archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
Nummer 20 Jaargang 1 23 september 2004 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > De poëtische wereld | ||||
Nattigheid | Jaap van Lakerveld | |||
De spinnen weven overal weer webben
Het zomergroen verliest zijn frisheid al
Verkleuring nadert en de bladerval
De warmte is al langzaam weg aan ’t ebben
De zomer wijkt, verliest allengs haar greep
Het najaar toont haar eerste stormaanvallen
Geen oostenwind, geen strandweer meer, geen kwallen
Maar “herfst”, drie natte maanden in één lettergreep.
En economisch oogt het ook wat mistig
We kwakkelen in zompig Nederland
De ambtenaar verrijkt zich al te kwistig
en alles lekt en loopt hier uit de hand
JP voelt nattigheid, zijn weerstand lijkt gebroken
Het vocht trekt langzaam op, één voet is al ontstoken.
|
||||
© 2004 Jaap van Lakerveld | ||||
powered by CJ2 |