archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 19 Jaargang 6 17 september 2009 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Brief uit ... | ||||
Veilig verkeer in Indonesië? | Haitze Meurs | |||
Mijn eerste ‘leermoment’ kreeg ik toen ik mocht proefrijden op zo’n motorfiets waarvan er in Indonesië miljoenen rond rijden; met een motor van 100 – 150 cc, die met gemak 100 km per uur haalt. Natuurlijk koestert elke Indonesiër de stille wens om ooit een auto te bezitten, maar tot de weinige zegeningen van armoede mag gerekend worden dat dit velen nimmer gegeven zal zijn. Het rijden in een auto vormt in meerdere opzichten een luxe. Doorgaans ben je met de motor sneller op de plek van bestemming, maar de felle zon, het opwaaiende stof en het zand dat in je poriën dringt, de giftige uitlaatgassen en de heftige regenbuien zorgen ervoor dat het geen genoegen is om per motor aan het verkeer deel te nemen. Zware motoren kom je in Indonesië vrijwel niet tegen. Alleen de happy few kan zich een dure, zware motor permitteren. De lichte motoren worden als volwaardig transportmiddel voor het hele gezin ingezet, ooit zag ik ze er met z’n vijven op zitten.
Nu het leermoment.
Proefrijden op zo’n veredelde bromfiets zou geen probleem mogen zijn, gelet op mijn achtergrond als Kreidler Florett rijder. Al na 100 meter werd ik echter ingehaald door een politiewagen en aangehouden. Ondanks m’n helm hadden ze me herkend als een buitenlander en ik vermoed zelfs dat ze hebben staan wachten op mijn proefritje. De boete werd losjes vastgesteld op 100.000 Rupiah, zo’n 10 euro toen.
De motor werd in afwachting van het geld in beslag genomen en ik kon teruglopen naar het hotel. Daar trof ik de eigenaresse van de motor. Als buitenlander verkeer je in meerdere opzichten in het nadeel in je contacten met de politie. Daar kwam ik al snel achter. Hoezo, geen Engels spreken? De eigenaresse van de motor bood me aan te helpen, mede ingegeven door de wens haar wettig bezit weer op te eisen. Ze vroeg me de 100.000 Rupiah mee te geven en stevende onbevangen af op de politie. Een stevige confrontatie volgde en niet geheel zonder succes.
Uiterst voldaan kwam ze even later terug met de mededeling dat de boete van 100k tot maar liefst 30.000 verlaagd was. Ze had er nota bene 70.000 ( 2 daglonen) van af gekregen. Wat ik merkte was dat mijn instant ‘advocate’ allerminst van plan was om deze 70.000 aan mij terug te geven. Deze golden kennelijk nu als haar beloning voor zwaar onderhandelen. Volgens haar waren ze beter aan haar besteed dan aan de politie. Nu, een aantal jaren later, ben ik zover dat de gedachte aan een vooropgezet een-tweetje met de politie mij niet helemaal vreemd voor komt.
Afgezien van links rijden, heeft het verkeer in Indonesië veel overeenkomsten met dat in Nederland: verkeersregels, het regime van rijbewijzen, APK-controles, autoverzekeringen; maar opvallend genoeg: GEEN wegenbelasting.
Enkele in het oog springende verschillen met Nederland: rood licht geldt niet voor linksaf slaan ( bij ons rechtsaf); op veel kruispunten wordt in digitale cijfers de wachttijden in seconden aangegeven. Heel handig. Een ander verschil: je haalt geen rijbewijs, maar je koopt een rijbewijs. Betaal € 40, en je bent verzekerd van een rijbewijs BE. Als je vervolgens zonder opleiding aan het verkeer durft deel te nemen dan is dat voor eigen risico.
Politiemensen kunnen zich die uitgave besparen, want niemand zal aan een politiefunctionaris vragen of hij wel in het bezit is van een rijbewijs. Wat het rijden ook beslist goedkoper maakt is dat vrijwel iedereen onverzekerd rond rijdt. Een verzekering kan men niet betalen, dus vergeet dat maar. En als men wel een verzekering heeft dan is dat met name om schade aan de eigen auto vergoed te krijgen. Zeker niet vanuit een gevoel van verantwoordelijkheid voor eventuele slachtoffers. Het gros van de Indonesiërs is gewoonweg te arm om zich om vreemden te bekommeren. (Ook de Indonesische overheid zul je niet kunnen betrappen op zorg om het lot van de burgers.) Iets dat je in het verkeer sterk terug ziet. Een ander voor laten gaan is er niet bij. Het gevolg is dat je je bij elke kruising moet invechten, waarbij de auto/motor als wapen gebruikt wordt. Dit invechten wordt begeleid door het geluid van claxons. Wanneer één hand permanent op de claxon ligt dan zal het duidelijk zijn dat er geen hand meer overblijft om de richtingaanwijzer te bedienen. Rijbanen, indien aangegeven, geven slechts een globale indicatie van de hoeveelheid auto’s die er naast elkaar kunnen rijden. Echt spannend maken de motorrijders het. Ze flitsen links en rechts om je heen, als zwermen vliegen, elk gaatje benuttend.
