archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 16
Jaargang 5
19 juni 2008
Bezigheden > Lopen delen printen terug
Steunkousen en goudgerande brillen Frits Hoorweg

0516BZ Gouden kip
Het was warm. U bent het als u dit leest misschien alweer vergeten, maar het was erg warm begin juni. Daarom kozen we voor een bescheiden wandeling, meer een ommetje eigenlijk, over het landgoed De Schaffelaar, in Barneveld. De beschrijving vonden we in: ‘De mooiste buitenplaatsen van de Gelderse Vallei,’ van Gerrit de Graaff. Een mooi boekje met foto’s van de schrijver geïllustreerd. Bij de boekhandel in Maarn waar ik het aanschafte, kostte het maar € 10,-!*
De Schaffelaar wordt door de Barnevelders wel als kasteel aangemerkt, vanwege de torentjes en de kantelen, maar dat is het natuurlijk niet echt. Het landhuis werd pas in 1852 gebouwd naar een ontwerp van A. van Veggel. Het echte kasteel stond ooit op De Koewei achter het huidige landhuis, en is in 1800 afgebrand. De wandeling leidde ons in een wijde boog om De Koewei heen, door een park dat nog duidelijk de sporen laat zien van een ‘Frans’ ontwerp.

Bij de vijver, in een ‘Engelse’ enclave met kronkelpaden, kwamen we een kwieke, oudere dame tegen. Zij was gekleed volgens de code waar de vrouwen zich in deze streek zonder morren aan lijken te houden: een vrij lange rok of jurk (zwart in haar geval), een hoog gesloten blouse of truitje, en ‘verstandige’ schoenen. Nou ja, die schoenen had ze speciaal aangedaan voor haar vaste, dagelijkse wandeling, legde ze ons uit. Haar knieën wilden niet meer zo erg en degelijk schoeisel was daarom essentieel. Verder droeg ze ook steunkousen. Toen haar bleek dat mijn vrouw, wijs geworden door de ervaringen met haar moeder, alles van steunkousen afweet, ontwikkelde zich een intiem gesprek.

‘Nou, met dat warme weer zijn die kousen niet zo’n pretje hoor. Ik heb ook een paar waar ik het bovenstuk van heb afgeknipt, maar ja, die zijn natuurlijk niet om mee te lopen. Net had ik het er nog met ‘haar’ over. (Ze wees over haar schouder naar twee dames waar we haar mee hadden zien praten.) En zij vroeg zich af hoe die kousen zitten, en ik zeg: nou kom maar langs, ik heb nog wel een oud paar om even uit te proberen.’ Zorgelijke zinnen die overigens op montere toon werden uitgesproken. Heel interessant, als man alleen op stap krijg je dit soort dingen meestal niet te horen; of het moet zijn in een trein, waar iemand zich met zijn telefoon alleen waant.

‘Ja, ik woon daar aan de Stationsstraat, aan de zijkant van het park, in een aanleunwoning. Het is wel mooi, ja, maar vroeger woonde ik nog mooier, met m’n man, midden in het bos. Maar het werd te zwaar voor hem. Toen hebben we ons toch maar in laten schrijven. Iedereen zei al een tijdje dat we dat moesten doen, maar ik twijfelde almaar. Nu ben ik er wel tevreden mee. M’n man is inmiddels overleden. Maar ik denk toch nog wel eens terug.’
Heel even dacht ik dat ze echt zou gaan klagen. De blik in haar ogen raakte enigszins getroebleerd. Maar toen beurde ze zichzelf weer op. Haar ogen, die mooi uitkwamen achter goudgerande brillenglazen, begonnen weer te stralen.
‘Ach, het is hier ook erg mooi, hoor. En als je er elke dag komt zie je steeds iets nieuws. Kijk nou, die kleine, witte bloemetjes die op het water lijken te liggen (weegbree, vermoedelijk) als een tapijtje.’

We liepen nog een eindje samen op en namen toen afscheid. In het centrum van Barneveld zochten we de VVV op om wat informatie te bemachtigen over de geschiedenis van het dorp. Die bleek, voor zover daar bekend, niet op schrift te zijn gesteld. Bij de boekhandel waar we naar werden verwezen hadden ze op dat gebied ook niet veel bijzonders. Men leeft in Barneveld blijkbaar meer in de toekomst dan in het verleden. Die indruk wordt bevestigd door de hoeveelheid nieuwbouw die je er aantreft. Alles met een enigszins lomp karakter, meer gericht op het gemak van de toekomstige bewoner dan op de esthetische genoegens van de passant. Wel netjes overigens allemaal, tot en met de bedrijfsterreinen aan de rand van het dorp, dat is op veel plekken wel anders.

Al rondwandelend deden we nog een ontdekking. Ik had me al eens afgevraagd waar toch alle goudgerande brillen zijn gebleven. Nu heb ik het antwoord. Ze zijn in Barneveld, en omstreken, terecht gekomen. Voor oudere dames horen ze blijkbaar bij de dress-code. En ik kan u verzekeren, zo’n goudgerande bril doet het erg goed bij grijs haar en een gezicht zonder veel opsmuk!

