archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 19
Jaargang 6
17 september 2009
Bezigheden > Lopen delen printen terug
Een oefening in nederigheid Frits Hoorweg

0619BZ Arnhems meisje
Het Arnhemse meisje* waarmee ik getrouwd ben wilde een jakje hebben, iets voor bij een jurk die ze ging dragen op het trouwfeest van een vriendin. Daarvoor moesten we beslist naar haar geboortestad, die naam blijkt te hebben gemaakt op het gebied van mode.
We parkeerden de auto ‘Onderlangs’, tegenover de Hogeschool voor de Kunsten (ontwerp van Rietveld). Dat bleek nog steeds kosteloos te kunnen. Van daar liepen we naar de stad, met de (Neder)rijn aan de rechterhand. Na een paar honderd meter passeerden we het Roermondsplein, een kluwen van op- en afritten naar en van de Mandelabrug.

‘Hé, wilden die twee jokers van het Historisch Museum hier niet hun natte droom realiseren?’
’Ja, die laatste flat daar links (of was het de voorlaatste?) zou ervoor moeten wijken.’
Het valt niet mee je voor te stellen dat in deze steenwoestijn iets moois zou kunnen worden neergezet. Maar ja, voor een toparchitect is dat natuurlijk juist een uitdaging. Hier is het zelfs makkelijker dan aan de rand van Arnhem in de bossen, want daar is de natuur gezichtsbepalender dan alles wat de mens ontwerpt.
Misschien was het daarom wel een goed idee, maar het is al van de baan. De bedenkers ervan hadden vergeten dat het niet strookte met in Den Haag levende verwachtingen, met name bij Jan Marijnissen. Ze hadden wellicht een poging kunnen doen die te lijmen door hem een speciale rol voor te spiegelen in de openingsceremonie, of bij het leggen van de eerste steen. Ik stel me voor hoe hij, in passende kleding, op een vlot de Rijn af komt zakken, om bij de Mandelabrug aan land te gaan. Een goeie publiciteitsstunt ook, zelfs in China zou het waarschijnlijk de krant halen.

Vanwege het jakje gingen we eerst naar de Jansbinnensingel, die langs de rand van het eigenlijke winkelgebied loopt. De klassieke modezaken zitten daar op een rijtje, met hier en daar een schoenwinkel of een kapper er tussendoor. Wij moesten bij Assepoester feestkleding zijn. Midden in de winkel stond een dame in iets dat een trouwjurk moest worden. Iemand van de winkel was in de weer met spelden. Een andere dame (zus?) gaf commentaar en een klein kind deed pogingen de aandacht af te leiden. Wij werden naar een zijzaaltje gedirigeerd, alwaar twee jakjes werden gepast (en afgekeurd). Ondertussen zat ik op een stoel aan een tafel gefascineerd te kijken naar een grote tuil gevuld met kunstig vormgegeven snoepgoed **. Blijkbaar komen er veel kinderen in zo’n trouwjurkenwinkel: een teken des tijds.

Na deze aangrijpende ervaring hadden we behoefte even op ons zelf te zijn en dwaalden we ieder afzonderlijk door de stad. Ik liet me inspireren door een ANWB-gidsje (‘Architectuur, 30 stadswandelingen’) met tochtjes waarin, voor de verandering, de nadruk ligt op de modernere architectuur.0619BZ Arnhem De Arnhemse rondgang voert je langs: de bouwput rondom het station (die als het ontwerp van Van Berkel eenmaal gerealiseerd is vast heel mooi wordt), de Hogeschool voor de Kunsten, het Roermondsplein (de steenwoestijn onder al die op- en afritten is bewerkt door Peter Struycken, hij maakte er een golvend stenen landschap van met blauwe en witte banen), het Provinciehuis, het stadhuis, de rechtbank, het postkantoor, de koepelkerk, het Vestagebouw (van Willem Diehl) en het Musiskwartier.
Aardig allemaal, maar ja, het mooiste van Arnhem blijft toch de licht buigende Koningstraat met op de achtergrond de toren van de Eusebiuskerk, zie de afbeelding hiernaast. Het is een oude, ingekleurde pentekening van de hand van mijn schoonvader, die op zijn ouwe dag nog een zeer verdienstelijk tekenaar werd.

