archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 5
13 maart 2008
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Een man doet wat-ie moet Katharina Kouwenhoven

0510VG LitKK
‘No Country for Old Men’ is niet alleen een nieuwe, alom bekroonde film van de Coen brothers, maar natuurlijk in de eerste plaats een boek. Een boek van Cormac McCarthy (1933), auteur van een stuk of tien romans en een paar toneelstukken. Het verscheen in 2005 en was het eerste boek dat de auteur publiceerde na The Border trilogie (All the Pretty Horses, The Crossing en Cities of the Plain). Deze trilogie speelt zich geheel af in The Plains, die ontoegankelijke streek in Texas en Mexico, rondom de Mexicaanse grens en de rivier de Rio Grande. ‘No Country for Old Men,’ speelt zich af in dezelfde streek, waarin de auteur zelf woonachtig is, ademt dezelfde sfeer en er figureert eenzelfde soort personages in. Dat dit boek verfilmd is, spreekt bijna vanzelf, want het is praktisch als een filmscript geschreven.

Naar aanleiding van de film is door collega Knegtmans het verhaal van film en boek al uit de doeken gedaan. In het kort komt het erop neer dat een van de hoofdpersonen, Llewelyn Moss, een tas met veel geld vindt op een plek waar een drugstransactie heeft plaatsgevonden, met fatale afloop voor de betrokkenen. Hij neemt het geld mee, terwijl hij zich heel goed realiseert wat daar de gevolgen van zijn. 's Nachts keert hij naar de plaats van het onheil terug om een van de slachtoffers, die nog niet dood was, water te brengen. Maar dat blijkt niet meer nodig. Anderen zijn hem voor geweest. Dan begint de jacht en Moss weet hoe die af zal lopen. Moss, Vietnamveteraan en zelf jager en scherpschutter, wordt op slag van jager prooi, de prooi van Chigurh, de onfeilbare en efficiënte killer. Beiden worden op hun beurt weer achtervolgd door sheriff Bell, ook een oorlogsveteraan, maar van de Tweede Wereldoorlog.

De hoofdpersonen van Cormac McCarthy zijn doorgaans mannen van weinig woorden. Zelfreflectie is hen vreemd. We moeten ze op hun daden beoordelen. In dit boek wordt hierop een uitzondering gemaakt voor Bell, wiens reflecties door het hele boek heen geweven zijn in korte, schuin gedrukte hoofdstukjes. Deze reflectie is het gevolg van het ouder worden; hij denkt dat hij nu wel moet weten wat hem drijft, hoe de vork aan de steel zit en wat zijn leven voor betekenis heeft. Hij komt daar echter niet helemaal uit, al levert het wel interessante gedachten op en uiteindelijk een ferm besluit.
Bell zit met iemand als Chigurh in zijn maag. Chigurh is geen gewoon mens. Mensen om zeep helpen is voor hem net zo vanzelfsprekend als blaffen voor een hond en zuigen voor een stofzuiger. Volgens Bell heeft hij geen ziel. Dat betekent dat hij een machine is, een moordmachine. Chigurh is in recensies vaak aangeduid als een psychopaat, maar dat is onterecht. Hij is niet wreed, hij martelt zijn slachtoffers niet, hij is niet uit op het bevredigen van eigen lustgevoelens, hij lost een probleem op. En hij doet dat op zo'n manier, dat zijn slachtoffers niet te lijden hebben.
Het geweld in dit boek heeft dan ook geen enkele overeenkomst met dat van Tarentino of Peckinpah, zoals wel gesuggereerd is.

Bell concludeert dat het het land is dat mensen als Chigurh produceert, het gewelddadige Amerika. Het produceren van moordmachines is uiterst nuttig in oorlogstijd. En Amerika verkeert al jaren in een oorlogssituatie, in een strijd tegen vermeende externe vijanden, maar ook, volgens de journalist Ronald Brownstein in een burgeroorlog.
In oorlogen moet met geweld worden opgetreden en mogen geen vragen worden gesteld. Er speelt maar één morele kwestie: gedraagt iemand zich laf of heldhaftig. En deze kwestie speelt ook in ‘No Country for Old Men’.
Dit boek gaat niet over Goed en Kwaad, maar over Leven en Dood. Volgens de auteur is literatuur die niet over Leven en Dood gaat geen echte literatuur. Sheriff Bell vertegenwoordigt het Leven; hij is gestraft met leven na een laffe daad tijdens de Tweede Wereldoorlog, die hij hoopte te kunnen compenseren als sheriff, want een sheriff moet bereid zijn te sterven. Heldhaftig sterven in het harnas is hem echter niet gegund. Llewelyn Moss vertegenwoordigt de Dood. Voor zijn humane geste om te proberen het sterven van iemand te verlichten, moet hij boeten met zijn leven en dat van zijn vrouw. Misschien moet je zeggen dat hij beloond wordt met de dood. En Chigurh is de bemiddelaar, de man met de zeis, de onzichtbare, die zich alleen manifesteert aan zijn slachtoffers. Hij is de beul, die pijnloos de executies voltrekt.

