tot vriendschappelijke thuiswedstrijden.
Cavalerie, dat gaat over paarden, die even edele als trouwe viervoeters ingezet als strijdvehikels. Oef, wat ziet dat er vanuit ons beschaafde, dierenliefhebbende perspectief vaak akelig uit! Kijk naar oude plaatjes of naar films over oorlog en je ziet al die kwetsbare beesten bepakt met hun vechtjassen galopperen in dichte drommen, tussen gevaarlijke machines (vuurmonden! helse machines! bermbommen!). En dan zie je ze omvallen, dunne poten in de lucht, massa’s benenbrekende paarden! En ze kijken altijd zo onnozel. Hoort u het doodsgehinnik ook zo duidelijk? Of blijft het onvoorstelbaar?

Theater
Paarden, nu de trouwe vrienden van opgroeiende meisjes, waren ooit de trouwe krijgsmakkers van onze dappere soldaten. Trouw ‘tot in den doet’, die meestal eerder kwam voor het rijdier dan voor de strijder. Op kaart 1a staat het paard er nog goed en gezond bij terwijl de berijder gewond en enigszins theatraal op de grond heeft plaatsgenomen. Hij heft een vergeefse arm, zijn jas heeft hij half afgelegd en hij draagt een verband om het hoofd. Het edele paard beziet zijn leidsman enigszins meewarig, misschien wel kritisch: ‘Nou nou nou, staan we hier soms in de opera?’ Bertha stuurde deze ridderlijke afbeelding naar Mej. S. Muller in Amsterdam in 1916. Bij onze Belgische en Franse buren hadden de paarden en hun berijders het in die oorlog minder rustig.

Hondentrouw
Daarvan getuigt kaart 1b : het tafereel speelt in Saint Thomas en Argonne. We zien een bladloze boom met0715BS 76.2 daarin een dierlijke bundel waaruit in ieder geval twee paardenbenen steken. Het onderschrift rept van een ‘moffenpaard’ dat door een 75mm Howitzer een appelboom ingeschoten is. De Franse kaart toont tevreden een mishandeld vijandelijk paard in een appelboom. Over de ruiter geen woord. In 1918 stuurde C.Gs. dit moois aan Roger Fort in Parijs met het bericht ‘Souvenir’.
Een heel ander beeld van dierlijke oorlogsparticipatie treffen we op kaart 2a. We zien een herdershond bij een liggende soldaat, de hond heeft een stuk wit (verband?) textiel in de bek en draagt om het lijf een band waarop een (rood) kruis. Alweer zo’n trouwe viervoeter ingezet voor (para)militaire doeleinden. Het onderschrift luidt: ‘Na de veldslag: een ambulancehond komt de gewonden te hulp’. Wat moeten wij ons daarbij voorstellen in die loopgravenoorlog? Het gaat duidelijk om een zeer trouwe hond, maar de doelmatigheid van zijn interventie op dat keurige grasveld is niet overduidelijk. Het is 1917 en de kaart is dicht beschreven met berichten van het front in de Italiaanse taal, een beroep op goddelijke (Dio) hulp valt herhaaldelijk te lezen.

Heldenstier
Laten we eindigen met een krijgshaftige bijdrage van het meest angstaanjagende landbouwzoogdier: de stier. Eens iets anders dan die volgzame paarden en honden! Op kaart 2b een rommelig strijdperk met vallende en hollende soldaten voor een boerderij, met op de achtergrond een rivier. Het gaat er wild aan toe. Een verklaring staat in het onderschrift: ‘De oorlog van 1914 - ‘Bravo Toro!’ – in Montceau heeft een landman zijn dieren los gelaten uit vrees dat anders de Duitsers zich de kudde zouden toe-eigenen. Een stier, zenuwachtig geworden door het geweervuur, stort zich op een groep Duitse soldaten waarvan hij er 18 de buik openrijt (éventrer, ventre = buik) voor hij op zijn beurt bezwijkt’. De kaart draagt geen foto, maar een ‘artist’s impression’ van deze heuglijke gebeurtenis. Dat maakt de voorstelling een stuk dramatischer, maar plaatst de geloofwaardigheid in de categorie ‘broodje aap’.
Allemaal onschuldige dierenslachtoffers deze keer? Bestaan er wel schuldige dierenslachtoffers? Of schuldige dieren?