We troffen elkaar weer bij het café-restaurant op de kop van de Koningstraat, bij de ingang van het Musiskwartier. Schuin tegenover het terras, op de hoek van de Ketelstraat, stonden twee clowns op een kleine verhoging. Uit hun bewegingen en de reacties van de omstanders konden we afleiden dat ze commentaar gaven op het uiterlijk van de passanten en hun wijze van voortbewegen. Af en toe begon de kleinste van de twee te zingen en dan bewoog de ander ritmisch mee. De meeste mensen liepen gehaast voorbij, alleen kinderen voelden zich er blijkbaar toe aangetrokken. Tot twee keer toe hielden ze een kind in een rolstoel en zijn begeleider staande. Dan werd er hartelijk gelachen. Voor ons, op 20 meter afstand, was er niets van te verstaan, het leek wel een stomme film. Het was een aangenaam bescheiden optreden, maar professioneel oogde het niet. Geld werd er nauwelijks opgehaald. Er stond een bakje en daar werd slechts een enkele keer wat ingegooid. Ze drongen daar ook niet op aan.

Zouden het misschien die twee directeuren van het Historisch Museum zijn, vroeg ik mij af, die van hun bestuur een oefening in nederigheid voorgeschreven hebben gekregen?

* Daaronder versta ik iemand van het vrouwelijk geslacht die in Arnhem geboren is. Arnhemse meisjes is echter ook de benaming van qua substantie en smaak op krakelingen lijkende koekjes. De vorm doet aan een (mini)schoenzool denken, ik kan er ook niks aan doen. Over de geschiedenis van deze koekjes wordt u geïnformeerd op www.arnhemsemeisjes.nl .
** Als u dan toch bezig bent ga dan ook maar even naar www.arnhemsmeisje.nl , dan kunt u met eigen ogen zien aan welk snoepgoed ik me in die winkel heb zitten vergapen.
 
*****************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis?


© 2009 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Een oefening in nederigheid Frits Hoorweg
0619BZ Arnhems meisje
Het Arnhemse meisje* waarmee ik getrouwd ben wilde een jakje hebben, iets voor bij een jurk die ze ging dragen op het trouwfeest van een vriendin. Daarvoor moesten we beslist naar haar geboortestad, die naam blijkt te hebben gemaakt op het gebied van mode.
We parkeerden de auto ‘Onderlangs’, tegenover de Hogeschool voor de Kunsten (ontwerp van Rietveld). Dat bleek nog steeds kosteloos te kunnen. Van daar liepen we naar de stad, met de (Neder)rijn aan de rechterhand. Na een paar honderd meter passeerden we het Roermondsplein, een kluwen van op- en afritten naar en van de Mandelabrug.

‘Hé, wilden die twee jokers van het Historisch Museum hier niet hun natte droom realiseren?’
’Ja, die laatste flat daar links (of was het de voorlaatste?) zou ervoor moeten wijken.’
Het valt niet mee je voor te stellen dat in deze steenwoestijn iets moois zou kunnen worden neergezet. Maar ja, voor een toparchitect is dat natuurlijk juist een uitdaging. Hier is het zelfs makkelijker dan aan de rand van Arnhem in de bossen, want daar is de natuur gezichtsbepalender dan alles wat de mens ontwerpt.
Misschien was het daarom wel een goed idee, maar het is al van de baan. De bedenkers ervan hadden vergeten dat het niet strookte met in Den Haag levende verwachtingen, met name bij Jan Marijnissen. Ze hadden wellicht een poging kunnen doen die te lijmen door hem een speciale rol voor te spiegelen in de openingsceremonie, of bij het leggen van de eerste steen. Ik stel me voor hoe hij, in passende kleding, op een vlot de Rijn af komt zakken, om bij de Mandelabrug aan land te gaan. Een goeie publiciteitsstunt ook, zelfs in China zou het waarschijnlijk de krant halen.