De hoofdpersonen zijn allemaal van het type: 'a man's got to do what a man's got to do'. Daar worden verder niet veel woorden aan vuil gemaakt. Ze spreken in weinig onthullende dialogen, nogal kort aangebonden. Van een 'uitwisseling van gedachten' kun je niet spreken. Zowel Moss als Bell zijn getrouwd en uit die relaties spreekt een zekere vanzelfsprekende romantiek, al nemen ze elkaar vooral zoals ze zijn. Er zit niet veel anders op. Deze zwijgzame, vanzelfsprekende personen kunnen niet anders dan afspiegelingen zijn van de auteur, die leeft als een kluizenaar en nooit meer dan twee interviews heeft gegeven. De stijl van het boek is tamelijk direct, al zijn daar uitzonderingen op. Vooral bij de reflecties van sheriff Bell. Daar wil wel eens wat meer omhaal van woorden aan te pas komen.

Een van de fascinerendste aspecten van het boek is de rol die het landschap speelt, net als in The Border trilogie. Het is niet zo dat dat landschap uitgebreid en intensief beschreven wordt, in tegendeel. Ook daar worden eigenlijk niet eens zoveel woorden aan besteed. Toch zie je het voor je. De hitte zindert als het ware boven je boek. Dat landschap strekt zich eindeloos uit, ergens in de verte beweegt iemand zich traag voort op een paard, beneden stroomt een rivier en boven het zand en de rotsen trilt de lucht.
Als je dit boek leest, hoef je de film eigenlijk niet te zien.
 
*******************************
Lucia Jonkhoff is ontwerper en tekenaar.
Informatie op www.latsiko.nl .


© 2008 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Een man doet wat-ie moet Katharina Kouwenhoven
0510VG LitKK
‘No Country for Old Men’ is niet alleen een nieuwe, alom bekroonde film van de Coen brothers, maar natuurlijk in de eerste plaats een boek. Een boek van Cormac McCarthy (1933), auteur van een stuk of tien romans en een paar toneelstukken. Het verscheen in 2005 en was het eerste boek dat de auteur publiceerde na The Border trilogie (All the Pretty Horses, The Crossing en Cities of the Plain). Deze trilogie speelt zich geheel af in The Plains, die ontoegankelijke streek in Texas en Mexico, rondom de Mexicaanse grens en de rivier de Rio Grande. ‘No Country for Old Men,’ speelt zich af in dezelfde streek, waarin de auteur zelf woonachtig is, ademt dezelfde sfeer en er figureert eenzelfde soort personages in. Dat dit boek verfilmd is, spreekt bijna vanzelf, want het is praktisch als een filmscript geschreven.

Naar aanleiding van de film is door collega Knegtmans het verhaal van film en boek al uit de doeken gedaan. In het kort komt het erop neer dat een van de hoofdpersonen, Llewelyn Moss, een tas met veel geld vindt op een plek waar een drugstransactie heeft plaatsgevonden, met fatale afloop voor de betrokkenen. Hij neemt het geld mee, terwijl hij zich heel goed realiseert wat daar de gevolgen van zijn. 's Nachts keert hij naar de plaats van het onheil terug om een van de slachtoffers, die nog niet dood was, water te brengen. Maar dat blijkt niet meer nodig. Anderen zijn hem voor geweest. Dan begint de jacht en Moss weet hoe die af zal lopen. Moss, Vietnamveteraan en zelf jager en scherpschutter, wordt op slag van jager prooi, de prooi van Chigurh, de onfeilbare en efficiënte killer. Beiden worden op hun beurt weer achtervolgd door sheriff Bell, ook een oorlogsveteraan, maar van de Tweede Wereldoorlog.

