archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 6
Jaargang 6
15 januari 2009
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
2009, het jaar van Calvijn Peter Schröder

0606BS 53.1
Gestoofde kool
Sinds de soberder tijden van zo’n 100 en 50 jaar geleden is er op aarde veel veranderd, maar sommige zaken veranderen niet. Wat blijft komt niet terug. Maar soms komt terug wat ooit verdwenen was. Het malle begrip ‘The end of history’ is nu in de vuilnisbak verdwenen, maar de tweeling ‘Beurskrach’ en ‘Depressie’ zijn grootschalig in de Kringloopwinkel aangeschaft, afgestoft en een nieuw leven begonnen. Oude actualiteit van het kapitalisme, daarbij past een oude kaart die de boodschap weergeeft: winst komt terecht in de zakken van private personen (ondernemers?), het verlies wordt in rekening gebracht bij het publiek (de burgers/ belastingbetalers/ gewone mannen m/v.). Op kaart 1a twee heren met hun krant, de linker leest ‘La petite Republique’, de rechter 'Le Moniteur Financier’, het opschrift luidt: ‘Les Antitheses'? – Capitaliste et Socialiste’. De linker (sic!) is de socialist, hij draagt niet de voorgeschreven Pet maar een hoedje, is behoorlijk netjes gekleed (ook een strikdas) en zit enigszins moroos voor zich uit te staren. Laten we aannemen dat hij zich afvraagt: ‘Wie heeft mij deze kool gestoofd?’ De rechter zit er warmpjes bij in een keurige mantel, handschoenen, het hoofd bekroond met een Hoge Hoed (zoals bekend een bewaarplaats van trucs). Rechts lijkt zich toch minder behaaglijk te voelen bij Links. Zou hij denken: ‘Het wordt nu uitkijken geblazen?’ Niet helemaal duidelijk. De kaart werd in september 1906 verstuurd naar juffrouw Delzmann, 33 rue Pigalle (oh la la!) in Parijs. Onleesbaar heeft op de kaart geschreven: Geef de huurder .... (onleesbaar), hartelijke groeten, onleesbaar.

Recycling
In de jaren 60 verkocht De Bijenkorf nieuwe trendy, laten we zeggen, ‘interieur accessoires’. De inkopers waren langs geweest bij bedrijven die bontgekleurde sculpturen van aardewerk en porselein maakten (in de vorm van bijv. vazen, beelden van mensen en honden) voor de Meyes & Höwelers, Ninaber van Eybens en Hoyings en hadden een gat in de markt gezien. Lever ons die menagerie, maar dan zonder al dat polychrome schilderwerk, wij willen eerlijk, wit spul, dat past bij moderne mensen in een strakke tijd. En nog goedkoper ook! Groot succes.
In die tijd woonde ik in Amsterdam naast de kerk van Onze-Lieve Vrouw van de Allerheiligste Rozenkrans, (vandaag bekend als Jac. Obrechtkerk) een uitbundige schepping van architect Jos Cuypers (zoon van Pierre), voltooid in 1911. Toen ik er in 1963 kwam wonen stond op zondag de omgeving overvol geparkeerd met duurdere auto’s van kerkgangers, maar aan het einde van de jaren 60 waren er nog maar 50 gelovigen over.
Er kwam een nieuwe pastoor die (tijdgeest) de kerk (foeilelijk) wilde afbreken en er een multifunctioneel bouwsel (waarin een minieme kapel) voor in de plaats wilde zetten. Het leek een uitvoerbaar plan, maar pastoor en bestuur talmden iets te lang (het hielp niet echt dat de geruchtmakende notaris annex O.G. zwendelaar Mr. Josje Slis-Stroom in het bestuur zat) en belandden in een tijd met alweer een nieuwe geest. U raadt het al: buurtcomités op hun achterste benen, geen sprake van de sloop van een uniek monument, alternatieve voorstellen voor speels gebruik van de onafzienbare ruimte in het gebouw, buurtarchitecten aan het tekenen, deelraden aan het denken en uiteindelijk restauratie.

