archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 15
Jaargang 5
5 juni 2008
Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Privatisering van het publieke zitgebeuren Willem Minderhout

0515BS Gedenkbank
Onze ‘opgegooglede’ fisherman’s cottage was een schot in het duister, maar blijkt een voltreffer. Het is klein, maar van alle gemakken voorzien. De kinderen hadden onmiddellijk na aankomst de DVD van ‘Life of Brian’ gevonden en zaten al snel schaterlachend in het kleine woonkamertje. Er liggen hele stapels DVD’s. Vrijwel allemaal films die het bekijken waard zijn. Ook de boekenkast is redelijk gevuld. Ik heb even zitten bladeren in Peter Ackroyd’s London: The Biography. Ackroyd kende ik alleen van naam, maar dit boek bevalt me wel. Moet ik eens een keer helemaal lezen. Het bleef gelukkig maar een paar dagen rotweer, maar je zou hier best een tijdje opgesloten kunnen zitten.

We zitten in Kingsdown, een dorpje op een steenworp afstand van Dover. Ons straatje bestaat uit allemaal kleine cottages en leidt van de weg, met een pub op de hoek (Bass op de tap), naar het keienstrand, met een pub op de hoek (met Speckled Hen op de tap). Als je de heuvel oploopt kom je bij een klein kerkje, een groot mansion house en bij een pub (met London Pride op de tap). Vanaf het strand kun je de ‘White Cliffs of Dover’ zien.

Het is een prima uitvalsbasis voor uitstapjes. Canterbury ligt dichtbij en Londen is binnen twee uur met een stoptreintje vanuit Deal bereikbaar. Het openbaar vervoer lijkt me, in weerwil van alle rampverhalen over de privatisering, goed geregeld.
 
Ik kan het natuurlijk weer niet laten om constant te kijken hoe die Britten het nou doen. Als Gemeenteraadslid ben je eigenlijk altijd op dienstreis. (En op jacht naar stukkies voor De Leunstoel, uiteraard.)
In Canterbury – aardige kathedraal daar, overigens - deed ik een goed idee op: prullenbakken met een soort asbak er bovenop waarin je je peuk kunt doven alvorens hem bij het gewone vuil te gooien. In deze tijd dat je eigenlijk alleen nog maar buiten mag roken, en bovendien je peuk niet meer op straat mag gooien, is dat een uitkomst.

Vlakbij onze cottage dacht ik langs het strand nog een goed idee op te doen. Er stond een hele rij banken, die allemaal voorzien waren van opschriften als: ‘In loving memory of aunt Edith and uncle Dick, who loved to watch the sea at King’s Down.’ Dat leek me wel wat: banken als een gedenkteken aan geliefde doden, gesponsord door de bedroefde nabestaanden. Is dat geen goed idee voor Den Haag? Het leek me ook een probaat middel tegen vandalisme. Ik heb nog wel zoveel vertrouwen in de gemiddelde vandaal dat ik denk dat zo iemand terugschrikt voor het mollen van zo’n bank. Het is toch een soort grafschennis.
 
Ik kwam daar echter van terug. Het idee is zo goed aangeslagen dat het ten onder dreigt te gaan aan zijn eigen succes. Heel de kust tussen Dover en Sandwich was volgeplempt met die banken. Verder zijn we niet geweest, maar ik kan me voorstellen dat het eiland ermee omzoomd is. Een dagje naar het strand wordt op die manier een soort bezoek aan het kerkhof. En hoe moet dat als de eerste cirkel van banken klaar is? Een tweede rij rondom Groot Brittannië?

’s Nachts droomde ik dat ik het strand probeerde te bereiken langs onafzienbare rijen banken, waartussen nabestaanden met bloemenkransen in hun handen stonden te treuren. Om bij het strand te komen moest ik als een soort hordeloper over die banken springen, maar ik zag aan de ogen van de rouwenden dat dát niet op prijs zou worden gesteld. Het viel me ook op dat er niemand op die banken zat. Je zit toch ook niet op een grafsteen? Moeizaam wringend laveerde ik tussen de rijen banken door, maar ik kwam geen stap dichter bij mijn bestemming. Steeds dook er weer een rij banken op tussen mij en het strand en ik moest er ondertussen ook nog voor zorgen dat mijn kinderen niet over de rouwkransen zouden struikelen.

Badend van het zweet werd ik wakker. Toch maar niet doen, die privatisering van het publieke zitgebeuren.
 