Indonesië is vol tegenstellingen. Tijd kost niets, overal wordt moeiteloos uren gewacht voor onzinnige zaken of gewoon uit verveling, maar niet in het verkeer. Daar wordt geracet, gejakkerd en machogedrag en bravoure getoond, alsof het leven ervan af hangt. En helaas, in teveel gevallen is dat ook zo. Zo ligt er onder Medan een klein dorpje aan de doorgaande weg (Titti Kuning, 2500 inwoners) waar elke maand één of meerdere personen het slachtoffer worden van een verkeersongeluk, op een traject van 4 km. Het verkeer is daar doodsoorzaak nummer 1, maar dat is voor de autoriteiten geen reden om er iets aan te doen. Men is niet, maar dan ook totaal niet, geïnteresseerd in veiligheid of het welzijn van de medemens. Uitsluitend de eigen positie, de eigen belangen en de eigen performance lijken te tellen.
Wat je ook ziet, geen agenten die de verkeersregels handhaven. Wel razzia’s om documenten en identiteitsbewijzen te controleren, maar onverlicht in de avond rondrijden hoort bij het eigen risico van de verkeersdeelnemers. Dat levert regelmatig spannende situaties op. Op onverlichte wegen, zonder wegmarkering, in een fiets- of motortaxi onverlicht rondrijden is de goden verzoeken. Kan het nog spannender? Jazeker. Want een groot deel van de motorrijders heeft in plaats van een rood achterlicht een schijnwerper met wit licht aangebracht. Hierdoor raak je gemakkelijk in verwarring.
Lange tijd heb ik me afgevraagd wat de functie van een rood verkeerslicht was, want vaak zag ik hele drommen met hoge snelheid het rode licht nemen. Zijn er dan bijzondere omstandigheden dat dit kan? Ja, was het antwoord. Als je haast hebt, dan rij je door, heb je geen haast dan wacht je tot het licht op groen springt.
Soms doen zich hilarische situaties voor. In Jakarta, midden op een avenue waar 6 rijen dik auto’s zich filematig voortbewogen, zag ik één enkel voertuig dat tegen het verkeer in reed. Kennelijk op weg naar een rustige plek om te keren. Opvallend was dat niemand actie ondernam om het betreffende voertuig de ruimte te geven om te keren, maar ook dat niemand uit zijn dak ging. Het verschijnsel werd gelaten geaccepteerd.
Uitlaatgassen vormen een ernstige bedreiging voor de gezondheid. In Nederland proberen we daar met roetfilters, roetmetingen en APK-controles wat aan te doen. Zo ook in Indonesië. Echter, men dient er op bedacht te zijn dat in Indonesië veel zaken gebaseerd zijn op de vorm, en niet op de inhoud.
Welk proces vindt er nu eigenlijk plaats bij een APK-controle?
Er worden keuringskosten betaald en daarvoor ontvangt men een bewijs dat de auto in goede staat verkeert en dus aan het verkeer mag deelnemen. Daar gaat het in wezen om. De autobezitter komt niet om kosten aan zijn voertuig te maken, dan wel om zijn truck een dag aan het werkproces te onttrekken. Wie draait er voor de omzetschade op? Precies! De keuringsinstantie is er niet op uit om vuile handen te maken met een daadwerkelijke keuring en rapportage. Dat kan veel simpeler: betalen en wegwezen. Iedereen blij.
Zoals vermeld storten de Indonesiërs zich zonder een gedegen rijopleiding in het verkeer. Leidt dat dan niet tot veel ongelukken? Leert men wel autorijden? Ja en nee.
De Indonesiërs zijn ware duivelskunstenaars in het verkeer! Ze rijden uitstekend.
Ze hebben ongehoord veel durf en het mag een wonder heten dat er niet veel meer ongelukken gebeuren, gelet op het feit dat geen enkele verkeersregel van toepassing lijkt te zijn, er niets gehandhaafd wordt, de auto’s doorgaans in slechte staat van onderhoud verkeren, men overwegend onverzekerd rond rijdt en motoren als bliksemschichten dwars door al het verkeer heen scheren en bovendien de wegen in een erbarmelijke staat van onderhoud verkeren.
Mag je het de bevolking kwalijk nemen dat ze de ruimte pakken die ze geboden wordt?
**********************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Barbara Muller, Katharina Kouwenhoven, Michiel Hoorweg, Hans Meijer,
J.W. Meijer, Gerbrand Muller, Willem Sloots, Noor van den Brand, Peter Schröder,
Ruurd Kunnen, Carlo van Praag, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg en anderen. |
||||
© 2009 Haitze Meurs | ||||
powered by CJ2 |