archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 20 Jaargang 6 1 oktober 2009 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept | ||||
Wild Mary Wesley | Frits Hoorweg | |||
Aspirant schrijfsters: geef het niet te gauw op! Spiegel je aan Mary Siepmann. Haar eerste boek ‘Jumping the Queu’ verscheen in 1983 toen ze al 70 was. Het was meteen een groot succes. Overigens publiceerde ze onder de naam (Mary) Wesley, de naam van de minnaar (en latere echtgenoot) van haar betbetovergrootmoeder. Na dat eerste boek verschenen er nog eens negen. De schrijfster overleed in 2002.
De karakters in haar boeken zou je ‘verknipt’ kunnen noemen, hoewel ‘losgeknipt’ misschien treffender is. Vanwege iets dat vroeger gebeurd is, heeft de voor haar typerende hoofdpersoon zich teruggetrokken op een denkbeeldig eilandje. Daar komt hij (vaak zij) alleen vanaf voor seks en om rekeningen te vereffenen, letterlijk en figuurlijk. Er is wel sprake van affaires, maar als die te innig dreigen te worden wordt er zo snel mogelijk een punt achter gezet. Het effect is vaak komisch, maar sinister tegelijk. Families blijken niet alleen chaotisch, maar zelfs domweg disfunctioneel. Ouders en verzorgers doen hun kinderen de verschrikkelijkste dingen aan.
‘Ik beschrijf het leven zoals het kan zijn,’ zei de schrijfster daarover een keer. Om daar met haar gebruikelijke venijn aan toe te voegen: ‘En vaak ook is’.
Op gezag van haar biograaf, Patrick Marnham *, mogen we aannemen dat haar eigen jeugd een belangrijke inspiratiebron was. Haar moeder wist zich met ‘Wild Mary’ geen raad en liet de zorg voor haar graag aan anderen over. Een ordentelijke school paste blijkbaar niet in de opvoedingsideeën van vader en moeder. Ze had een zus die altijd werd voorgetrokken. Kortom, het oogt allemaal nogal bar, maar de vraag is natuurlijk of het terugkijkend niet erger lijkt dan het feitelijk was. Markham baseert zich op geschriften van Mary zelf en gesprekken die hij met haar heeft gevoerd aan het eind van haar leven. Je mag aannemen dat er sprake is van enige subjectieve inkleuring door de volwassene die als kind niet voor niets al vroeg de bijnaam ‘Wild Mary’ had gekregen.
Ook nadat ze het ouderlijk huis verlaten had bleef ze die bijnaam eer aan doen. Affaires volgden elkaar in hoog tempo op, of werden zelfs simultaan afgewerkt. Ze trouwde met een Lord, kreeg van hem een kind, en later nog één maar niet van dezelfde Lord en hoewel die daar niet moeilijk over deed, liet ze zich toch maar van hem scheiden. Nu moet hierbij aangetekend worden dat de Tweede Wereldoorlog velen van hun ankers lossloeg. De echte vader van haar tweede zoon was een gevluchte Tsjech. Mary was verzeild geraakt in een vriendengroep van mensen die voortdurend op drift waren, enkelen voerden regelmatig levensgevaarlijke opdrachten uit. In die vervreemdende atmosfeer was Mary wonderwel op haar plaats.
Aan het eind van de oorlog raakte ze in de ban van de schrijver Eric Siepmann. Ineens was daar de ommekeer. Nadat hij gescheiden was trouwden ze en bleven bij elkaar in voor- en tegenspoed. En er was nogal wat tegenspoed! Siepmanns ex-vrouw bleef nog jarenlang een grief koesteren en slaagde er telkens weer in hem zwart te maken bij een nieuwe werkgever, met als gevolg dat hij prompt ontslag kreeg, of niet eens werd aangenomen. Schrijven was eigenlijk het enige dat overbleef en daarin was hij weinig succesvol. In 1970 maakte hij een eind aan z’n leven omdat de diagnose Parkinson was gesteld. Hij liet zijn vrouw in zeer kommervolle omstandigheden achter. Af en toe deed een goedgezind familielid een poging om een toelage voor Mary te regelen uit de erfenis van haar vader, maar dat werd dan weer getorpedeerd door een ander. Daarbij schroomde men niet om haar kinderen (drie, met Siepmann had ze ook nog een zoon gekregen) tegen elkaar en tegen hun moeder uit te spelen. De familie bleef zo een bron van ergernis en inspiratie.
Mary had voor het overlijden van Siepmann al pogingen gedaan te schrijven. Ze had zelfs twee kinderboeken gepubliceerd weten te krijgen, maar die waren geen doorslaand succes geworden. Nu ging ze proberen een echte roman te schrijven. Ze wist domweg geen andere manier om aan geld te komen, behalve dan door af en toe een beetje te helpen bij een antiquair, wat natuurlijk weinig zoden aan de dijk zette. Het leverde wel inspiratie op overigens, antiekzaken komen regelmatig terug in haar boeken. Ze had echter heel hard een serieuze hoeveelheid geld nodig. Na diverse vergeefse probeersels had ze uiteindelijk een publiceerbaar manuscript, althans naar haar eigen inzichten. Maar ja, hoe vind je een uitgever die er ook zo over denkt? Haar agent slaagde er niet in om die te vinden en uiteindelijk nam ze zelf contact op met deze en gene. En toen was er ineens een uitgever die toehapte, die begreep dat er een markt was voor haar amusante en tegelijk venijnige verhalen, met veel seks, die overigens weinig expliciet wordt beschreven.
De laatste 20 jaar van haar leven werden zo de meest succesvolle. Ze cultiveerde het imago van een vrijgevochten vrouw die wist waar Abraham de mosterd haalt. Getuige de volgende, door Markham uit de mond van haar kleindochter Katharine opgetekende anekdote. Niet lang nadat ze, ver in de 80 inmiddels, verhuisd was raakte het toilet verstopt. De te hulp geroepen loodgieter wist dat probleem snel op te lossen door een stel condooms uit de afvoer te vissen. ‘Het heeft niks met u van doen mevrouw Siepmann,’ zei hij enigszins gegeneerd tegen de toekijkende Mary en haar kleindochter. Toen hij vertrokken was explodeerde Mary: ‘De brutaliteit! Hoe durft hij dat aan te nemen?’
Blijf dus vooral schrijven, maar zorg ook dat je genoeg inspiratie op doet.
* Wild Mary, Patrick Marnham, Vintage Books 2007
*****************************
Boekhandel Schimmelpennink aan de
Weteringschans in Amsterdam heeft een mooie website:
|
||||
© 2009 Frits Hoorweg | ||||
powered by CJ2 |