archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 13
Jaargang 6
30 april 2009
Bezigheden > Te water delen printen terug
Heldere commando's geven Katharina Kouwenhoven

0613BZ Olifanten
Omdat zich bij mij op de hoek al bijna 100 jaar een roeivereniging bevond, besloot ik begin jaren tachtig dat ik daar misschien maar eens gebruik van moest maken. Roeien is gezond en op het water kan het heel fijn zijn en het botenhuis van de vereniging beschikte bovendien over een schitterend terras aan het water.

Het bleek heel wat voeten in de aarde te hebben voordat je zelfstandig mocht roeien. Eerst moest je allerlei brevetten halen, te beginnen met een stuurdiploma. Dit moest onder leiding van een competent medelid geoefend worden, samen met vier andere aspirant roeiers. Ik vond dit allemaal wat veel gevraagd maar besloot om een paar kennissen op te porren, zodat we ons gezamenlijk aan konden melden voor ons eerste oefenprogramma, dat onder leiding stond van een 'coach' in opleiding. Zij tuimelde de eerste keer de beste keer dat ze probeerde in te stappen pardoes de boot in en kwam zodoende op de bodem terecht. Dat is een doodzonde, die je met veel misbaar wordt ingepeperd. Ze heeft meteen van verdere deelname afgezien.

Na dat eerste fiasco hadden wij de grootste moeite om iemand te vinden die ons verder wilde bekwamen op het tijdstip dat ons het beste schikte, namelijk zondagochtend om negen uur. Het is natuurlijk vrijwilligerswerk en ik zou het ook niet gedaan hebben. Uiteindelijk werd ene Jaap bereid gevonden met ons - weer of geen weer - in de boot te stappen.
Jaap was zo'n typisch clubfenomeen. Zijn ouders waren lid en dus was hij van kindsbeen af aan de club verbonden, had er zijn echtgenote gevonden en met haar kinderen gekregen, die op hun beurt ook weer lid waren. Bovendien had hij samen met zijn vrouw een groot aandeel in de organisatie en uitvoering van de feestavonden.

Met Jaap in de boot ging het er gemoedelijk aan toe. Tussen onze onregelmatige halen door kwetterden we er lustig op los, ook als de boot vervaarlijk om zijn as begon te tollen, maar hij legde nooit de zweep erover. Tot het eerste 'examen' naderde. Daarvoor moesten we een beetje gelijkmatig roeien en vooral, onder aanvoering van een van ons als stuurvrouw, netjes aanleggen aan de steiger. Hiertoe moeten de commando's van de 'stuur' onvoorwaardelijk worden opgevolgd.
Niet iedereen bleek de gave te hebben de juiste commando's te geven. Aan de andere kant wist ook niet iedereen die commando's zonder slag of stoot op te volgen. Wij waren meer geneigd tot overleg.

Het gevolg was dat één van ons nooit een stuurbrevet heeft gehaald, maar dat hebben we niet aan de grote klok gehangen, anders hadden we het traject niet verder af kunnen maken. Een ander heeft haar brevet gehaald doordat wij eensgezind weigerden haar commando’s uit te voeren en op eigen initiatief de boot feilloos aan de steiger legden. Ogenschijnlijk waren we allemaal voor dit examen geslaagd en konden verder in een smallere boot met zo'n dunne huid, waarin het instappen zeer voorzichtig plaats moest vinden. Dit gebeurde onder leiding van een nieuwe instructeur, die ons geheel andere aanwijzingen gaf dan Jaap placht te doen. Het kwam erop neer dat Jaap het ons helemaal niet goed geleerd had. Mogelijk uit wraak.

Ondertussen was het ons wel toegestaan zelfstandig te roeien in die zware overnaadse boot, waarvan ze ook een tweepersoonsexemplaar hadden (voor één roeier en een 'stuur'). Daarin heb ik samen met de metgezel wier commando's je nooit op moest volgen en die de zestig al gepasseerd was menig avontuur beleefd. Gelukkig hebben ze bij de club nooit geweten wat wij met die boot allemaal uitspookten. We staken er het woelige en drukbevaren IJ mee over, wisten op de Amstel nipt de vrachtschepen te vermijden, kwamen volledig vast te zitten tussen een netwerk van steigers in een bocht van de Amstel, kwamen bij windkracht 12 niet los van een steiger, omdat we aan de verkeerde kant aangelegd hadden en pikten drenkelingen op uit de grachten. Op een zomeravond waren we er het Beatrixpark mee ingevaren, dat normaal altijd afgesloten was met een ijzeren balk in het water. Nu was die balk los en konden we naar binnen. Toen we er weer uit wilden, was die balk echter weer vastgemaakt. Er zat niets anders op dan die zware boot over land te slepen tot voorbij die balk en hem daar weer in het water te laten plonzen. We zakten tot onze knieën in de prut en deden het in onze broek van het lachen.

