archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 6
Jaargang 1
15 januari 2004
Vermaak en Genot > Misdaadboeken delen printen terug
Hollandse kost een een Amerikaans toetje Theo Capel

Redelijk onderkoeld, maar terecht ook trots, zei Tomas Ross bij de presentatie van zijn thriller Mathilde (Cargo, € 18,90) dat dit al weer zijn 50ste boek was. Dan bedoelde hij boeken in alle genres, bijvoorbeeld ook jeugdboeken. De meerderheid van die 50 die hij in een nog geen 25-jarige loopbaan bijeen schreef, blijven echter spannende boeken. Daartoe leek hij ook voorbestemd. Hij woonde in zijn jeugd in een huis waarin eerder 'Martin Mons' (twee schrijvende zussen) de Inspecteur Perquinboeken bedacht en hij is op dezelfde dag geboren als succesauteur Baantjer. Als Ross zo doorgaat, dan haalt hij qua productie de meer dan twintig jaar oudere veelschrijver Baantjer nog wel in en als hij de populariteit van Baantjer weet te evenaren, dan is dat nog knapper.

Ross is de Ludlum van de Lage Landen. In zijn werk deugen de boven ons gestelden vaak niet en complotteren ze graag ten eigen bate tegen ons. Zo is het ook weer gesteld in Mathilde dat de levensgeschiedenis verhaalt van een pronkzuchtige vrouw uit de jaren zeventig die beroemd werd als echtgenote van de kunstschilder Carel Willink. Haar versie was eerder het omgekeerde. Ze stierf als gevolg van een pistoolschot door haar slaap. Was het echt zelfmoord of toch moord en waarom zou het moord moeten zijn? Voor Ross' doen gebruikt hij dit keer een petite histoire. Al lezende krijg je het gevoel dat het misschien wel een mislukt tv-project is dat tot een boek is omgegooid; de dankbetuiging aan scenarist Hugo Heinen voorin versterkt die indruk. Om een hoge productie te halen kun je niet veel wegdoen en moet je soms zelf tot hergebruik overgaan. Zo is de dochter van de dode politieman die een belangrijke rol speelt in het verhaal, bijvoorbeeld callgirl en lijkt ze sprekend op eenzelfde personage uit een van de King-boeken van Ross.

Om een historisch verhaal toch in het heden te laten spelen, maakte Ross gebruik van een stijltruc van Josephine Tey die wereldberoemd werd met The daughter of Time (in het Nederlands vertaald als De misdaad van de bultenaar en later als Een koninkrijk voor een moord ). In een ziekenhuisbed laat ze een inspecteur van politie uit verveling een beruchte historische kwestie uitzoeken. Ross bedacht een voormalige leraar geschiedenis die in het ziekenhuis toevallig materiaal over de zaak-Mathilde in handen krijgt en zich daarin vastbijt. Vergeleken met Tey heeft hij een dynamischer verhaal bedacht met scènes buiten het ziekenhuis, maar ook hij kan niet voorkomen dat er veel in bed wordt nagedacht over wie wat indertijd zou hebben gedaan en waarom. De doofpotaffaire op de achtergrond is er nogal met de haren bijgesleept, maar er zitten bijvoorbeeld ook aardige, verrassende plotwendingen in het verhaal waaraan je de vakman Ross herkent, bijvoorbeeld het uitspelen van het verleden van de oud-leraar.

Voor in het boek staat een sliert aan personages vermeld, zowel fictieve als bestaande. Maurits Caransa staat bij die laatste groep als dode, terwijl hij nog steeds in leven is. Dat is ook een kenmerk van Ross, dé auteur de zich beroemt op zijn research, maar toch altijd slordigheden op dit terrein laat zien. Geloof nooit wat thrillerschrijvers zeggen.