Kleur bekennen
Wat wordt er bewaard? Een monument in de bloemrijk classicistische RK emancipatiestijl van rond de eeuwwisseling (de tijd waarin Nederland werd bezaaid met opvallende RK kerken). De kerk was foeilelijk maar werd nu markant en karakteristiek. Voor de jeugdige lezers: jullie kennen die kale (eerlijke, witte) interieurs van de oudste Nederlandse kerken (zo prachtig te zien op de schilderijen van Pieter Saenredam) als oorspronkelijke en authentieke binnenhuisarchitectuur. Toch zien ‘onze’ kerken er pas zo eerlijk uit sinds (de minder beschaafde achterban van) de Calvinistische kerkhervormers aan de macht kwam(en) en bij de beeldenstormen van de godsdiensttwisten uit de 80 jarige oorlog0606BS 53.2 niet alleen de RK gelovigen en hun beelden de kerken uitwerkten, maar de kerkgebouwen ook ging(en) herinrichten met soberder (functionele?) binnenhuisarchitectuur (strak en goedkoper). Daarvoor waren de kerkinterieurs inclusief de heiligenbeelden polychroom beschilderd overeenkomstig de kleurrijke versie van het geloof in hemel en hel van die tijdgeest.
Ook de buitenkant van kerken en kathedralen die we alleen maar kennen in hun karakteristieke uitvoering van ongeverfd natuursteen, werd oorspronkelijk opgeleverd in een bonte beschildering. Nu we het er toch over hebben: ook die prachtige marmeren zuilen en beelden uit het Oude Griekenland werden toentertijd beschilderd. In die tijden weinig gevoel voor onze (moderne, traditionele, tijdloze) sobere esthetiek van puur & structuur.

Het spoor terug
De bouwmeesters van de Nederlandse RK kerkengolf die rond de vorige eeuwwisseling woedde schiepen niet alleen geloofshuizen, maar ook classicistische kantoorgebouwen, stations en musea. Pierre Cuypers, vader van Jos, bouwde in deze stijl ook het Rijksmuseum in Amsterdam (opgeleverd in 1885), bijgenaamd De kathedraal. Hebben we nog een Rijksmuseum Amsterdam? Ja en nee. Sinds 2003 is het een voornamelijk gesloten inrichting die wordt verbouwd. Zijn ze dan nu die polychrome beschilderingen van de zalen eindelijk met eerlijke witte latexverf aan het oververven? Eindelijk die kakelbonte decors weggepoetst die een ongestoorde aanblik van De Nachtwacht zo in de wegzaten? Nee, dat was al veel eerder gebeurd. Wat er nu (in ieder geval tot 2013, directie, minister, stadsdeelraad, ieder gremium heeft recht op zijn eigen vertragingstactieken) getimmerd, gezaagd, gemetseld en geverfd wordt, gebeurt in het kader van een proces dat afkoerst op: Een internationaal toonaangevend museum, geschikt voor een miljoenenpubliek, gehuisvest in een mooi transparant gebouw dat het architectonische concept van Pierre Cuypers doet herleven. Begrijpt u? Na al dat verstoppertje spelen is nu het devies: Verder met Cuypers! .Beter kan deze eigentijdse aanpak eigenlijk niet worden verwoord.

Scoop!
De Leunstoel is er trots op voor zijn lezers al een tipje te kunnen oplichten van de sluier die de verbouwing nu nog over het museum ligt. Kijk u naar kaart 2a, Amsterdam. Rijksmuseum Porceleinzaal, het is Pierre Cuypers tot in de kleinste details. Geen plekje zonder beschildering! Wat een werk! Ambachtelijk werk! Wat een mooie vitrines! Wat een sierlijke meubels! Alleen De Nachtwacht kunnen we hier nog niet ontdekken. Geduld lieve lezers, de directie heeft beloofd dat de collecties schilderijen, kunstnijverheid en historische voorwerpen niet meer in aparte zalen te zien zullen zijn, maar gezellig bij elkaar in ‘historisch verband’, zullen we maar zeggen. Dus De Nachtwacht tussen het kristal en de bijbehorende balpoottafels en stoelen, met misschien wel die schedel vol diamanten op het nachtkastje. De kaart werd in november 1907 verstuurd naar Mejuffrouw Marie Jacqueline Lundia in de Berberisstraat te Den Haag (dat is de Oostelijke Bloemen en Bomenbuurt). De kaart werd verstuurd door Helène.
Ik ga de dagen tellen tot de heropening van het Rijksmuseum. En voor wie zich zorgen maakt over de vertraging meldt de Website: Latere oplevering brengt extra kosten met zich maar deze worden geheel afgedekt omdat ook de nieuwe huur later ingaat. Per saldo blijft het project daarom binnen het gestelde budgettaire kader.

Begrijpend rekenen
Boekhoudkundige tovenarij? Doen die aannemers het voor Monopoly-geld? Doe gek! Ze werken al die extra jaren binnen het budgettaire kader van een niet museale begroting, laten we zeggen de ‘algemene middelen’, die net zo goed bij de burger/ belastingbetaler/ gewone man in rekening worden gebracht.
Natuurlijk helemaal niet onlogisch: strak, sober en eerlijk zijn goedkoop. Ambachtelijke kleurtjes, decoratie en ornamentiek kosten wel even wat meer. Maar dan heb je ook wat moois in huis. Ook in 2009, het jaar van Calvijn.