*******************
Beetje tot rust komen?


© 2008 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
Privatisering van het publieke zitgebeuren Willem Minderhout
0515BS Gedenkbank
Onze ‘opgegooglede’ fisherman’s cottage was een schot in het duister, maar blijkt een voltreffer. Het is klein, maar van alle gemakken voorzien. De kinderen hadden onmiddellijk na aankomst de DVD van ‘Life of Brian’ gevonden en zaten al snel schaterlachend in het kleine woonkamertje. Er liggen hele stapels DVD’s. Vrijwel allemaal films die het bekijken waard zijn. Ook de boekenkast is redelijk gevuld. Ik heb even zitten bladeren in Peter Ackroyd’s London: The Biography. Ackroyd kende ik alleen van naam, maar dit boek bevalt me wel. Moet ik eens een keer helemaal lezen. Het bleef gelukkig maar een paar dagen rotweer, maar je zou hier best een tijdje opgesloten kunnen zitten.

We zitten in Kingsdown, een dorpje op een steenworp afstand van Dover. Ons straatje bestaat uit allemaal kleine cottages en leidt van de weg, met een pub op de hoek (Bass op de tap), naar het keienstrand, met een pub op de hoek (met Speckled Hen op de tap). Als je de heuvel oploopt kom je bij een klein kerkje, een groot mansion house en bij een pub (met London Pride op de tap). Vanaf het strand kun je de ‘White Cliffs of Dover’ zien.

Het is een prima uitvalsbasis voor uitstapjes. Canterbury ligt dichtbij en Londen is binnen twee uur met een stoptreintje vanuit Deal bereikbaar. Het openbaar vervoer lijkt me, in weerwil van alle rampverhalen over de privatisering, goed geregeld.
 
Ik kan het natuurlijk weer niet laten om constant te kijken hoe die Britten het nou doen. Als Gemeenteraadslid ben je eigenlijk altijd op dienstreis. (En op jacht naar stukkies voor De Leunstoel, uiteraard.)
In Canterbury – aardige kathedraal daar, overigens - deed ik een goed idee op: prullenbakken met een soort asbak er bovenop waarin je je peuk kunt doven alvorens hem bij het gewone vuil te gooien. In deze tijd dat je eigenlijk alleen nog maar buiten mag roken, en bovendien je peuk niet meer op straat mag gooien, is dat een uitkomst.

Vlakbij onze cottage dacht ik langs het strand nog een goed idee op te doen. Er stond een hele rij banken, die allemaal voorzien waren van opschriften als: ‘In loving memory of aunt Edith and uncle Dick, who loved to watch the sea at King’s Down.’ Dat leek me wel wat: banken als een gedenkteken aan geliefde doden, gesponsord door de bedroefde nabestaanden. Is dat geen goed idee voor Den Haag? Het leek me ook een probaat middel tegen vandalisme. Ik heb nog wel zoveel vertrouwen in de gemiddelde vandaal dat ik denk dat zo iemand terugschrikt voor het mollen van zo’n bank. Het is toch een soort grafschennis.
 
Ik kwam daar echter van terug. Het idee is zo goed aangeslagen dat het ten onder dreigt te gaan aan zijn eigen succes. Heel de kust tussen Dover en Sandwich was volgeplempt met die banken. Verder zijn we niet geweest, maar ik kan me voorstellen dat het eiland ermee omzoomd is. Een dagje naar het strand wordt op die manier een soort bezoek aan het kerkhof. En hoe moet dat als de eerste cirkel van banken klaar is? Een tweede rij rondom Groot Brittannië?

’s Nachts droomde ik dat ik het strand probeerde te bereiken langs onafzienbare rijen banken, waartussen nabestaanden met bloemenkransen in hun handen stonden te treuren. Om bij het strand te komen moest ik als een soort hordeloper over die banken springen, maar ik zag aan de ogen van de rouwenden dat dát niet op prijs zou worden gesteld. Het viel me ook op dat er niemand op die banken zat. Je zit toch ook niet op een grafsteen? Moeizaam wringend laveerde ik tussen de rijen banken door, maar ik kwam geen stap dichter bij mijn bestemming. Steeds dook er weer een rij banken op tussen mij en het strand en ik moest er ondertussen ook nog voor zorgen dat mijn kinderen niet over de rouwkransen zouden struikelen.

Badend van het zweet werd ik wakker. Toch maar niet doen, die privatisering van het publieke zitgebeuren.
 
*******************
Beetje tot rust komen?
© 2008 Willem Minderhout
powered by CJ2