*De schrijver heeft inmiddels al heel wat van dit soort gidsjes op zijn naam staan. Nadere informatie is te vinden op www.bdu.nl .
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl


© 2008 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Steunkousen en goudgerande brillen Frits Hoorweg
0516BZ Gouden kip
Het was warm. U bent het als u dit leest misschien alweer vergeten, maar het was erg warm begin juni. Daarom kozen we voor een bescheiden wandeling, meer een ommetje eigenlijk, over het landgoed De Schaffelaar, in Barneveld. De beschrijving vonden we in: ‘De mooiste buitenplaatsen van de Gelderse Vallei,’ van Gerrit de Graaff. Een mooi boekje met foto’s van de schrijver geïllustreerd. Bij de boekhandel in Maarn waar ik het aanschafte, kostte het maar € 10,-!*
De Schaffelaar wordt door de Barnevelders wel als kasteel aangemerkt, vanwege de torentjes en de kantelen, maar dat is het natuurlijk niet echt. Het landhuis werd pas in 1852 gebouwd naar een ontwerp van A. van Veggel. Het echte kasteel stond ooit op De Koewei achter het huidige landhuis, en is in 1800 afgebrand. De wandeling leidde ons in een wijde boog om De Koewei heen, door een park dat nog duidelijk de sporen laat zien van een ‘Frans’ ontwerp.

Bij de vijver, in een ‘Engelse’ enclave met kronkelpaden, kwamen we een kwieke, oudere dame tegen. Zij was gekleed volgens de code waar de vrouwen zich in deze streek zonder morren aan lijken te houden: een vrij lange rok of jurk (zwart in haar geval), een hoog gesloten blouse of truitje, en ‘verstandige’ schoenen. Nou ja, die schoenen had ze speciaal aangedaan voor haar vaste, dagelijkse wandeling, legde ze ons uit. Haar knieën wilden niet meer zo erg en degelijk schoeisel was daarom essentieel. Verder droeg ze ook steunkousen. Toen haar bleek dat mijn vrouw, wijs geworden door de ervaringen met haar moeder, alles van steunkousen afweet, ontwikkelde zich een intiem gesprek.

‘Nou, met dat warme weer zijn die kousen niet zo’n pretje hoor. Ik heb ook een paar waar ik het bovenstuk van heb afgeknipt, maar ja, die zijn natuurlijk niet om mee te lopen. Net had ik het er nog met ‘haar’ over. (Ze wees over haar schouder naar twee dames waar we haar mee hadden zien praten.) En zij vroeg zich af hoe die kousen zitten, en ik zeg: nou kom maar langs, ik heb nog wel een oud paar om even uit te proberen.’ Zorgelijke zinnen die overigens op montere toon werden uitgesproken. Heel interessant, als man alleen op stap krijg je dit soort dingen meestal niet te horen; of het moet zijn in een trein, waar iemand zich met zijn telefoon alleen waant.

‘Ja, ik woon daar aan de Stationsstraat, aan de zijkant van het park, in een aanleunwoning. Het is wel mooi, ja, maar vroeger woonde ik nog mooier, met m’n man, midden in het bos. Maar het werd te zwaar voor hem. Toen hebben we ons toch maar in laten schrijven. Iedereen zei al een tijdje dat we dat moesten doen, maar ik twijfelde almaar. Nu ben ik er wel tevreden mee. M’n man is inmiddels overleden. Maar ik denk toch nog wel eens terug.’
Heel even dacht ik dat ze echt zou gaan klagen. De blik in haar ogen raakte enigszins getroebleerd. Maar toen beurde ze zichzelf weer op. Haar ogen, die mooi uitkwamen achter goudgerande brillenglazen, begonnen weer te stralen.
‘Ach, het is hier ook erg mooi, hoor. En als je er elke dag komt zie je steeds iets nieuws. Kijk nou, die kleine, witte bloemetjes die op het water lijken te liggen (weegbree, vermoedelijk) als een tapijtje.’

We liepen nog een eindje samen op en namen toen afscheid. In het centrum van Barneveld zochten we de VVV op om wat informatie te bemachtigen over de geschiedenis van het dorp. Die bleek, voor zover daar bekend, niet op schrift te zijn gesteld. Bij de boekhandel waar we naar werden verwezen hadden ze op dat gebied ook niet veel bijzonders. Men leeft in Barneveld blijkbaar meer in de toekomst dan in het verleden. Die indruk wordt bevestigd door de hoeveelheid nieuwbouw die je er aantreft. Alles met een enigszins lomp karakter, meer gericht op het gemak van de toekomstige bewoner dan op de esthetische genoegens van de passant. Wel netjes overigens allemaal, tot en met de bedrijfsterreinen aan de rand van het dorp, dat is op veel plekken wel anders.

Al rondwandelend deden we nog een ontdekking. Ik had me al eens afgevraagd waar toch alle goudgerande brillen zijn gebleven. Nu heb ik het antwoord. Ze zijn in Barneveld, en omstreken, terecht gekomen. Voor oudere dames horen ze blijkbaar bij de dress-code. En ik kan u verzekeren, zo’n goudgerande bril doet het erg goed bij grijs haar en een gezicht zonder veel opsmuk!

*De schrijver heeft inmiddels al heel wat van dit soort gidsjes op zijn naam staan. Nadere informatie is te vinden op www.bdu.nl .
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl
© 2008 Frits Hoorweg
powered by CJ2