archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 5
Jaargang 7
17 december 2009
Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
De illegale toeriste Eelkje Colmjon

0705BS Illegale1
Om vijf uur gaat de haan. Tijd om op te staan. Vervolgens wachten we anderhalf uur op de bus naar Rivas. Een oude, donkere man met één tand spreekt graag in zijn eigen taal: het Engels. Hij komt van de Corn Islands in het Caribisch gebied en vertelt zijn levensverhaal. ‘Nineteen children, sailor, baseball, coconuts... ,’ veel meer verstaan we niet. Maar hij is blij zijn verhaal kwijt te kunnen.

De oude schoolbus fungeert ook als schoolbus. Kinderen in witte bloesjes en donkerblauwe broeken of rokken vullen de meeste plaatsen. Een meisje met lolly loopt expres haar klasgenootjes voorbij om naast een ouder meisje te gaan zitten. Ze kijkt om naar een ander meisje uit haar klas, met volwassen arrogantie. In Rivas kopen we kaartjes voor de bus naar San Jose. Het zoontje van de kaartjesverkoopster vraagt of we uit Spanje komen. Buitenland is al snel Costa Rica of Spanje, zo lijkt het. We complimenteren onszelf met ons Spaans. Een touringcar komt aanrijden en stopt speciaal voor ons. Alet heeft een plaats naast een nukkige dame, die ervan baalt dat ze niet meer languit kan liggen. Mijn buur kijkt niet op of om. Later, als Alet haar buurvrouw een beetje is bijgetrokken en bijgekomen is uit haar slaap, vertelt ze in Honduras te zijn ingestapt en dus al een lange tijd op weg te zijn in deze bus. Ze biedt ons een snoepje aan, als goedmakertje misschien.

Een bussteward loopt door het gangpad om alle paspoorten te incasseren, zodat de formaliteiten bij de grens wat sneller zullen verlopen. Even later komt de steward terug. Naast mijn stoel blijft hij staan. Hij heeft mijn paspoort in zijn hand en zegt dat er een probleem is.
Mej. E. Colmjon blijkt bij aankomst in Nicaragua geen stempel te hebben gekregen en is dus illegaal in het land!
‘Dat gaat geld kosten,’ zegt de bussteward met zijn meest serieuze blik.
Bij de grenspost in het dorpje Peñas Blancas stapt iedereen uit. Wij volgen de steward over een modderige vlakte en gaan als makke schapen een eenzaam gebouwtje in. We zullen de hoofdcommissaris moeten overtuigen van mijn onschuld. De gedachte aan een norse beer van een vent die ons zal ondervragen en vervolgens financieel uit zal kleden, schiet door mijn hoofd.0705BS Illegale2 We nemen plaats in het kantoor van de hoogste baas.

Wat blijkt? De hoofdcommissaris is een joviale man met een commissarispet op zijn hoofd. Hij is verheugd twee dames in zijn kantoor te hebben en zet het op een knipogen. Hij verplaatst een stapeltje A4-tjes een paar centimeter op zijn bureau en zorgt dat er geen blaadjes uit het stapeltje steken. Hij wil doen voorkomen dat hij erg secuur is in wat hij doet.
‘Hoelang is het vliegen van Houston naar Managua?’ vraagt hij met een lach op zijn gezicht.
‘Drie uur,’ antwoord ik resoluut.
‘Vinden jullie het niet eng om te vliegen?’ vervolgt hij ‘ik ben bang om te vliegen sinds ik in de oorlog in een helikopter zat die werd beschoten.’ Zijn ogen kijken ernstig, hij gaat in gedachten terug naar de tijd van oorlog, nog niet zo heel lang geleden.
‘Tranquillo,’ zegt hij met een knipoog als hij zich weer herinnert waarom we hier zijn. ‘Rustig maar,’ hij geeft ons de hoop dat het allemaal wel goed zal komen. Hij overhandigt ons een damestijdschrift, genaamd Ellas, en vraagt of we zussen zijn.
‘Brothers,’ besluit hij om te laten zien dat hij een woordje Engels spreekt. Wij lachen hem toe.

De telefoonlijn ligt plat. We staan geld af zodat de commissaris een kaart kan kopen voor zijn mobiele telefoon. Een collega van de commissaris belt met de luchthaven. Hij spelt mijn naam, doet een poging deze voluit uit te spreken en spelt hem nog eens. En nog eens. Zijn pogingen zijn aandoenlijk.
‘Tranquillo,’ zegt de commissaris terwijl hij nog eens knipoogt.
‘Ja, haar zus heeft wel een stempel,’ vertelt de collega de douanebeambte. Even later krijgt hij te horen dat ik inderdaad op legale wijze het land ben binnengekomen. We bedanken de heren. ‘Deze is voor u,’ zeg ik tegen onze nieuwe vriend terwijl ik Ellas aan hem teruggeef.
Hij lacht en geeft een knipoog toe. Even later zijn we in Costa Rica.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.


