archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 5
10 april 2008
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Angry old men Hans Knegtmans

0512VG Berlin
Bij de Nederlandse première van Lou Reed’s Berlin werd champagne geserveerd. Lou Reed en champagne, het moet niet veel gekker worden. Al nippend blikten een paar bezoekers die in juni 2007 het gelijknamige concert live hadden bijgewoond in de Heineken Music Hal, vooruit naar de film. ‘In de Heineken Hal zag ik hem zó groot,’ zei een man in een rood windjack, en gaf met zijn duim en wijsvinger het formaat van een postzegel aan.’ Nu wil ik wel eens zien hoe Lou Reed er écht uitziet.’ Zijn gesprekspartner kende dat probleem niet, omdat hij daar naar eigen zeggen op de eerste rij had gezeten. Maar hij verheugde zich op de mogelijkheid het optreden nog eens mee te maken, voor een fractie van de zeventig euro die hij indertijd had uitgegeven.

Berlin (1973) was de eerste soloplaat die ik van Reed hoorde, op de installatie van een bevriende collega. Om de een of andere reden was de Velvet Underground (opgericht door Lou Reed, John Cale, Sterling Morrison en Maureen Tucker) langs mij heen gegaan, en ook de eerste twee soloplaten van Reed had ik gemist. Maar Berlin, godallemachtig, wat een schitterende plaat was dat! De volgende dag schafte ik hem zelf aan. De plaat vertelt het verhaal van Jim en de Duitse Julia, die elkaar in Berlijn ontmoeten. Op kant 1 van de LP (CD bestond nog niet) ontluikt een liefdesrelatie, maar het geluk is geen lang leven beschoren. Met Julia blijkt geen land te bezeilen en kant 2 van de plaat staat geheel in het teken van huiselijk geweld, drugsgebruik, vreemdgaan en zelfmoord. Daar was Amerika nog niet klaar voor, en de plaat flopte spectaculair. In zijn live optredens zorgde Reed er dan ook voor dat hij niet zijn handen brandde aan deze gevoelige materie.

Pas 33 jaar later rijpte het idee om een live optreden te organiseren rond het conceptalbum. Reed maakte een deal met beeldend kunstenaar en filmmaker Julian Schnabel (Before Night Falls, The Diving Bell and theButterfly). Schnabel zou de aankleding van de show verzorgen als hij hem ook mocht verfilmen. In wezen is de verfilming nauwelijks meer dan een vakbekwame registratie van de concerten. Op de achtergrond worden beelden geprojecteerd van de hoogblonde actrice Emmanuelle Seigner, die voor Julia speelt. Seigner (vooral bekend door haar rol in The Diving Bell and the Butterfly) is in de regel heel prettig om naar te kijken maar hier leidt ze voornamelijk af. Het gaat om Reed en om zijn naaste begeleider Steve Hunter (de gitarist die ook op de LP al voor het instrumentale vuurwerk zorgde). Het tweetal wordt bijgestaan door een achtergrondkoortje, een dertigmansorkest, compleet met blazers en strijkers, en een kinderkoor.

Producer van het eerste uur Bob Ezrin heeft de oorspronkelijke orkestratie aangepast aan de eisen van deze tijd (wat die ook mogen zijn: je leest nooit dat de vierde symfonie van Gustav Mahler is aangepast aan de eisen van deze tijd). Maar verder dan een cosmetische opknapbeurt is hij gelukkig niet gegaan, en de meeste bezoekers zullen de verschillen nauwelijks opmerken.
Toch is er één belangrijk verschil met de oorspronkelijke opnamen. Zijn latere soloplaten – zoals het bekende New York – hebben een hoog parlando-gehalte. Die stijlfiguur was niet nieuw. Zelfs in zijn Velvetperiode liet Reed af en toe de melodie voor wat hij was, en sprak hij sommige strofen toonloos uit. Het was dus hoogstens een gradueel verschil, en ik kon me er niet druk om maken. Ach ja, dacht ik. Een maniertje om uit te drukken dat soms de tekst belangrijker is dan de muziek.

