archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 5
10 april 2008
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Het begon zo mooi Theo Capel

0512BZ Tuin
Het pessimisme over het weer was dit keer ongefundeerd. Echt helder was het niet, maar het was zacht. Onderweg naar de tuin schoot me te binnen dat ik nog steeds met een kraslot in mijn binnenzak rondliep. Veel had het niet opgeleverd, maar toch. Tegen inlevering werd me een nieuw lot beloofd om zo in de loterij met vele nieten opnieuw kans te maken.
'Deze is niet meer geldig,' zei de mevrouw van de tabakshop. 'Kijk hier staat het. U had hem voor het eind van het jaar moeten aanbieden.'
Het tastte mijn humeur aan, maar niet echt. Ik had echter gewaarschuwd moeten zijn.

Op ons complex was het water weer aangesloten. Een van de medetuinders neemt elk jaar op zich om in een soort crypt af te dalen en het wieltje van de hoofdkraan open te draaien. Daarna kon ik zelf de tussenkraan opendraaien die in mijn hok voor tuingereedschap zit. Ik hoorde het water stromen en wist zeker dat het reservoir van het toilet zich aan het vullen was. Het leek er alleen meer op dat er een bron in mijn huisje was ontsprongen. Een beekje zocht zich een weg naar buiten. Binnen stond de boel blank. Er was deze winter nauwelijks vorst geweest, maar toch was mijn leiding gesprongen.

Dweilen is weer eens wat anders dan wieden, maar het gaat eerder vervelen. Eigenlijk was ik gekomen om de raamkozijnen verder in de verf te zetten. Van de verf die daarvoor was bedoeld bleek alleen nog maar een verdroogde laag in het blik over. 'Je moet verf ook omgekeerd in het blik bewaren,' was het ongevraagde advies dat ik kreeg. Denk over die zin na en je hoofd gaat bonken. Kun je verf echt omkeren? Een blik uiteraard wel, maar dat had ik nagelaten. Een optimist zou zeggen dat er zo een klus minder te doen was. De pessimist in me begon het te winnen.

Rondkijken in de tuin bracht de boodschap dat mijn rood-wit-blauwe banier van bloembollen maar heel gedeeltelijk uit zal komen. De vrees dat de rode tulpen die ik in de herfst had geplant, weggerot of opgegeten waren, bleek ten onrechte te zijn. Ze zijn aan het opkomen en hetzelfde geldt voor de blauwe druifjes die aan hun tweede seizoen beginnen. Het probleem zijn de witte hyacinten. Verleden jaar kwamen ze voor de tweede maal mooi op, met uitzondering van enkele plekken. Daar pootte ik nieuwe bollen. Die bloeien nu fraai, maar de rest laat het grotendeels afweten. Tot nu toe had ik me nooit afgevraagd hoe oud een hyacint kan worden. Van een hond weet ik dat de vuistregel luidt dat één hondejaar gelijk staat aan ongeveer vijf mensenjaren – voor volwassen exemplaren. Maar zit er in een bloembol echt maar enkele jaren leven?

Tuinieren blijkt geen bezigheid die je alleen met je handen uitvoert. Het kan geen kwaad om ook je hoofd te gebruiken. Dan had ik misschien geweten dat het Internationaal Bloembollen Centrum beplantingsproeven heeft gedaan naar de meerjarenbloei van bloembollen. Daarbij gingen ze niet over één nacht ijs. Ze kozen diverse plaatsen in diverse landen en ook nog verschillende grondsoorten. De nattige veengrond in mijn tuin blijkt dodelijk te zijn voor tulpen. Na één seizoen kun je ze afschrijven. Hyacinten gaven in het eerste jaar een mooie volle bloemtros, maar in het tweede en vooral het derde bloeiseizoen was dat fors minder. Je mag nauwelijks rekenen op een herbloei van dertig procent. Veel beter is het om na twee jaar een hele partij nieuwe hyacinten te planten.

Misnoegd begon ik zilverschoon uit te steken. Dat is een woekeraar die zich als een aardbeiplant met afleggers snel weet te verspreiden. Eigenlijk is het geen onaardig plantje, maar wel een waartegen je streng moet zijn. Hetzelfde geldt voor speenkruid dat graag veel familie om zich heen heeft.
Tussen het opkomende zilverschoon ontdekte ik opeens de bosanemonen waarvan ik vergeten was waar ik ze ook al weer had geplant. Het is een van die plantensoorten die na de bloei geheel afsterven en uitsluitend in de grond verder leven. Ze blijken onder de clethra te staan. Die struik begint ook weer uit te lopen, maar het zal tot de zomer duren voordat de witte pluimen er aan verschijnen. Tegen die tijd zijn de bosanemonen al lang weer verdwenen. Als ik nu ook nog de hacquetia terugvind, keert mijn optimisme terug. En mogen we ook eens een paar dagen zacht weer achter elkaar hebben?
 