Jacq. Toes is een man van passies. Research is bij hem doorleefd. Dat proef je overal in zijn werk. Zijn vorige boek ging over gokken en in De vrije man (L.J. Veen, € 14,95) is het de tango die alles bepaalt. Niet de tango waarin je je op dansles moet bekwamen en die in een aardige scène als iets versteends wordt afgedaan, maar de echte, originele Argentijnse. Met passies moet je mee kunnen voelen. Met gokken wil me dat wel lukken, maar al die pasjes van de tango laten me koud. Toes weet er wel aanstekelijk over te schrijven, maar dit keer keer lukt het hem minder goed zijn passie in een fraai, spannend verhaal te verpakken. Dat is natuurlijk wel de bedoeling van een thriller, ook al heet het dit keer een 'misdaadroman'. Misschien had hij liever een echte roman willen schrijven.

Zijn hoofdpersoon is een fysiotherapeut wiens vrouw wordt vermoord. Hij is na een jarenlange relatie net van haar af, maar is om niet duidelijke reden verdachte nummer één. De dramatische dood van de vrouw laat hem echter onbegrijpelijk koud. De moord blijkt slechts een aanleiding om het verhaal een bepaalde wending te geven. Zijn ex-vrouw werkte bij een financiële firma die zich met het ontrafelen van malversaties bezighoudt. De man heeft het te druk, om met een Argentijnse die om eerst vaag gehouden redenen in ons land verblijft, op de dansvloer rond te tollen. Ze was ook nog eens zijn patiënte en hij laat zich van zijn onfrisse kant zien door zich te willen afrukken op een röntgenfoto's van haar bekken. Zo win je niet de sympathie van de lezer, terwijl je juist met deze getourmenteerde man moet meeleven. De Argentijnse is in ons land in het gezelschap van twee mannen die zij als halfbroers introduceert. Ze verschillen zo weinig dat Toes er met één ook had kunnen volstaan.

Ben je een vrij man als je alles achter je laat. Ben je pas een vrij man als een passie je verteert? Kunnen we ons wel vrijmaken als we zaken uit ons verleden te verbergen hebben? Dat zijn vermoedelijk de vragen waarop Toes de lezer het antwoord wil laten ontdekken. Hij stuurt zijn hoofdpersoon nog erop uit naar Buenos Aires, maar ook daar wordt hij en de lezer niet echt wijzer van.

Gelukkig kan Toes de zaken mooi en soms meeslepend beschrijven, zodat je zonder morren grote stukken verder leest voordat je je afvraagt waar het eigenlijk over zou moeten gaan. De Hollandse zakelijkheid die wil weten wat je ergens voor koopt, houd je uiteindelijk echter niet in bedwang.

Stel dat Baantjer op zou houden, dan hebben we in ieder geval nog Bert Muns die met Wurgkoord (Luitingh-Sijthoff, € 14,95) zijn zesde politieroman maakte. Hij is zelf ook politieman van beroep. Zijn boeken hebben een vrouw als hoofdpersoon. Francien van Anshem heet ze en ze is net tot inspecteur van politie bevorderd. Anders dan Baantjer geeft Muns gedetailleerde informatie over het reilen en zeilen op een politiebureau. Bij hem is er ook meer sprake van teamwerk, hoewel het soms meer teamtegenwerking lijkt. Van Anshem moet dit keer proberen een verkrachter op te pakken die meermalen in de buurt van dezelfde flat op het Utrechtse Kanaleneiland toeslaat. Vrouwenleed in allerlei vorm, in een buiten het korps, kleurt het boek. Solide zou je de stijl van Muns kunnen noemen. Een snuifje passie zou best mogen zonder dat de kaaskoppigheid van de Nederlandse politie daarmee in gevaar komt. Sjöwall en Wahlöö konden dat ook met de van nature saaie Zweden bereiken. Het is maar een tip.

Voor wie ook nog iets in het Engels wil lezen: Scavenger Hunt van Robert Ferrigno, een van mijn favorieten, is nu in pocket verschenen (Arrow, Van Ditmar Boekimport, € 12,95). Kleurrijk, burlesk, hard, maar ook menselijk.