Na het volgende diploma begon de groep uit elkaar te vallen. Iemand had bezwaar tegen het krankzinnige tijdstip van onze instructie (kater!) en een ander ging trouwen. Ik bleef over met mijn bejaarde vriendin. Wij gingen gewoon verder want wij mochten nu onder begeleiding oefenen in een éénpersoonsboot. Geen skif natuurlijk, maar toch. Ook hiervoor haalden we een brevet en toen konden we er eindelijk zelfstandig op uit, ieder in een eigen boot. Elke vrijdagmiddag roeiden we naar het Kalfje op en neer en omdat ik iets sneller ging, kon ik mijn vriendin goed in de gaten houden, want je roeit achterstevoren.
Toch was ik haar een keer geheel en al uit het oog verloren. Ik roeide weer terug en nog een keer, maar ik zag haar nergens en besloot uiteindelijk maar naar het clubhuis te roeien en daar verder af te wachten.

Na een uur kwam ze aanzetten in een onherkenbare uitmonstering, een felroze joggingpak. Ze was omgeslagen en zoals het dan gaat, door een vriendelijk bootje opgepikt en bij een woonboot aan de wal gezet, met roeiboot en al, want die mag je nooit in de steek laten, al moet je het leven erbij laten. Daar had ze een warme douche en droge kleren gekregen, waarna ze weer in de roeiboot gestapt was. Niets aan de hand; zoiets kan iedereen overkomen.
Roeien is een van de prettigste manieren van bewegen. Maar ja, zo'n club, daar moet je wel een mens voor zijn. Nu roei ik alleen nog thuis op een roeimachine en mijn bejaarde vriendin, inmiddels in de tachtig, roeit helemaal niet meer.
 
***************************************
Meer over LoolsArt op www.loolsart.blogspot.com


© 2009 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Te water" -
Bezigheden > Te water
Heldere commando's geven Katharina Kouwenhoven
0613BZ Olifanten
Omdat zich bij mij op de hoek al bijna 100 jaar een roeivereniging bevond, besloot ik begin jaren tachtig dat ik daar misschien maar eens gebruik van moest maken. Roeien is gezond en op het water kan het heel fijn zijn en het botenhuis van de vereniging beschikte bovendien over een schitterend terras aan het water.

Het bleek heel wat voeten in de aarde te hebben voordat je zelfstandig mocht roeien. Eerst moest je allerlei brevetten halen, te beginnen met een stuurdiploma. Dit moest onder leiding van een competent medelid geoefend worden, samen met vier andere aspirant roeiers. Ik vond dit allemaal wat veel gevraagd maar besloot om een paar kennissen op te porren, zodat we ons gezamenlijk aan konden melden voor ons eerste oefenprogramma, dat onder leiding stond van een 'coach' in opleiding. Zij tuimelde de eerste keer de beste keer dat ze probeerde in te stappen pardoes de boot in en kwam zodoende op de bodem terecht. Dat is een doodzonde, die je met veel misbaar wordt ingepeperd. Ze heeft meteen van verdere deelname afgezien.

Na dat eerste fiasco hadden wij de grootste moeite om iemand te vinden die ons verder wilde bekwamen op het tijdstip dat ons het beste schikte, namelijk zondagochtend om negen uur. Het is natuurlijk vrijwilligerswerk en ik zou het ook niet gedaan hebben. Uiteindelijk werd ene Jaap bereid gevonden met ons - weer of geen weer - in de boot te stappen.
Jaap was zo'n typisch clubfenomeen. Zijn ouders waren lid en dus was hij van kindsbeen af aan de club verbonden, had er zijn echtgenote gevonden en met haar kinderen gekregen, die op hun beurt ook weer lid waren. Bovendien had hij samen met zijn vrouw een groot aandeel in de organisatie en uitvoering van de feestavonden.