**********
Beter Beeld
Goed nieuws: de plaatjes uit deze rubriek zijn voortaan veel gedetailleerder te bekijken!
Tot nu toe konden de prentbriefkaarten in De Leunstoel niet goed worden bekeken. Vanaf nu kunt u doorklikken naar mijn eigen website in opbouw, daar wordt langzaam maar zeker een beeldbank opgebouwd waarin de beelden uit deze rubriek veel beter te zien zijn. Voor de kaarten bij deze aflevering kunt u doorklikken naar
en dan op de plaatjes nog 2x klikken om te zien waarover hier wordt geschreven.


© 2010 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Dierlijk kanonnenvlees Peter Schröder
0714BS 76.1
Verdediging de beste aanval
We hebben weer onze Bevrijding herdacht. Bevrijding vooral door vreemde krijgsmachten, de ‘onze’ had helaas weinig tot stand gebracht. Ooit hadden we in Nederland een ministerie van Oorlog, daarin was de Marine niet vertegenwoordigd. In 1928 werden Oorlog en Marine gefuseerd tot Defensie, maar in ‘De’ oorlog (WO II) werd de Marine weer losgemaakt van de Oorlog. Zo bleef dat na ‘De’ oorlog tot 1959. Toen gingen Oorlog en Marine weer samen. En die vliegtuigen? Nou, wij hadden een Luchtmacht bij Oorlog en een Marine Luchtvaartdienst bij Marine. Zo ziet u, ook vóór Deloitte & Touche, vóór Price Waterhouse & Coopers zich in elke organisatie manifesteerden kon er al stevig worden gereorganiseerd, met of zonder stappenplannen en tijdpaden. De belangrijkste boodschap van de militaire hergroepering lijkt toch wel de overwinning van het meer verdedigende, vriendelijker, predicaat Defensie op het krijgshaftige (wakkerder, assertiever) ‘Oorlog’. Het ‘imago’ is het halve werk.

Een paardenleven
Toen we vóór de oorlog een ministerie van Oorlog hadden (zonder Marine), was er in Nederland geen oorlog meer geweest sinds de Tiendaagse Veldtocht tegen onze zuidelijke Belgische wingewesten (1930-1932). Met ons ministerie van Oorlog was de eerste wereldoorlog ons bespaard gebleven. Onze cavalerie had zich kunnen beperken tot vriendschappelijke thuiswedstrijden.
Cavalerie, dat gaat over paarden, die even edele als trouwe viervoeters ingezet als strijdvehikels. Oef, wat ziet dat er vanuit ons beschaafde, dierenliefhebbende perspectief vaak akelig uit! Kijk naar oude plaatjes of naar films over oorlog en je ziet al die kwetsbare beesten bepakt met hun vechtjassen galopperen in dichte drommen, tussen gevaarlijke machines (vuurmonden! helse machines! bermbommen!). En dan zie je ze omvallen, dunne poten in de lucht, massa’s benenbrekende paarden! En ze kijken altijd zo onnozel. Hoort u het doodsgehinnik ook zo duidelijk? Of blijft het onvoorstelbaar?