© 2009 Eelkje Colmjon meer Eelkje Colmjon - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
De illegale toeriste Eelkje Colmjon
0705BS Illegale1
Om vijf uur gaat de haan. Tijd om op te staan. Vervolgens wachten we anderhalf uur op de bus naar Rivas. Een oude, donkere man met één tand spreekt graag in zijn eigen taal: het Engels. Hij komt van de Corn Islands in het Caribisch gebied en vertelt zijn levensverhaal. ‘Nineteen children, sailor, baseball, coconuts... ,’ veel meer verstaan we niet. Maar hij is blij zijn verhaal kwijt te kunnen.

De oude schoolbus fungeert ook als schoolbus. Kinderen in witte bloesjes en donkerblauwe broeken of rokken vullen de meeste plaatsen. Een meisje met lolly loopt expres haar klasgenootjes voorbij om naast een ouder meisje te gaan zitten. Ze kijkt om naar een ander meisje uit haar klas, met volwassen arrogantie. In Rivas kopen we kaartjes voor de bus naar San Jose. Het zoontje van de kaartjesverkoopster vraagt of we uit Spanje komen. Buitenland is al snel Costa Rica of Spanje, zo lijkt het. We complimenteren onszelf met ons Spaans. Een touringcar komt aanrijden en stopt speciaal voor ons. Alet heeft een plaats naast een nukkige dame, die ervan baalt dat ze niet meer languit kan liggen. Mijn buur kijkt niet op of om. Later, als Alet haar buurvrouw een beetje is bijgetrokken en bijgekomen is uit haar slaap, vertelt ze in Honduras te zijn ingestapt en dus al een lange tijd op weg te zijn in deze bus. Ze biedt ons een snoepje aan, als goedmakertje misschien.

Een bussteward loopt door het gangpad om alle paspoorten te incasseren, zodat de formaliteiten bij de grens wat sneller zullen verlopen. Even later komt de steward terug. Naast mijn stoel blijft hij staan. Hij heeft mijn paspoort in zijn hand en zegt dat er een probleem is.
Mej. E. Colmjon blijkt bij aankomst in Nicaragua geen stempel te hebben gekregen en is dus illegaal in het land!
‘Dat gaat geld kosten,’ zegt de bussteward met zijn meest serieuze blik.
Bij de grenspost in het dorpje Peñas Blancas stapt iedereen uit. Wij volgen de steward over een modderige vlakte en gaan als makke schapen een eenzaam gebouwtje in. We zullen de hoofdcommissaris moeten overtuigen van mijn onschuld. De gedachte aan een norse beer van een vent die ons zal ondervragen en vervolgens financieel uit zal kleden, schiet door mijn hoofd.0705BS Illegale2 We nemen plaats in het kantoor van de hoogste baas.

Wat blijkt? De hoofdcommissaris is een joviale man met een commissarispet op zijn hoofd. Hij is verheugd twee dames in zijn kantoor te hebben en zet het op een knipogen. Hij verplaatst een stapeltje A4-tjes een paar centimeter op zijn bureau en zorgt dat er geen blaadjes uit het stapeltje steken. Hij wil doen voorkomen dat hij erg secuur is in wat hij doet.
‘Hoelang is het vliegen van Houston naar Managua?’ vraagt hij met een lach op zijn gezicht.
‘Drie uur,’ antwoord ik resoluut.
‘Vinden jullie het niet eng om te vliegen?’ vervolgt hij ‘ik ben bang om te vliegen sinds ik in de oorlog in een helikopter zat die werd beschoten.’ Zijn ogen kijken ernstig, hij gaat in gedachten terug naar de tijd van oorlog, nog niet zo heel lang geleden.
‘Tranquillo,’ zegt hij met een knipoog als hij zich weer herinnert waarom we hier zijn. ‘Rustig maar,’ hij geeft ons de hoop dat het allemaal wel goed zal komen. Hij overhandigt ons een damestijdschrift, genaamd Ellas, en vraagt of we zussen zijn.
‘Brothers,’ besluit hij om te laten zien dat hij een woordje Engels spreekt. Wij lachen hem toe.

De telefoonlijn ligt plat. We staan geld af zodat de commissaris een kaart kan kopen voor zijn mobiele telefoon. Een collega van de commissaris belt met de luchthaven. Hij spelt mijn naam, doet een poging deze voluit uit te spreken en spelt hem nog eens. En nog eens. Zijn pogingen zijn aandoenlijk.
‘Tranquillo,’ zegt de commissaris terwijl hij nog eens knipoogt.
‘Ja, haar zus heeft wel een stempel,’ vertelt de collega de douanebeambte. Even later krijgt hij te horen dat ik inderdaad op legale wijze het land ben binnengekomen. We bedanken de heren. ‘Deze is voor u,’ zeg ik tegen onze nieuwe vriend terwijl ik Ellas aan hem teruggeef.
Hij lacht en geeft een knipoog toe. Even later zijn we in Costa Rica.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
© 2009 Eelkje Colmjon
powered by CJ2