De hoofdpersonen van Cormac McCarthy zijn doorgaans mannen van weinig woorden. Zelfreflectie is hen vreemd. We moeten ze op hun daden beoordelen. In dit boek wordt hierop een uitzondering gemaakt voor Bell, wiens reflecties door het hele boek heen geweven zijn in korte, schuin gedrukte hoofdstukjes. Deze reflectie is het gevolg van het ouder worden; hij denkt dat hij nu wel moet weten wat hem drijft, hoe de vork aan de steel zit en wat zijn leven voor betekenis heeft. Hij komt daar echter niet helemaal uit, al levert het wel interessante gedachten op en uiteindelijk een ferm besluit.
Bell zit met iemand als Chigurh in zijn maag. Chigurh is geen gewoon mens. Mensen om zeep helpen is voor hem net zo vanzelfsprekend als blaffen voor een hond en zuigen voor een stofzuiger. Volgens Bell heeft hij geen ziel. Dat betekent dat hij een machine is, een moordmachine. Chigurh is in recensies vaak aangeduid als een psychopaat, maar dat is onterecht. Hij is niet wreed, hij martelt zijn slachtoffers niet, hij is niet uit op het bevredigen van eigen lustgevoelens, hij lost een probleem op. En hij doet dat op zo'n manier, dat zijn slachtoffers niet te lijden hebben.
Het geweld in dit boek heeft dan ook geen enkele overeenkomst met dat van Tarentino of Peckinpah, zoals wel gesuggereerd is.

Bell concludeert dat het het land is dat mensen als Chigurh produceert, het gewelddadige Amerika. Het produceren van moordmachines is uiterst nuttig in oorlogstijd. En Amerika verkeert al jaren in een oorlogssituatie, in een strijd tegen vermeende externe vijanden, maar ook, volgens de journalist Ronald Brownstein in een burgeroorlog.
In oorlogen moet met geweld worden opgetreden en mogen geen vragen worden gesteld. Er speelt maar één morele kwestie: gedraagt iemand zich laf of heldhaftig. En deze kwestie speelt ook in ‘No Country for Old Men’.
Dit boek gaat niet over Goed en Kwaad, maar over Leven en Dood. Volgens de auteur is literatuur die niet over Leven en Dood gaat geen echte literatuur. Sheriff Bell vertegenwoordigt het Leven; hij is gestraft met leven na een laffe daad tijdens de Tweede Wereldoorlog, die hij hoopte te kunnen compenseren als sheriff, want een sheriff moet bereid zijn te sterven. Heldhaftig sterven in het harnas is hem echter niet gegund. Llewelyn Moss vertegenwoordigt de Dood. Voor zijn humane geste om te proberen het sterven van iemand te verlichten, moet hij boeten met zijn leven en dat van zijn vrouw. Misschien moet je zeggen dat hij beloond wordt met de dood. En Chigurh is de bemiddelaar, de man met de zeis, de onzichtbare, die zich alleen manifesteert aan zijn slachtoffers. Hij is de beul, die pijnloos de executies voltrekt.

De hoofdpersonen zijn allemaal van het type: 'a man's got to do what a man's got to do'. Daar worden verder niet veel woorden aan vuil gemaakt. Ze spreken in weinig onthullende dialogen, nogal kort aangebonden. Van een 'uitwisseling van gedachten' kun je niet spreken. Zowel Moss als Bell zijn getrouwd en uit die relaties spreekt een zekere vanzelfsprekende romantiek, al nemen ze elkaar vooral zoals ze zijn. Er zit niet veel anders op. Deze zwijgzame, vanzelfsprekende personen kunnen niet anders dan afspiegelingen zijn van de auteur, die leeft als een kluizenaar en nooit meer dan twee interviews heeft gegeven. De stijl van het boek is tamelijk direct, al zijn daar uitzonderingen op. Vooral bij de reflecties van sheriff Bell. Daar wil wel eens wat meer omhaal van woorden aan te pas komen.

Een van de fascinerendste aspecten van het boek is de rol die het landschap speelt, net als in The Border trilogie. Het is niet zo dat dat landschap uitgebreid en intensief beschreven wordt, in tegendeel. Ook daar worden eigenlijk niet eens zoveel woorden aan besteed. Toch zie je het voor je. De hitte zindert als het ware boven je boek. Dat landschap strekt zich eindeloos uit, ergens in de verte beweegt iemand zich traag voort op een paard, beneden stroomt een rivier en boven het zand en de rotsen trilt de lucht.
Als je dit boek leest, hoef je de film eigenlijk niet te zien.
 
*******************************
Lucia Jonkhoff is ontwerper en tekenaar.
Informatie op www.latsiko.nl .
© 2008 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2