Theater
Paarden, nu de trouwe vrienden van opgroeiende meisjes, waren ooit de trouwe krijgsmakkers van onze dappere soldaten. Trouw ‘tot in den doet’, die meestal eerder kwam voor het rijdier dan voor de strijder. Op kaart 1a staat het paard er nog goed en gezond bij terwijl de berijder gewond en enigszins theatraal op de grond heeft plaatsgenomen. Hij heft een vergeefse arm, zijn jas heeft hij half afgelegd en hij draagt een verband om het hoofd. Het edele paard beziet zijn leidsman enigszins meewarig, misschien wel kritisch: ‘Nou nou nou, staan we hier soms in de opera?’ Bertha stuurde deze ridderlijke afbeelding naar Mej. S. Muller in Amsterdam in 1916. Bij onze Belgische en Franse buren hadden de paarden en hun berijders het in die oorlog minder rustig.

Hondentrouw
Daarvan getuigt kaart 1b : het tafereel speelt in Saint Thomas en Argonne. We zien een bladloze boom met0715BS 76.2 daarin een dierlijke bundel waaruit in ieder geval twee paardenbenen steken. Het onderschrift rept van een ‘moffenpaard’ dat door een 75mm Howitzer een appelboom ingeschoten is. De Franse kaart toont tevreden een mishandeld vijandelijk paard in een appelboom. Over de ruiter geen woord. In 1918 stuurde C.Gs. dit moois aan Roger Fort in Parijs met het bericht ‘Souvenir’.
Een heel ander beeld van dierlijke oorlogsparticipatie treffen we op kaart 2a. We zien een herdershond bij een liggende soldaat, de hond heeft een stuk wit (verband?) textiel in de bek en draagt om het lijf een band waarop een (rood) kruis. Alweer zo’n trouwe viervoeter ingezet voor (para)militaire doeleinden. Het onderschrift luidt: ‘Na de veldslag: een ambulancehond komt de gewonden te hulp’. Wat moeten wij ons daarbij voorstellen in die loopgravenoorlog? Het gaat duidelijk om een zeer trouwe hond, maar de doelmatigheid van zijn interventie op dat keurige grasveld is niet overduidelijk. Het is 1917 en de kaart is dicht beschreven met berichten van het front in de Italiaanse taal, een beroep op goddelijke (Dio) hulp valt herhaaldelijk te lezen.

Heldenstier
Laten we eindigen met een krijgshaftige bijdrage van het meest angstaanjagende landbouwzoogdier: de stier. Eens iets anders dan die volgzame paarden en honden! Op kaart 2b een rommelig strijdperk met vallende en hollende soldaten voor een boerderij, met op de achtergrond een rivier. Het gaat er wild aan toe. Een verklaring staat in het onderschrift: ‘De oorlog van 1914 - ‘Bravo Toro!’ – in Montceau heeft een landman zijn dieren los gelaten uit vrees dat anders de Duitsers zich de kudde zouden toe-eigenen. Een stier, zenuwachtig geworden door het geweervuur, stort zich op een groep Duitse soldaten waarvan hij er 18 de buik openrijt (éventrer, ventre = buik) voor hij op zijn beurt bezwijkt’. De kaart draagt geen foto, maar een ‘artist’s impression’ van deze heuglijke gebeurtenis. Dat maakt de voorstelling een stuk dramatischer, maar plaatst de geloofwaardigheid in de categorie ‘broodje aap’.
Allemaal onschuldige dierenslachtoffers deze keer? Bestaan er wel schuldige dierenslachtoffers? Of schuldige dieren?

**********
Beter Beeld
Goed nieuws: de plaatjes uit deze rubriek zijn voortaan veel gedetailleerder te bekijken!
Tot nu toe konden de prentbriefkaarten in De Leunstoel niet goed worden bekeken. Vanaf nu kunt u doorklikken naar mijn eigen website in opbouw, daar wordt langzaam maar zeker een beeldbank opgebouwd waarin de beelden uit deze rubriek veel beter te zien zijn. Voor de kaarten bij deze aflevering kunt u doorklikken naar
en dan op de plaatjes nog 2x klikken om te zien waarover hier wordt geschreven.
© 2010 Peter Schröder
powered by CJ2