© 2004 Theo Capel meer Theo Capel - meer "Misdaadboeken"
Vermaak en Genot > Misdaadboeken
Hollandse kost een een Amerikaans toetje Theo Capel

Redelijk onderkoeld, maar terecht ook trots, zei Tomas Ross bij de presentatie van zijn thriller Mathilde (Cargo, € 18,90) dat dit al weer zijn 50ste boek was. Dan bedoelde hij boeken in alle genres, bijvoorbeeld ook jeugdboeken. De meerderheid van die 50 die hij in een nog geen 25-jarige loopbaan bijeen schreef, blijven echter spannende boeken. Daartoe leek hij ook voorbestemd. Hij woonde in zijn jeugd in een huis waarin eerder 'Martin Mons' (twee schrijvende zussen) de Inspecteur Perquinboeken bedacht en hij is op dezelfde dag geboren als succesauteur Baantjer. Als Ross zo doorgaat, dan haalt hij qua productie de meer dan twintig jaar oudere veelschrijver Baantjer nog wel in en als hij de populariteit van Baantjer weet te evenaren, dan is dat nog knapper.

Ross is de Ludlum van de Lage Landen. In zijn werk deugen de boven ons gestelden vaak niet en complotteren ze graag ten eigen bate tegen ons. Zo is het ook weer gesteld in Mathilde dat de levensgeschiedenis verhaalt van een pronkzuchtige vrouw uit de jaren zeventig die beroemd werd als echtgenote van de kunstschilder Carel Willink. Haar versie was eerder het omgekeerde. Ze stierf als gevolg van een pistoolschot door haar slaap. Was het echt zelfmoord of toch moord en waarom zou het moord moeten zijn? Voor Ross' doen gebruikt hij dit keer een petite histoire. Al lezende krijg je het gevoel dat het misschien wel een mislukt tv-project is dat tot een boek is omgegooid; de dankbetuiging aan scenarist Hugo Heinen voorin versterkt die indruk. Om een hoge productie te halen kun je niet veel wegdoen en moet je soms zelf tot hergebruik overgaan. Zo is de dochter van de dode politieman die een belangrijke rol speelt in het verhaal, bijvoorbeeld callgirl en lijkt ze sprekend op eenzelfde personage uit een van de King-boeken van Ross.

Om een historisch verhaal toch in het heden te laten spelen, maakte Ross gebruik van een stijltruc van Josephine Tey die wereldberoemd werd met The daughter of Time (in het Nederlands vertaald als De misdaad van de bultenaar en later als Een koninkrijk voor een moord ). In een ziekenhuisbed laat ze een inspecteur van politie uit verveling een beruchte historische kwestie uitzoeken. Ross bedacht een voormalige leraar geschiedenis die in het ziekenhuis toevallig materiaal over de zaak-Mathilde in handen krijgt en zich daarin vastbijt. Vergeleken met Tey heeft hij een dynamischer verhaal bedacht met scènes buiten het ziekenhuis, maar ook hij kan niet voorkomen dat er veel in bed wordt nagedacht over wie wat indertijd zou hebben gedaan en waarom. De doofpotaffaire op de achtergrond is er nogal met de haren bijgesleept, maar er zitten bijvoorbeeld ook aardige, verrassende plotwendingen in het verhaal waaraan je de vakman Ross herkent, bijvoorbeeld het uitspelen van het verleden van de oud-leraar.

Voor in het boek staat een sliert aan personages vermeld, zowel fictieve als bestaande. Maurits Caransa staat bij die laatste groep als dode, terwijl hij nog steeds in leven is. Dat is ook een kenmerk van Ross, dé auteur de zich beroemt op zijn research, maar toch altijd slordigheden op dit terrein laat zien. Geloof nooit wat thrillerschrijvers zeggen.