© 2009 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
2009, het jaar van Calvijn Peter Schröder
0606BS 53.1
Gestoofde kool
Sinds de soberder tijden van zo’n 100 en 50 jaar geleden is er op aarde veel veranderd, maar sommige zaken veranderen niet. Wat blijft komt niet terug. Maar soms komt terug wat ooit verdwenen was. Het malle begrip ‘The end of history’ is nu in de vuilnisbak verdwenen, maar de tweeling ‘Beurskrach’ en ‘Depressie’ zijn grootschalig in de Kringloopwinkel aangeschaft, afgestoft en een nieuw leven begonnen. Oude actualiteit van het kapitalisme, daarbij past een oude kaart die de boodschap weergeeft: winst komt terecht in de zakken van private personen (ondernemers?), het verlies wordt in rekening gebracht bij het publiek (de burgers/ belastingbetalers/ gewone mannen m/v.). Op kaart 1a twee heren met hun krant, de linker leest ‘La petite Republique’, de rechter 'Le Moniteur Financier’, het opschrift luidt: ‘Les Antitheses'? – Capitaliste et Socialiste’. De linker (sic!) is de socialist, hij draagt niet de voorgeschreven Pet maar een hoedje, is behoorlijk netjes gekleed (ook een strikdas) en zit enigszins moroos voor zich uit te staren. Laten we aannemen dat hij zich afvraagt: ‘Wie heeft mij deze kool gestoofd?’ De rechter zit er warmpjes bij in een keurige mantel, handschoenen, het hoofd bekroond met een Hoge Hoed (zoals bekend een bewaarplaats van trucs). Rechts lijkt zich toch minder behaaglijk te voelen bij Links. Zou hij denken: ‘Het wordt nu uitkijken geblazen?’ Niet helemaal duidelijk. De kaart werd in september 1906 verstuurd naar juffrouw Delzmann, 33 rue Pigalle (oh la la!) in Parijs. Onleesbaar heeft op de kaart geschreven: Geef de huurder .... (onleesbaar), hartelijke groeten, onleesbaar.

Recycling
In de jaren 60 verkocht De Bijenkorf nieuwe trendy, laten we zeggen, ‘interieur accessoires’. De inkopers waren langs geweest bij bedrijven die bontgekleurde sculpturen van aardewerk en porselein maakten (in de vorm van bijv. vazen, beelden van mensen en honden) voor de Meyes & Höwelers, Ninaber van Eybens en Hoyings en hadden een gat in de markt gezien. Lever ons die menagerie, maar dan zonder al dat polychrome schilderwerk, wij willen eerlijk, wit spul, dat past bij moderne mensen in een strakke tijd. En nog goedkoper ook! Groot succes.
In die tijd woonde ik in Amsterdam naast de kerk van Onze-Lieve Vrouw van de Allerheiligste Rozenkrans, (vandaag bekend als Jac. Obrechtkerk) een uitbundige schepping van architect Jos Cuypers (zoon van Pierre), voltooid in 1911. Toen ik er in 1963 kwam wonen stond op zondag de omgeving overvol geparkeerd met duurdere auto’s van kerkgangers, maar aan het einde van de jaren 60 waren er nog maar 50 gelovigen over.
Er kwam een nieuwe pastoor die (tijdgeest) de kerk (foeilelijk) wilde afbreken en er een multifunctioneel bouwsel (waarin een minieme kapel) voor in de plaats wilde zetten. Het leek een uitvoerbaar plan, maar pastoor en bestuur talmden iets te lang (het hielp niet echt dat de geruchtmakende notaris annex O.G. zwendelaar Mr. Josje Slis-Stroom in het bestuur zat) en belandden in een tijd met alweer een nieuwe geest. U raadt het al: buurtcomités op hun achterste benen, geen sprake van de sloop van een uniek monument, alternatieve voorstellen voor speels gebruik van de onafzienbare ruimte in het gebouw, buurtarchitecten aan het tekenen, deelraden aan het denken en uiteindelijk restauratie.