Geen seconde had ik er rekening mee gehouden dat Reed deze stijlfiguur ook bij de geniale muziek van Berlin zou gebruiken. Maar dat was precies wat gebeurde. En plotseling begreep ik ook de reden. Zoals van veel oudere zangers was Reed’s stembereik achteruitgegaan, met name in de hoge registers. En niet zo’n beetje! Al bij het derde nummer kon ik precies voorspellen bij welke passages hij verder in het optreden mijn favoriete songs zou maltraiteren. Caroline Says (II), over hoe zij reageert op Jims gewelduitbarstingen. The Kids, dat beschrijft hoe zij vanwege haar hoerige gedrag uit de ouderlijke macht wordt ontzet. En het lugubere The Bed, waarin zij haar polsen doorsnijdt. Zijn teruggelopen stembereik verklaart niet alleen het vele parlando maar zijn veelvuldige aanpassingen van de melodie, door een terts of een kwint lager te zingen dan op het origineel. Daar staat gelukkig heel veel moois tegenover. De ijzersterke arrangementen en het gitaarspel van Hunter en Reed zorgen nog steeds voor muziek die staat als een huis. En de professionele gedrevenheid van de meester blijft een genot om te zien.

Dus toch maar gaan kijken. De komende maanden reist de enige kopie van de film het land door. Tot 12 juni zijn achtereenvolgens Rotterdam, Enschede, Groningen, Utrecht, Eindhoven, Heerlen, Leiden, Schagen, Wageningen, Apeldoorn, Vlissingen en Maastricht aan de beurt. Waarschijnlijk volgen nog andere steden. Houd dus het programma van uw locale filmtheater goed in de gaten. En benut de tussenliggende tijd voor de aanschaf van de CD Berlin en, als u daar toch bent, de eerste vier Velvet Undergroundalbums.

Tot enkele weken terug wist ik niet beter, of Hollywoodveteraan Sidney Lumet (83) had, bij wijze van spreken natuurlijk, zijn regisseursstoel aan de wilgen gehangen. Zijn laatste film die hier werd uitgebracht, het misdaaddrama Night Falls on Manhattan, dateerde alweer uit 1997, en het was bepaald geen artistiek hoogstandje. Nu blijkt bij de verschijning van Before the Devil Knows You’re Dead dat Lumet nog allerminst met pensioen is. We kunnen in 2009 zelfs een nieuwe productie van hem tegemoet zien, Getting Out. Dat we niets van hem hoorden kwam enkel door het feit dat in Nederland geen enkele distributeur brood had gezien in een van zijn vorige drie films.

‘Before the Devil Knows You’re Dead’ laat zien dat de oude meester het vak niet verleerd is. Dat zou ook wel bizar zijn gezien de vier Oscarnominaties die hij in de categorie beste regie ontving voor respectievelijk 12 Angry Men, Dog Day Afternoon, Network en The Verdict. Allemaal klassiekers, en algemeen erkend als hoogtepunten uit de filmgeschiedenis. Net als Serpico, The Hill en The Pawnbroker, om me tot de belangrijkste te beperken. Mocht u een of meer van die films niet kennen, dan adviseer ik u eerst de DVD daarvan te huren. Want hoe verdienstelijk ‘Before the Devil Knows’ ook is, hij bereikt niet het niveau van Lumets echte toppers.

Volgens mijn huisregels valt ‘Before the Devil Knows’ in de recensiecategorie ‘bijna niet bespreekbaar’. Voor ik het weet geef ik informatie weg die u op eigen gelegenheid – in de bioscoop dus – zou moeten vergaren. Nu, op hoop van zegen. Andy en Frank zijn broers die je beiden met een gerust hart als loser mag bestempelen. Andy bezwendelt het bedrijf waarvan hij boekhouder is en de dommige Frank kan zijn alimentatie niet betalen, tot groeiende woede van zijn ex. Dan bedenkt Andy het geniale plan om een juwelier te beroven. Niet zo’n gigant als Tiffany maar een kleine zelfstandige die minder goed beveiligd is en waar minder personeel de klanten bespiedt.

