archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 19 Jaargang 5 11 september 2008 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Bij ons in de straat | ||||
Speciale huisjes | Steye Raviez | |||
Piet Hein Eekhuis
Ik kon me gelukkig prijzen. Mocht me enige tijd verbeelden eigenaar te zijn van het oorspronkelijk als tuinhuis dienende bouwwerkje van de ontwerper en toegepast kunstenaar Piet Hein Eek. Dat prachtige staaltje houten constructiebouw had op IJburg een voorlopige standplaats gekregen. Het had zijn dienst gedaan op de Floriade en mocht worden afgedankt en met pensioen. Uitblazen op IJburg. Heerlijk.
Daar ik vaak via het Diemerpark mijn ronde deed met de hond zag ik hoe het huisje langzaam maar zeker aan verval ten gronde dreigte te gaan. Het deed zo op het oog slechts dienst als opslagplaats. Glurend door de aangetaste ramen kon ik een in elkaar geknutselde kano zien liggen, een primitief geval van spaanplaat. Wat nog wel goed te bewonderen viel was de inventieve balkenconstructie die het huis zijn charme wist te geven. Mijn fantasie sloeg bij die eerste aanblik direct op hol. Ik zag mijzelf al staan in een galerieruimte of dacht de uitbater van een theehuisje te kunnen worden. Kortom, een fascinatie was geboren. Ik zocht uit wie er iets over te vertellen had en kwam uit bij een architectenbureau op de IJburglaan die het beheer over dat eigenaardige Eekhuisje voerde. Ik vroeg of er een mogelijkheid bestond tot aankoop. Jawel zei de woordvoerder, u mag het voor een symbolisch bedrag hebben. Laten we zeggen 1 euro. Er is echter wel een voorwaarde aan verbonden. U zult het op eigen kosten moeten verplaatsen. Binnenkort gaat op dat stuk van IJburg gebouwd worden en zal het, als het niet verdwenen is, tegen de vlakte moeten. Dan gaat het verloren en dat is zonde.
Ik sprak af dat ik een optie kreeg en voor die ene euro enige tijd de eigenaar werd en zou blijven als ik erin wist te slagen het huis af te breken en elders een plaatsje vond het weer op te bouwen. Mijn optie van twee maanden verliep zonder dat ik erin slaagde elders een plek te vinden waar het permanent zou kunnen blijven staan. Het meest gedurfde plannetje werd het te transporteren naar de voormalige NDSM werf en het daar, met behulp van een bevriende kunstenaar, in een van de grote loodsen weer op te bouwen, maar dat geniale plannetje liep in de soep nadat ik het prijskaartje kreeg te horen om ervoor te zorgen een huis van dergelijke omvang te laten afbreken, te vervoeren en weer op te bouwen. Dat zou makkelijk op kunnen lopen tot twintig duizend euro en helaas, dat geld bezat ik niet.
Het Blauwe Huis
Onze woning was achteraf gezien te groot, liefst vier verdiepingen en niet erg handig ingedeeld en er diende zich een opvolger aan die grif bereid was overnamekosten voor zijn rekening te nemen. Zo vertrokken we naar de IJburglaan - de hoofdstraat van IJburg op het Haveneiland - waar het appartementencomplex Castellum was gereedgekomen.
Het leek ons een verbetering, omdat er een lift was en de woning beter paste bij twee mensen. We keken uit op een grote binnenplaats waar een enigszins mysterieuze, volkomen blauw gesausde vrijstaande villa stond, die zo aan de fantasie van Yves Klein kon zijn ontsproten. Yves Klein was een Franse kunstenaar die uitsluitend in diep ultramarijn blauw werkte, dat hij I.K.B. noemde (International Klein Blue) en die onder meer experimenteerde met pinceau vivant (levend penseel) waarbij hij, zowel op doek als op papier, in blauwe verf gedompelde naakte modellen afdrukte. Een villa blauw verven was een kolfje naar zijn hand geweest.