Jacq. Toes is een man van passies. Research is bij hem doorleefd. Dat proef je overal in zijn werk. Zijn vorige boek ging over gokken en in De vrije man (L.J. Veen, € 14,95) is het de tango die alles bepaalt. Niet de tango waarin je je op dansles moet bekwamen en die in een aardige scène als iets versteends wordt afgedaan, maar de echte, originele Argentijnse. Met passies moet je mee kunnen voelen. Met gokken wil me dat wel lukken, maar al die pasjes van de tango laten me koud. Toes weet er wel aanstekelijk over te schrijven, maar dit keer keer lukt het hem minder goed zijn passie in een fraai, spannend verhaal te verpakken. Dat is natuurlijk wel de bedoeling van een thriller, ook al heet het dit keer een 'misdaadroman'. Misschien had hij liever een echte roman willen schrijven.

Zijn hoofdpersoon is een fysiotherapeut wiens vrouw wordt vermoord. Hij is na een jarenlange relatie net van haar af, maar is om niet duidelijke reden verdachte nummer één. De dramatische dood van de vrouw laat hem echter onbegrijpelijk koud. De moord blijkt slechts een aanleiding om het verhaal een bepaalde wending te geven. Zijn ex-vrouw werkte bij een financiële firma die zich met het ontrafelen van malversaties bezighoudt. De man heeft het te druk, om met een Argentijnse die om eerst vaag gehouden redenen in ons land verblijft, op de dansvloer rond te tollen. Ze was ook nog eens zijn patiënte en hij laat zich van zijn onfrisse kant zien door zich te willen afrukken op een röntgenfoto's van haar bekken. Zo win je niet de sympathie van de lezer, terwijl je juist met deze getourmenteerde man moet meeleven. De Argentijnse is in ons land in het gezelschap van twee mannen die zij als halfbroers introduceert. Ze verschillen zo weinig dat Toes er met één ook had kunnen volstaan.

Ben je een vrij man als je alles achter je laat. Ben je pas een vrij man als een passie je verteert? Kunnen we ons wel vrijmaken als we zaken uit ons verleden te verbergen hebben? Dat zijn vermoedelijk de vragen waarop Toes de lezer het antwoord wil laten ontdekken. Hij stuurt zijn hoofdpersoon nog erop uit naar Buenos Aires, maar ook daar wordt hij en de lezer niet echt wijzer van.

Gelukkig kan Toes de zaken mooi en soms meeslepend beschrijven, zodat je zonder morren grote stukken verder leest voordat je je afvraagt waar het eigenlijk over zou moeten gaan. De Hollandse zakelijkheid die wil weten wat je ergens voor koopt, houd je uiteindelijk echter niet in bedwang.

Stel dat Baantjer op zou houden, dan hebben we in ieder geval nog Bert Muns die met Wurgkoord (Luitingh-Sijthoff, € 14,95) zijn zesde politieroman maakte. Hij is zelf ook politieman van beroep. Zijn boeken hebben een vrouw als hoofdpersoon. Francien van Anshem heet ze en ze is net tot inspecteur van politie bevorderd. Anders dan Baantjer geeft Muns gedetailleerde informatie over het reilen en zeilen op een politiebureau. Bij hem is er ook meer sprake van teamwerk, hoewel het soms meer teamtegenwerking lijkt. Van Anshem moet dit keer proberen een verkrachter op te pakken die meermalen in de buurt van dezelfde flat op het Utrechtse Kanaleneiland toeslaat. Vrouwenleed in allerlei vorm, in een buiten het korps, kleurt het boek. Solide zou je de stijl van Muns kunnen noemen. Een snuifje passie zou best mogen zonder dat de kaaskoppigheid van de Nederlandse politie daarmee in gevaar komt. Sjöwall en Wahlöö konden dat ook met de van nature saaie Zweden bereiken. Het is maar een tip.

Voor wie ook nog iets in het Engels wil lezen: Scavenger Hunt van Robert Ferrigno, een van mijn favorieten, is nu in pocket verschenen (Arrow, Van Ditmar Boekimport, € 12,95). Kleurrijk, burlesk, hard, maar ook menselijk.
© 2004 Theo Capel
powered by CJ2