******************************************
Boekhandel van Rossum is gevestigd aan de
Beethovenstraat 32 in Amsterdam.
Ga voor informatie naar www.boekhandelvanrossum.nl


© 2008 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Het begon zo mooi Theo Capel
0512BZ Tuin
Het pessimisme over het weer was dit keer ongefundeerd. Echt helder was het niet, maar het was zacht. Onderweg naar de tuin schoot me te binnen dat ik nog steeds met een kraslot in mijn binnenzak rondliep. Veel had het niet opgeleverd, maar toch. Tegen inlevering werd me een nieuw lot beloofd om zo in de loterij met vele nieten opnieuw kans te maken.
'Deze is niet meer geldig,' zei de mevrouw van de tabakshop. 'Kijk hier staat het. U had hem voor het eind van het jaar moeten aanbieden.'
Het tastte mijn humeur aan, maar niet echt. Ik had echter gewaarschuwd moeten zijn.

Op ons complex was het water weer aangesloten. Een van de medetuinders neemt elk jaar op zich om in een soort crypt af te dalen en het wieltje van de hoofdkraan open te draaien. Daarna kon ik zelf de tussenkraan opendraaien die in mijn hok voor tuingereedschap zit. Ik hoorde het water stromen en wist zeker dat het reservoir van het toilet zich aan het vullen was. Het leek er alleen meer op dat er een bron in mijn huisje was ontsprongen. Een beekje zocht zich een weg naar buiten. Binnen stond de boel blank. Er was deze winter nauwelijks vorst geweest, maar toch was mijn leiding gesprongen.

Dweilen is weer eens wat anders dan wieden, maar het gaat eerder vervelen. Eigenlijk was ik gekomen om de raamkozijnen verder in de verf te zetten. Van de verf die daarvoor was bedoeld bleek alleen nog maar een verdroogde laag in het blik over. 'Je moet verf ook omgekeerd in het blik bewaren,' was het ongevraagde advies dat ik kreeg. Denk over die zin na en je hoofd gaat bonken. Kun je verf echt omkeren? Een blik uiteraard wel, maar dat had ik nagelaten. Een optimist zou zeggen dat er zo een klus minder te doen was. De pessimist in me begon het te winnen.

Rondkijken in de tuin bracht de boodschap dat mijn rood-wit-blauwe banier van bloembollen maar heel gedeeltelijk uit zal komen. De vrees dat de rode tulpen die ik in de herfst had geplant, weggerot of opgegeten waren, bleek ten onrechte te zijn. Ze zijn aan het opkomen en hetzelfde geldt voor de blauwe druifjes die aan hun tweede seizoen beginnen. Het probleem zijn de witte hyacinten. Verleden jaar kwamen ze voor de tweede maal mooi op, met uitzondering van enkele plekken. Daar pootte ik nieuwe bollen. Die bloeien nu fraai, maar de rest laat het grotendeels afweten. Tot nu toe had ik me nooit afgevraagd hoe oud een hyacint kan worden. Van een hond weet ik dat de vuistregel luidt dat één hondejaar gelijk staat aan ongeveer vijf mensenjaren – voor volwassen exemplaren. Maar zit er in een bloembol echt maar enkele jaren leven?

Tuinieren blijkt geen bezigheid die je alleen met je handen uitvoert. Het kan geen kwaad om ook je hoofd te gebruiken. Dan had ik misschien geweten dat het Internationaal Bloembollen Centrum beplantingsproeven heeft gedaan naar de meerjarenbloei van bloembollen. Daarbij gingen ze niet over één nacht ijs. Ze kozen diverse plaatsen in diverse landen en ook nog verschillende grondsoorten. De nattige veengrond in mijn tuin blijkt dodelijk te zijn voor tulpen. Na één seizoen kun je ze afschrijven. Hyacinten gaven in het eerste jaar een mooie volle bloemtros, maar in het tweede en vooral het derde bloeiseizoen was dat fors minder. Je mag nauwelijks rekenen op een herbloei van dertig procent. Veel beter is het om na twee jaar een hele partij nieuwe hyacinten te planten.

Misnoegd begon ik zilverschoon uit te steken. Dat is een woekeraar die zich als een aardbeiplant met afleggers snel weet te verspreiden. Eigenlijk is het geen onaardig plantje, maar wel een waartegen je streng moet zijn. Hetzelfde geldt voor speenkruid dat graag veel familie om zich heen heeft.
Tussen het opkomende zilverschoon ontdekte ik opeens de bosanemonen waarvan ik vergeten was waar ik ze ook al weer had geplant. Het is een van die plantensoorten die na de bloei geheel afsterven en uitsluitend in de grond verder leven. Ze blijken onder de clethra te staan. Die struik begint ook weer uit te lopen, maar het zal tot de zomer duren voordat de witte pluimen er aan verschijnen. Tegen die tijd zijn de bosanemonen al lang weer verdwenen. Als ik nu ook nog de hacquetia terugvind, keert mijn optimisme terug. En mogen we ook eens een paar dagen zacht weer achter elkaar hebben?
 
******************************************
Boekhandel van Rossum is gevestigd aan de
Beethovenstraat 32 in Amsterdam.
Ga voor informatie naar www.boekhandelvanrossum.nl
© 2008 Theo Capel
powered by CJ2