Het hardblauwe bouwwerk dat te midden van koopwoningen en huurwoningen velen verbaasd de wenkbrauwen deed fronsen, bleek voor een periode van vier jaar onderdak te gaan bieden aan een heel scala van binnen- en buitenlandse kunstenaars. Het was een aan alle kanten gesubsidieerd project van Jeanne van Heeswijk, in samenwerking met een tweetal andere kunstenaars.
Ze nodigden collega-kunstenaars uit die daar een tijdelijk onderkomen kregen en als tegenprestatie een of ander kunstzinnig project begonnen. In die periode betrokken we onze woning in het pas opgeleverde Castellum. Vanaf de tweede verdieping hadden we een uitstekend zicht op de villa en zo werd ik getuige van een flink aantal van die kunstuitingen.
Het artistieke volkje ontfermde zich over de villa, maar er was ook een bescheiden gemeenschappelijke ruimte voor omwonenden. Je werd er op een kopje koffie of thee vergast en je kon de tijd doden door de voorraad kranten en tijdschriften door te nemen. Er kwamen workshops en een bijzonder spontane bloemiste mocht een dag in de week haar waar aan de man brengen, in de vorm van origineel samengestelde en daardoor prachtig ogende boeketten.
Dat was Nicoline Koek, die kunsthistorica was en vanwege het sombere perspectief in haar vakgebied niet aan de bak had kunnen komen. Ze had besloten niet bij de pakken neer te zitten. Dan maar liever de handen uit de mouwen steken door in haar stalletje voor de toegangsdeur al die de fraaie bloemen en boeketten voor alleszins redelijke prijzen aan te bieden. Er ontstond de nodige bureaucratische trammelant over haar eigenzinnige initiatief omdat ze zonder een degelijke vergunning zaken deed. Ze moest haar kleurige biezen pakken. Maar ze had de smaak zo te pakken gekregen dat ze op het Steigereiland - ook op IJburg - een ruimte betrok en daar in korte tijd een echte bloemenzaak opzette. Intussen wisten die in de watten gelegde kunstenaars in sommige gevallen activiteiten te ontwikkelen die bewoners echte overlast bezorgden. Zo was er het zes maanden durende project van de Franse kunstenaar Hervé Paraponaris die het bizarre plan bedacht om de gehele villa te laten omringen door een uit metalen buizen bestaande stellage, zoals veelal in de steigerbouw wordt toegepast. Hij gaf het de titel 'Pump Up The Blue' mee. Het hele pand werd als een cocon ingepakt, waardoor aan gevels en dak nieuwe functies konden worden toebedeeld. Wij, de bewoners van IJburg, werden uitgenodigd voorstellen in te dienen welke gedurende het project konden worden gepresenteerd.
Door de bovenste verdieping zelf te betrekken werd het voor Hervé Paraponaris mogelijk zijn door vaklui in elkaar geknutselde creatie van dichtbij te observeren, evenals de realisatie van de manifestaties. Zo kwam er een hangende tuin aan de steigerbalken. En er kwam ook een heus houten balkonnetje. En men construeerde een groot wit scherm, als onderdeel van een buitenbioscoop. Door de slechte opkomst van de gemiddelde IJburger leek het hele project geregeld op het navelstaren van een groepje vrienden en collega's van de kunstenaar.
Zinniger was de aanleg van een moestuin waar buurtbewoners, een idee van Rudy Lijters, diverse soorten groentes uit konden halen en desgewenst zelf een stukje grond konden beplanten. Helaas moest het voor de initiatiefnemer al na een paar seizoenen wel duidelijk zijn dat ook het enthousiasme voor de tuin niet bijster groot was.
Een plan om ook de omliggende gebouwen hardblauw te schilderen, werd nooit ingediend. Monochromist Yves Klein had zich er overigens niet sterk voor kunnen maken om IJburg zo internationaal op de kaart te zetten. Hij stierf al heel jong in 1962 aan een hartaanval.
(www.blauwehuis.org . De foto van het kunstwerk is gemaakt door Ramon Mosterd.)
************************************************
Steye Raviez werkt aan een boek over zijn ervaringen in IJburg. |
||||
© 2008 Steye Raviez | ||||
powered by CJ2 |