Met Jaap in de boot ging het er gemoedelijk aan toe. Tussen onze onregelmatige halen door kwetterden we er lustig op los, ook als de boot vervaarlijk om zijn as begon te tollen, maar hij legde nooit de zweep erover. Tot het eerste 'examen' naderde. Daarvoor moesten we een beetje gelijkmatig roeien en vooral, onder aanvoering van een van ons als stuurvrouw, netjes aanleggen aan de steiger. Hiertoe moeten de commando's van de 'stuur' onvoorwaardelijk worden opgevolgd.
Niet iedereen bleek de gave te hebben de juiste commando's te geven. Aan de andere kant wist ook niet iedereen die commando's zonder slag of stoot op te volgen. Wij waren meer geneigd tot overleg.

Het gevolg was dat één van ons nooit een stuurbrevet heeft gehaald, maar dat hebben we niet aan de grote klok gehangen, anders hadden we het traject niet verder af kunnen maken. Een ander heeft haar brevet gehaald doordat wij eensgezind weigerden haar commando’s uit te voeren en op eigen initiatief de boot feilloos aan de steiger legden. Ogenschijnlijk waren we allemaal voor dit examen geslaagd en konden verder in een smallere boot met zo'n dunne huid, waarin het instappen zeer voorzichtig plaats moest vinden. Dit gebeurde onder leiding van een nieuwe instructeur, die ons geheel andere aanwijzingen gaf dan Jaap placht te doen. Het kwam erop neer dat Jaap het ons helemaal niet goed geleerd had. Mogelijk uit wraak.

Ondertussen was het ons wel toegestaan zelfstandig te roeien in die zware overnaadse boot, waarvan ze ook een tweepersoonsexemplaar hadden (voor één roeier en een 'stuur'). Daarin heb ik samen met de metgezel wier commando's je nooit op moest volgen en die de zestig al gepasseerd was menig avontuur beleefd. Gelukkig hebben ze bij de club nooit geweten wat wij met die boot allemaal uitspookten. We staken er het woelige en drukbevaren IJ mee over, wisten op de Amstel nipt de vrachtschepen te vermijden, kwamen volledig vast te zitten tussen een netwerk van steigers in een bocht van de Amstel, kwamen bij windkracht 12 niet los van een steiger, omdat we aan de verkeerde kant aangelegd hadden en pikten drenkelingen op uit de grachten. Op een zomeravond waren we er het Beatrixpark mee ingevaren, dat normaal altijd afgesloten was met een ijzeren balk in het water. Nu was die balk los en konden we naar binnen. Toen we er weer uit wilden, was die balk echter weer vastgemaakt. Er zat niets anders op dan die zware boot over land te slepen tot voorbij die balk en hem daar weer in het water te laten plonzen. We zakten tot onze knieën in de prut en deden het in onze broek van het lachen.

Na het volgende diploma begon de groep uit elkaar te vallen. Iemand had bezwaar tegen het krankzinnige tijdstip van onze instructie (kater!) en een ander ging trouwen. Ik bleef over met mijn bejaarde vriendin. Wij gingen gewoon verder want wij mochten nu onder begeleiding oefenen in een éénpersoonsboot. Geen skif natuurlijk, maar toch. Ook hiervoor haalden we een brevet en toen konden we er eindelijk zelfstandig op uit, ieder in een eigen boot. Elke vrijdagmiddag roeiden we naar het Kalfje op en neer en omdat ik iets sneller ging, kon ik mijn vriendin goed in de gaten houden, want je roeit achterstevoren.
Toch was ik haar een keer geheel en al uit het oog verloren. Ik roeide weer terug en nog een keer, maar ik zag haar nergens en besloot uiteindelijk maar naar het clubhuis te roeien en daar verder af te wachten.

Na een uur kwam ze aanzetten in een onherkenbare uitmonstering, een felroze joggingpak. Ze was omgeslagen en zoals het dan gaat, door een vriendelijk bootje opgepikt en bij een woonboot aan de wal gezet, met roeiboot en al, want die mag je nooit in de steek laten, al moet je het leven erbij laten. Daar had ze een warme douche en droge kleren gekregen, waarna ze weer in de roeiboot gestapt was. Niets aan de hand; zoiets kan iedereen overkomen.
Roeien is een van de prettigste manieren van bewegen. Maar ja, zo'n club, daar moet je wel een mens voor zijn. Nu roei ik alleen nog thuis op een roeimachine en mijn bejaarde vriendin, inmiddels in de tachtig, roeit helemaal niet meer.
 
***************************************
Meer over LoolsArt op www.loolsart.blogspot.com
© 2009 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2