De overval gaat niet als gepland en vervolgens krijgen we, geholpen door een precieze datering, uitvoerig te zien wat aan de overval vooraf is gegaan en wat de consequenties zijn voor de betrokkenen. Op de cast valt vrijwel niets aan te merken. Dat Ethan Hawke als de domme Frank de kijker tot wanhoop brengt hoort bij zijn rol. Net als de irritante superioriteit die Philip Seymour Hoffman zich aanmeet als Andy, het ‘brein’ van de overval. Albert Finney speelt de rol van vader van dit schorem met de allure die we van hem gewend zijn en Marisa Tomei is voor haar doen ongewoon sexy als Andy’s seksueel gefrustreerde echtgenote.

De belangrijkste tekortkomingen van de film zijn de nogal abrupte accentverschuiving van misdaadverhaal naar familiedrama en de ontknoping die volstrekt over the top is. De oplettende kijker ziet de bui al hangen, gegeven dat beide broers zich dusdanig in de nesten hebben gewerkt dat het bijna onmogelijk was een minder overdadig slotakkoord te bedenken. Niemand valt zich een buil aan Before the Devil Knows You’re Dead. Maar u moet er niet heen gaan met de verwachting, weer eens ‘de oude Lumet’ te zien. Reken op een bovenmodale misdaadfilm, die stukken beter is dan de piefpafpoef-actie waarop de commerciële tv-zenders u trakteren.
 
**********************************************
‘Springveren, het beste uit de leunstoel,’ is te koop.
Luister op die site naar ‘De mannenpil,’ een van de bijdragen,
voorgelezen door Maeve van der Steen.
Of ga naar de boekhandel, ISBN 978 90 5972 195 1 .


© 2008 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Angry old men Hans Knegtmans
0512VG Berlin
Bij de Nederlandse première van Lou Reed’s Berlin werd champagne geserveerd. Lou Reed en champagne, het moet niet veel gekker worden. Al nippend blikten een paar bezoekers die in juni 2007 het gelijknamige concert live hadden bijgewoond in de Heineken Music Hal, vooruit naar de film. ‘In de Heineken Hal zag ik hem zó groot,’ zei een man in een rood windjack, en gaf met zijn duim en wijsvinger het formaat van een postzegel aan.’ Nu wil ik wel eens zien hoe Lou Reed er écht uitziet.’ Zijn gesprekspartner kende dat probleem niet, omdat hij daar naar eigen zeggen op de eerste rij had gezeten. Maar hij verheugde zich op de mogelijkheid het optreden nog eens mee te maken, voor een fractie van de zeventig euro die hij indertijd had uitgegeven.

Berlin (1973) was de eerste soloplaat die ik van Reed hoorde, op de installatie van een bevriende collega. Om de een of andere reden was de Velvet Underground (opgericht door Lou Reed, John Cale, Sterling Morrison en Maureen Tucker) langs mij heen gegaan, en ook de eerste twee soloplaten van Reed had ik gemist. Maar Berlin, godallemachtig, wat een schitterende plaat was dat! De volgende dag schafte ik hem zelf aan. De plaat vertelt het verhaal van Jim en de Duitse Julia, die elkaar in Berlijn ontmoeten. Op kant 1 van de LP (CD bestond nog niet) ontluikt een liefdesrelatie, maar het geluk is geen lang leven beschoren. Met Julia blijkt geen land te bezeilen en kant 2 van de plaat staat geheel in het teken van huiselijk geweld, drugsgebruik, vreemdgaan en zelfmoord. Daar was Amerika nog niet klaar voor, en de plaat flopte spectaculair. In zijn live optredens zorgde Reed er dan ook voor dat hij niet zijn handen brandde aan deze gevoelige materie.