Vanwege het jakje gingen we eerst naar de Jansbinnensingel, die langs de rand van het eigenlijke winkelgebied loopt. De klassieke modezaken zitten daar op een rijtje, met hier en daar een schoenwinkel of een kapper er tussendoor. Wij moesten bij Assepoester feestkleding zijn. Midden in de winkel stond een dame in iets dat een trouwjurk moest worden. Iemand van de winkel was in de weer met spelden. Een andere dame (zus?) gaf commentaar en een klein kind deed pogingen de aandacht af te leiden. Wij werden naar een zijzaaltje gedirigeerd, alwaar twee jakjes werden gepast (en afgekeurd). Ondertussen zat ik op een stoel aan een tafel gefascineerd te kijken naar een grote tuil gevuld met kunstig vormgegeven snoepgoed **. Blijkbaar komen er veel kinderen in zo’n trouwjurkenwinkel: een teken des tijds.

Na deze aangrijpende ervaring hadden we behoefte even op ons zelf te zijn en dwaalden we ieder afzonderlijk door de stad. Ik liet me inspireren door een ANWB-gidsje (‘Architectuur, 30 stadswandelingen’) met tochtjes waarin, voor de verandering, de nadruk ligt op de modernere architectuur.0619BZ Arnhem De Arnhemse rondgang voert je langs: de bouwput rondom het station (die als het ontwerp van Van Berkel eenmaal gerealiseerd is vast heel mooi wordt), de Hogeschool voor de Kunsten, het Roermondsplein (de steenwoestijn onder al die op- en afritten is bewerkt door Peter Struycken, hij maakte er een golvend stenen landschap van met blauwe en witte banen), het Provinciehuis, het stadhuis, de rechtbank, het postkantoor, de koepelkerk, het Vestagebouw (van Willem Diehl) en het Musiskwartier.
Aardig allemaal, maar ja, het mooiste van Arnhem blijft toch de licht buigende Koningstraat met op de achtergrond de toren van de Eusebiuskerk, zie de afbeelding hiernaast. Het is een oude, ingekleurde pentekening van de hand van mijn schoonvader, die op zijn ouwe dag nog een zeer verdienstelijk tekenaar werd.

We troffen elkaar weer bij het café-restaurant op de kop van de Koningstraat, bij de ingang van het Musiskwartier. Schuin tegenover het terras, op de hoek van de Ketelstraat, stonden twee clowns op een kleine verhoging. Uit hun bewegingen en de reacties van de omstanders konden we afleiden dat ze commentaar gaven op het uiterlijk van de passanten en hun wijze van voortbewegen. Af en toe begon de kleinste van de twee te zingen en dan bewoog de ander ritmisch mee. De meeste mensen liepen gehaast voorbij, alleen kinderen voelden zich er blijkbaar toe aangetrokken. Tot twee keer toe hielden ze een kind in een rolstoel en zijn begeleider staande. Dan werd er hartelijk gelachen. Voor ons, op 20 meter afstand, was er niets van te verstaan, het leek wel een stomme film. Het was een aangenaam bescheiden optreden, maar professioneel oogde het niet. Geld werd er nauwelijks opgehaald. Er stond een bakje en daar werd slechts een enkele keer wat ingegooid. Ze drongen daar ook niet op aan.

Zouden het misschien die twee directeuren van het Historisch Museum zijn, vroeg ik mij af, die van hun bestuur een oefening in nederigheid voorgeschreven hebben gekregen?

* Daaronder versta ik iemand van het vrouwelijk geslacht die in Arnhem geboren is. Arnhemse meisjes is echter ook de benaming van qua substantie en smaak op krakelingen lijkende koekjes. De vorm doet aan een (mini)schoenzool denken, ik kan er ook niks aan doen. Over de geschiedenis van deze koekjes wordt u geïnformeerd op www.arnhemsemeisjes.nl .
** Als u dan toch bezig bent ga dan ook maar even naar www.arnhemsmeisje.nl , dan kunt u met eigen ogen zien aan welk snoepgoed ik me in die winkel heb zitten vergapen.
 
*****************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis?
© 2009 Frits Hoorweg
powered by CJ2