archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 11 Jaargang 6 26 maart 2009 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Galerie | ||||
Een land van mooie prenten | Peter Schröder | |||
Hier (plaatje 1) zien we koningin Astrid der Belgen in 1932 voor de trappen van het koninklijk kasteel Stuyvenberg. De vorstin, prinses van oa. Zweden, gehuwd met koning Leopold III, zit op haar hurken bij een prachtige speelgoed racewagen waarin haar dochter Joséphine Charlotte (geboren 1927) en haar zoon Boudewijn (geboren 1930). Opa Albert I valt 2 jaar later van een rots en sterft, Astrid overlijdt in 1935 bij een auto ongeluk in Zwitserland. Joséphine Charlotte wordt groothertogin van Luxemburg en Boudewijn is van 1951 tot 1993 koning der Belgen. Het plaatje doet bij velen een bel rinkelen vanwege de prachtige, speelgoed raceauto die door tekenaar Georges Remi, beter bekend als Hergé (1907-1983), in zijn Kuifje Album Het Zwarte Goud wordt nagetekend als speelgoed van de deugniet Abdullah, het verwende zoontje van Sjeik Omar Ben Salad (een Marolleske verhaspeling van Sla).
België heeft een rijke traditie aan schilders van wereldformaat. Wat mij betreft is De val van Icarus van de Belg Pieter Brueghel de Oude (ca. 1520-1569) een van de mooiste schilderijen aller tijden. Voor twee van de bekendere Belgische beeldende kunstenaars, Hergé en René Magritte (1898-1967) wordt dit jaar een eigen museum geopend; resp. in Louvain la Neuve (ingericht door Joost Swarte) en in Brussel aan het Koningsplein. Magritte (we houden het kort) werkte oorspronkelijk als reclametekenaar, liep meestal op sloffen en droeg liefst een colbert. Hij nam de kijker vaak met vindingrijke optische illusies bij de neus en gaf die effecten (zoals dat in plaatje 2) een grote vanzelfsprekendheid mee.
Hergé (we houden het kort) was een zeer begenadigde kunstenaar die met een zelfde doeltreffendheid als Magritte werkte. Ondanks zijn omvangrijke en indrukwekkende oeuvre voelde hij zich geen kunstenaar, zeg maar gerust: niet zo goed als een echte kunstenaar. Ik weet dat uit de eerste hand want ik heb hem met William Rothuizen in 1973 nog geïnterviewd voor HP Magazine (zie plaatje 3, foto van Steye Raviez). Misverstand! Een van de grootmeesters van de Beeldende Kunst denkt dat hij er niet bij hoort.
Na het gesprek met Hergé stuurde hij een Nieuwjaarskaart met een luxe versie van De Slag bij Zileheroum (een Marolleske verhaspeling van Zielsverhuizing, naar een miniatuur uit de XVe eeuw gelicht uit het Album De Scepter van Ottokar, plaatje 4). Hergé was zich zeer bewust van de kunstgeschiedenis van zijn vaderland en wist dat de Europese kunst van de miniatuurschildering in de eerste helft van de 16e eeuw met de Gents-Brugse school zijn hoogtepunt bereikte. Kenmerkend in de miniaturen uit die school was (overeenkomst met Hergé) de hoge mate van natuurgetrouwheid die met een vanzelfsprekende verbeeldingskracht werd neergezet. Kijk naar het landleven in het Golfboek zoals geschilderd door Simon Bening (1483-1561) op prentje 5.
België als schildersland, er is veel te veel om op te noemen. We hebben het nog in de verste verte niet gehad over: Rik Wouters, De Smedts, Leon Spilliaert, Georges Lemmen en Edgard Tytgat.
**********************************
Abonneer u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php |
||||
© 2009 Peter Schröder | ||||
powered by CJ2 |