archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 7
Jaargang 5
31 januari 2008
Beschouwingen > De verbazing delen printen terug
Statistiek is een lastig vak Henk Klaren

0402BS Vebazing Alg
Statistiek is een lastig vak. Ik weet er niet zo gek veel vanaf. En dat geldt voor meer mensen. Medici bijvoorbeeld. Die hebben verstand van ziekten en therapieën enzo. Daarom vond ik het wat merkwaardig dat in de discussie rond de proeven met het toedienen van probiotica aan mensen met een acute alvleesklierontsteking in de media – voor zover ik heb waargenomen – alleen medici aan het woord kwamen en geen statistici. Terwijl het probleem in statistische termen aan de oppervlakte kwam: zo’n 150 patiënten kregen probiotica toegediend en een even grote controlegroep niet; van de eerste groep overleden 24 personen en van de controlegroep ‘slechts’ 9. Opmerkelijke bijkomstigheid: het sterftepercentage van de hele groep van een kleine 300 patiënten werd normaal genoemd.
Het meest voorkomende commentaar van de geïnterviewde – medische – onderzoekers en deskundigen was, dat het haast wel op toeval moest berusten. In feite commentaar van statistische aard.

In de kennisbijlage van de Volkskrant stond wél een op statistiek gebaseerd commentaar in de column van Maarten Keulemans. Hij verwijst naar het gevaar van het gebruik van de oude ‘De Moivre-formule’. Die formule heeft iets met normaalverdelingen te maken. Volgens Howard Wainer – zegt Keulemans – is het ‘de gevaarlijkste formule ter wereld’. Waar die laatste uitspraak op neer komt is dat de combinatie van kleine populaties en zeldzame verschijnselen gemakkelijk kan leiden tot misverstanden.
Voorbeeld: gegeven 1 is een mannelijk voetbalelftal; gegeven 2 is 10% van de mannen is homoseksueel. Gevolgtrekking: één van de mannen is homoseksueel, wil de betrokkene opstaan?
Iedereen weet dat dat soort gebruik van statistiek niet helemáál correct is.
Als vele anderen moet ik zelf ook wel eens lachen om het soort sociologisch onderzoek waarin algemeen bekende waarheden worden ‘bevestigd’ door onderzoeken met belachelijk kleine steekproeven.

Het soort onderzoek als dat rond de probiotica is – geheel volgens de wetenschappelijke methode – gebaseerd op een vergelijking tussen een onderzoeksgroep en een controlegroep. Dat betekent dat het resultaat van het onderzoek wordt gevonden door een vergelijking tussen beide groepen vóór en na het experiment. Zo’n vergelijking is per definitie statistisch van aard: hoe vaak komt een verschijnsel (in dit geval sterfte) voor bij de ene groep en hoe vaak bij de andere. Het is daarbij van belang dat er aan het begin van de proef geen significante verschillen zijn in de uitgangssituatie van beide groepen. Anders gezegd: de prognoses voor beide groepen moeten gemiddeld en qua spreiding bij benadering overeenkomen. Daar bestaan eenvoudige en adequate statistische technieken voor. Ik ga er voor de discussie nu even vanuit dat die zijn toegepast. Als dat niet het geval zou zijn, dan zou het een schande zijn dat zo’n onderzoek überhaupt wordt gedaan.

De kans op toeval kan dus worden teruggebracht. Àls je in dit geval serieus denkt dat het om toeval gaat zijn de conclusies die je daaraan moet verbinden ook nogal vervelend. Stel je voor, dat het resultaat van het onderzoek tegenovergesteld zou zijn geweest. Dat had dan net zo goed toeval kunnen zijn! Maar dat commentaar zou je niet gehoord hebben. Het zou de media ook niet gehaald hebben. Welnee, hypothese is bevestigd, geef al die lui probiotica!
Nou weet ik ook wel dat dit onderzoek niet op zich stond en dat er allerlei andere studies zijn met tegengestelde resultaten. Toch vind ik het griezelig als onderzoekers onwelgevallige onderzoeksresultaten afdoen als toeval.
Het lijkt me dus wel een goed plan dat de proeven zijn stopgezet en dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg er nog eens goed naar kijkt. En betrek er dan niet alléén medici bij, maar huur ook wat statistische expertise in!


