 |

Vroeger was het spannend, naar een Frans restaurant gaan. Je zat
met je broertje en zus op de achterbank in de auto op weg naar Bretagne,
en er werd niet gehaast. Je overnachtte onderweg minstens een keer
in Frankrijk in een hotel, en toen je vader nog niet doorhad, dat
als je niet van tevoren reserveerde er grote kans was dat er geen
plaats meer was in de herberg, heb je vaak rammelend van de honger
door de Michelin gids gebladerd. Om een hotel te zoeken dan, maar
je las ook de informatie over de restaurants. Sommige hadden een
ster, die er meer uitzag als een bloemetje trouwens, en sommige
zelfs twee of drie sterren! In die tijd at je gewoon ’s avonds
in het hotel, soms moest dat zelfs, anders kreeg je geen kamer.
Volgens mij hebben we toen nooit in een restaurant met een ster
gegeten, maar ik kan me van de maaltijden alleen maar verrukkingen
herinneren, terwijl ik toen nog lang niet alles lustte. Ik nam meestal
coq au vin, zacht gestoofde kippenpoten in een donkere
saus met een gladde aardappel erbij, of kip bonne femme,
dat was ook zoiets, maar dan met spekjes en doperwtjes erdoor. Mijn
broertje was nog echt klein en lustte helemaal niks, dus bestelde
mijn vader een omelet puur natuur voor hem want fines herbes
(peterselie) erdoor vond de kleine al te exotisch. En dat broertje
at tijdens het hoofdgerecht een patatje mee, met de mayonaise die
hij onder de tafel had gehouden toen de ober de voorgerechten kwam
weghalen. Ja de voorgerechten, daar ging het uiteindelijk om! Aan
het eind van de dag in de auto had ik meestal al visioenen van mijn
lievelings entree: oeufs durs au mayonnaise. Het recept
is zo kort, dat hierna de herinneringen aan de vakanties in Frankrijk
nog even doorgaan.
Eieren met mayonaise.
Per persoon een ei hardkoken (10 minuten), pellen en halveren. De
helften met de bolle kant boven op een gekleurd bordje leggen.
Dan er een scheut mayonaise
overheen gieten, zelfgemaakt of een merk ZONDER suiker (Devos en
Lemmens, Hellmann’s, of in de categorie natuurwinkels Vetara,
heel erg lekker) met een mespuntje mosterd erdoorheen.
Een beetje peterselie, desnoods uit de diepvries eroverheen strooien
en afhankelijk van de kleur van het bordje er een blaadje sla of
plakje tomaat bijleggen. Dit alleen voor de versiering, het is verder
nergens voor nodig.
Stukje stokbrood erbij,
klaar.
Te simpel? Waarom? Als je honger hebt, bestaat er nauwelijks iets
lekkerders.
En dan verder met Frankrijk. Tussen de middag gingen we picknicken,
maar als het slecht weer was at je ook dan in een restaurant. Je
had dan meestal nog niet zo’n honger omdat je bij het ontbijt
chocolat chaud had gedronken, maar het was toch een feest.
Meestal begon de maaltijd met een onduidelijk maar verrukkelijk
soepje, waarvan ik pas later heb ontdekt wat de ingrediënten
waren – aardappel, prei en een andere groente (de bereidingswijze
van de variant met waterkers zie in het archief van De Leunstoel
nr. 1/0 “Wie heeft er nou geen draaizeef”). Deze potage
werd op het handgeschreven menu niet aangekondigd, die kreeg je
ongevraagd. Dan kwam er een voorgerechtje, bijvoorbeeld een salade
de tomates, inhoudende een tomaat in ragfijne plakjes gesneden
met een vinaigrette eroverheen. Daarna het voor mij minst opwindende
gedeelte, het hoofdgerecht, en daarna voor je ouders kaas en voor
de kinderen een flan of mousse au chocolat. Later
toen ik echt van eten begon te houden, werd het steeds leuker -
in Frankrijk in een restaurant eten. Begin jaren zestig voor het
eerst aubergine gegeten in Arles, gegratineerd met kaas en in Normandië
mijn eerste mossel geprobeerd.
Veel later ging ik met vriend en een ander stel de Michelin sterren
uitproberen. Het gekke is dat ik me heel weinig bijzondere gerechten
kan herinneren, ja een homard a la crème in het
noorden en een puree van artisjok in het zuiden. Wel veel knipmessende
obers en dure wijnen, en een mooi uitzicht over wijngaarden en de
Gironde, dat was in Bouliac bij ‘Le St-James’ in de
Bordeaux. Zeker een omweg waard, vooral als je van Bordeaux houdt.
Natuurlijk is het mooi dat er mensen zijn die steeds iets nieuws
uitproberen maar bij koks met sterren komen daar toch wel vaak truffels
en tarbot aan te pas, of wat er nu weer in de mode is aan dure ingrediënten.
Al zeggen ze altijd dat ze dat juist niet doen en het liefst met
knolselderij en linzen werken. Over Nederlandse restaurants met
sterren hebben we het nog niet eens gehad. Ik blijf vanavond lekker
thuis!

|
 |