Kleur bekennen
Wat wordt er bewaard? Een monument in de bloemrijk classicistische RK emancipatiestijl van rond de eeuwwisseling (de tijd waarin Nederland werd bezaaid met opvallende RK kerken). De kerk was foeilelijk maar werd nu markant en karakteristiek. Voor de jeugdige lezers: jullie kennen die kale (eerlijke, witte) interieurs van de oudste Nederlandse kerken (zo prachtig te zien op de schilderijen van Pieter Saenredam) als oorspronkelijke en authentieke binnenhuisarchitectuur. Toch zien ‘onze’ kerken er pas zo eerlijk uit sinds (de minder beschaafde achterban van) de Calvinistische kerkhervormers aan de macht kwam(en) en bij de beeldenstormen van de godsdiensttwisten uit de 80 jarige oorlog0606BS 53.2 niet alleen de RK gelovigen en hun beelden de kerken uitwerkten, maar de kerkgebouwen ook ging(en) herinrichten met soberder (functionele?) binnenhuisarchitectuur (strak en goedkoper). Daarvoor waren de kerkinterieurs inclusief de heiligenbeelden polychroom beschilderd overeenkomstig de kleurrijke versie van het geloof in hemel en hel van die tijdgeest.
Ook de buitenkant van kerken en kathedralen die we alleen maar kennen in hun karakteristieke uitvoering van ongeverfd natuursteen, werd oorspronkelijk opgeleverd in een bonte beschildering. Nu we het er toch over hebben: ook die prachtige marmeren zuilen en beelden uit het Oude Griekenland werden toentertijd beschilderd. In die tijden weinig gevoel voor onze (moderne, traditionele, tijdloze) sobere esthetiek van puur & structuur.

Het spoor terug
De bouwmeesters van de Nederlandse RK kerkengolf die rond de vorige eeuwwisseling woedde schiepen niet alleen geloofshuizen, maar ook classicistische kantoorgebouwen, stations en musea. Pierre Cuypers, vader van Jos, bouwde in deze stijl ook het Rijksmuseum in Amsterdam (opgeleverd in 1885), bijgenaamd De kathedraal. Hebben we nog een Rijksmuseum Amsterdam? Ja en nee. Sinds 2003 is het een voornamelijk gesloten inrichting die wordt verbouwd. Zijn ze dan nu die polychrome beschilderingen van de zalen eindelijk met eerlijke witte latexverf aan het oververven? Eindelijk die kakelbonte decors weggepoetst die een ongestoorde aanblik van De Nachtwacht zo in de wegzaten? Nee, dat was al veel eerder gebeurd. Wat er nu (in ieder geval tot 2013, directie, minister, stadsdeelraad, ieder gremium heeft recht op zijn eigen vertragingstactieken) getimmerd, gezaagd, gemetseld en geverfd wordt, gebeurt in het kader van een proces dat afkoerst op: Een internationaal toonaangevend museum, geschikt voor een miljoenenpubliek, gehuisvest in een mooi transparant gebouw dat het architectonische concept van Pierre Cuypers doet herleven. Begrijpt u? Na al dat verstoppertje spelen is nu het devies: Verder met Cuypers! .Beter kan deze eigentijdse aanpak eigenlijk niet worden verwoord.

Scoop!
De Leunstoel is er trots op voor zijn lezers al een tipje te kunnen oplichten van de sluier die de verbouwing nu nog over het museum ligt. Kijk u naar kaart 2a, Amsterdam. Rijksmuseum Porceleinzaal, het is Pierre Cuypers tot in de kleinste details. Geen plekje zonder beschildering! Wat een werk! Ambachtelijk werk! Wat een mooie vitrines! Wat een sierlijke meubels! Alleen De Nachtwacht kunnen we hier nog niet ontdekken. Geduld lieve lezers, de directie heeft beloofd dat de collecties schilderijen, kunstnijverheid en historische voorwerpen niet meer in aparte zalen te zien zullen zijn, maar gezellig bij elkaar in ‘historisch verband’, zullen we maar zeggen. Dus De Nachtwacht tussen het kristal en de bijbehorende balpoottafels en stoelen, met misschien wel die schedel vol diamanten op het nachtkastje. De kaart werd in november 1907 verstuurd naar Mejuffrouw Marie Jacqueline Lundia in de Berberisstraat te Den Haag (dat is de Oostelijke Bloemen en Bomenbuurt). De kaart werd verstuurd door Helène.
Ik ga de dagen tellen tot de heropening van het Rijksmuseum. En voor wie zich zorgen maakt over de vertraging meldt de Website: Latere oplevering brengt extra kosten met zich maar deze worden geheel afgedekt omdat ook de nieuwe huur later ingaat. Per saldo blijft het project daarom binnen het gestelde budgettaire kader.

Begrijpend rekenen
Boekhoudkundige tovenarij? Doen die aannemers het voor Monopoly-geld? Doe gek! Ze werken al die extra jaren binnen het budgettaire kader van een niet museale begroting, laten we zeggen de ‘algemene middelen’, die net zo goed bij de burger/ belastingbetaler/ gewone man in rekening worden gebracht.
Natuurlijk helemaal niet onlogisch: strak, sober en eerlijk zijn goedkoop. Ambachtelijke kleurtjes, decoratie en ornamentiek kosten wel even wat meer. Maar dan heb je ook wat moois in huis. Ook in 2009, het jaar van Calvijn.
© 2009 Peter Schröder
powered by CJ2