Pas 33 jaar later rijpte het idee om een live optreden te organiseren rond het conceptalbum. Reed maakte een deal met beeldend kunstenaar en filmmaker Julian Schnabel (Before Night Falls, The Diving Bell and theButterfly). Schnabel zou de aankleding van de show verzorgen als hij hem ook mocht verfilmen. In wezen is de verfilming nauwelijks meer dan een vakbekwame registratie van de concerten. Op de achtergrond worden beelden geprojecteerd van de hoogblonde actrice Emmanuelle Seigner, die voor Julia speelt. Seigner (vooral bekend door haar rol in The Diving Bell and the Butterfly) is in de regel heel prettig om naar te kijken maar hier leidt ze voornamelijk af. Het gaat om Reed en om zijn naaste begeleider Steve Hunter (de gitarist die ook op de LP al voor het instrumentale vuurwerk zorgde). Het tweetal wordt bijgestaan door een achtergrondkoortje, een dertigmansorkest, compleet met blazers en strijkers, en een kinderkoor.

Producer van het eerste uur Bob Ezrin heeft de oorspronkelijke orkestratie aangepast aan de eisen van deze tijd (wat die ook mogen zijn: je leest nooit dat de vierde symfonie van Gustav Mahler is aangepast aan de eisen van deze tijd). Maar verder dan een cosmetische opknapbeurt is hij gelukkig niet gegaan, en de meeste bezoekers zullen de verschillen nauwelijks opmerken.
Toch is er één belangrijk verschil met de oorspronkelijke opnamen. Zijn latere soloplaten – zoals het bekende New York – hebben een hoog parlando-gehalte. Die stijlfiguur was niet nieuw. Zelfs in zijn Velvetperiode liet Reed af en toe de melodie voor wat hij was, en sprak hij sommige strofen toonloos uit. Het was dus hoogstens een gradueel verschil, en ik kon me er niet druk om maken. Ach ja, dacht ik. Een maniertje om uit te drukken dat soms de tekst belangrijker is dan de muziek.

Geen seconde had ik er rekening mee gehouden dat Reed deze stijlfiguur ook bij de geniale muziek van Berlin zou gebruiken. Maar dat was precies wat gebeurde. En plotseling begreep ik ook de reden. Zoals van veel oudere zangers was Reed’s stembereik achteruitgegaan, met name in de hoge registers. En niet zo’n beetje! Al bij het derde nummer kon ik precies voorspellen bij welke passages hij verder in het optreden mijn favoriete songs zou maltraiteren. Caroline Says (II), over hoe zij reageert op Jims gewelduitbarstingen. The Kids, dat beschrijft hoe zij vanwege haar hoerige gedrag uit de ouderlijke macht wordt ontzet. En het lugubere The Bed, waarin zij haar polsen doorsnijdt. Zijn teruggelopen stembereik verklaart niet alleen het vele parlando maar zijn veelvuldige aanpassingen van de melodie, door een terts of een kwint lager te zingen dan op het origineel. Daar staat gelukkig heel veel moois tegenover. De ijzersterke arrangementen en het gitaarspel van Hunter en Reed zorgen nog steeds voor muziek die staat als een huis. En de professionele gedrevenheid van de meester blijft een genot om te zien.

Dus toch maar gaan kijken. De komende maanden reist de enige kopie van de film het land door. Tot 12 juni zijn achtereenvolgens Rotterdam, Enschede, Groningen, Utrecht, Eindhoven, Heerlen, Leiden, Schagen, Wageningen, Apeldoorn, Vlissingen en Maastricht aan de beurt. Waarschijnlijk volgen nog andere steden. Houd dus het programma van uw locale filmtheater goed in de gaten. En benut de tussenliggende tijd voor de aanschaf van de CD Berlin en, als u daar toch bent, de eerste vier Velvet Undergroundalbums.