© 2008 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "De verbazing" -
Beschouwingen > De verbazing
Statistiek is een lastig vak Henk Klaren
0402BS Vebazing Alg
Statistiek is een lastig vak. Ik weet er niet zo gek veel vanaf. En dat geldt voor meer mensen. Medici bijvoorbeeld. Die hebben verstand van ziekten en therapieën enzo. Daarom vond ik het wat merkwaardig dat in de discussie rond de proeven met het toedienen van probiotica aan mensen met een acute alvleesklierontsteking in de media – voor zover ik heb waargenomen – alleen medici aan het woord kwamen en geen statistici. Terwijl het probleem in statistische termen aan de oppervlakte kwam: zo’n 150 patiënten kregen probiotica toegediend en een even grote controlegroep niet; van de eerste groep overleden 24 personen en van de controlegroep ‘slechts’ 9. Opmerkelijke bijkomstigheid: het sterftepercentage van de hele groep van een kleine 300 patiënten werd normaal genoemd.
Het meest voorkomende commentaar van de geïnterviewde – medische – onderzoekers en deskundigen was, dat het haast wel op toeval moest berusten. In feite commentaar van statistische aard.

In de kennisbijlage van de Volkskrant stond wél een op statistiek gebaseerd commentaar in de column van Maarten Keulemans. Hij verwijst naar het gevaar van het gebruik van de oude ‘De Moivre-formule’. Die formule heeft iets met normaalverdelingen te maken. Volgens Howard Wainer – zegt Keulemans – is het ‘de gevaarlijkste formule ter wereld’. Waar die laatste uitspraak op neer komt is dat de combinatie van kleine populaties en zeldzame verschijnselen gemakkelijk kan leiden tot misverstanden.
Voorbeeld: gegeven 1 is een mannelijk voetbalelftal; gegeven 2 is 10% van de mannen is homoseksueel. Gevolgtrekking: één van de mannen is homoseksueel, wil de betrokkene opstaan?
Iedereen weet dat dat soort gebruik van statistiek niet helemáál correct is.
Als vele anderen moet ik zelf ook wel eens lachen om het soort sociologisch onderzoek waarin algemeen bekende waarheden worden ‘bevestigd’ door onderzoeken met belachelijk kleine steekproeven.

Het soort onderzoek als dat rond de probiotica is – geheel volgens de wetenschappelijke methode – gebaseerd op een vergelijking tussen een onderzoeksgroep en een controlegroep. Dat betekent dat het resultaat van het onderzoek wordt gevonden door een vergelijking tussen beide groepen vóór en na het experiment. Zo’n vergelijking is per definitie statistisch van aard: hoe vaak komt een verschijnsel (in dit geval sterfte) voor bij de ene groep en hoe vaak bij de andere. Het is daarbij van belang dat er aan het begin van de proef geen significante verschillen zijn in de uitgangssituatie van beide groepen. Anders gezegd: de prognoses voor beide groepen moeten gemiddeld en qua spreiding bij benadering overeenkomen. Daar bestaan eenvoudige en adequate statistische technieken voor. Ik ga er voor de discussie nu even vanuit dat die zijn toegepast. Als dat niet het geval zou zijn, dan zou het een schande zijn dat zo’n onderzoek überhaupt wordt gedaan.

De kans op toeval kan dus worden teruggebracht. Àls je in dit geval serieus denkt dat het om toeval gaat zijn de conclusies die je daaraan moet verbinden ook nogal vervelend. Stel je voor, dat het resultaat van het onderzoek tegenovergesteld zou zijn geweest. Dat had dan net zo goed toeval kunnen zijn! Maar dat commentaar zou je niet gehoord hebben. Het zou de media ook niet gehaald hebben. Welnee, hypothese is bevestigd, geef al die lui probiotica!
Nou weet ik ook wel dat dit onderzoek niet op zich stond en dat er allerlei andere studies zijn met tegengestelde resultaten. Toch vind ik het griezelig als onderzoekers onwelgevallige onderzoeksresultaten afdoen als toeval.
Het lijkt me dus wel een goed plan dat de proeven zijn stopgezet en dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg er nog eens goed naar kijkt. En betrek er dan niet alléén medici bij, maar huur ook wat statistische expertise in!
© 2008 Henk Klaren
powered by CJ2