Tot enkele weken terug wist ik niet beter, of Hollywoodveteraan Sidney Lumet (83) had, bij wijze van spreken natuurlijk, zijn regisseursstoel aan de wilgen gehangen. Zijn laatste film die hier werd uitgebracht, het misdaaddrama Night Falls on Manhattan, dateerde alweer uit 1997, en het was bepaald geen artistiek hoogstandje. Nu blijkt bij de verschijning van Before the Devil Knows You’re Dead dat Lumet nog allerminst met pensioen is. We kunnen in 2009 zelfs een nieuwe productie van hem tegemoet zien, Getting Out. Dat we niets van hem hoorden kwam enkel door het feit dat in Nederland geen enkele distributeur brood had gezien in een van zijn vorige drie films.

‘Before the Devil Knows You’re Dead’ laat zien dat de oude meester het vak niet verleerd is. Dat zou ook wel bizar zijn gezien de vier Oscarnominaties die hij in de categorie beste regie ontving voor respectievelijk 12 Angry Men, Dog Day Afternoon, Network en The Verdict. Allemaal klassiekers, en algemeen erkend als hoogtepunten uit de filmgeschiedenis. Net als Serpico, The Hill en The Pawnbroker, om me tot de belangrijkste te beperken. Mocht u een of meer van die films niet kennen, dan adviseer ik u eerst de DVD daarvan te huren. Want hoe verdienstelijk ‘Before the Devil Knows’ ook is, hij bereikt niet het niveau van Lumets echte toppers.

Volgens mijn huisregels valt ‘Before the Devil Knows’ in de recensiecategorie ‘bijna niet bespreekbaar’. Voor ik het weet geef ik informatie weg die u op eigen gelegenheid – in de bioscoop dus – zou moeten vergaren. Nu, op hoop van zegen. Andy en Frank zijn broers die je beiden met een gerust hart als loser mag bestempelen. Andy bezwendelt het bedrijf waarvan hij boekhouder is en de dommige Frank kan zijn alimentatie niet betalen, tot groeiende woede van zijn ex. Dan bedenkt Andy het geniale plan om een juwelier te beroven. Niet zo’n gigant als Tiffany maar een kleine zelfstandige die minder goed beveiligd is en waar minder personeel de klanten bespiedt.

De overval gaat niet als gepland en vervolgens krijgen we, geholpen door een precieze datering, uitvoerig te zien wat aan de overval vooraf is gegaan en wat de consequenties zijn voor de betrokkenen. Op de cast valt vrijwel niets aan te merken. Dat Ethan Hawke als de domme Frank de kijker tot wanhoop brengt hoort bij zijn rol. Net als de irritante superioriteit die Philip Seymour Hoffman zich aanmeet als Andy, het ‘brein’ van de overval. Albert Finney speelt de rol van vader van dit schorem met de allure die we van hem gewend zijn en Marisa Tomei is voor haar doen ongewoon sexy als Andy’s seksueel gefrustreerde echtgenote.

De belangrijkste tekortkomingen van de film zijn de nogal abrupte accentverschuiving van misdaadverhaal naar familiedrama en de ontknoping die volstrekt over the top is. De oplettende kijker ziet de bui al hangen, gegeven dat beide broers zich dusdanig in de nesten hebben gewerkt dat het bijna onmogelijk was een minder overdadig slotakkoord te bedenken. Niemand valt zich een buil aan Before the Devil Knows You’re Dead. Maar u moet er niet heen gaan met de verwachting, weer eens ‘de oude Lumet’ te zien. Reken op een bovenmodale misdaadfilm, die stukken beter is dan de piefpafpoef-actie waarop de commerciële tv-zenders u trakteren.
 
**********************************************
‘Springveren, het beste uit de leunstoel,’ is te koop.
Luister op die site naar ‘De mannenpil,’ een van de bijdragen,
voorgelezen door Maeve van der Steen.
Of ga naar de boekhandel, ISBN 978 90 5972 195 1 .
© 2008 Hans Knegtmans
powered by CJ2