In de jaren 60 studeerde ik in Baltimore. Mijn vriendenkring bestond vrijwel uitsluitend uit studenten van de universiteit. Incidentele en vluchtige ontmoetingen met andere bevolkingsgroepen maakte mij er wel van bewust dat ik een zeer eenzijdige kijk op de Amerikaanse samenleving had opgebouwd. Toen ik weer eens verhuisde bleek er dicht bij mijn huis een kroeg te zijn waar veel gedanst werd. En daar kwam volk met een andere instelling dan op de universiteit. Ik werd er een regelmatige bezoeker, vooral omdat ik geïnteresseerd was in de manier waarop daar gedanst werd.
Mijn pogingen in Nederland dansen te leren waren tot mijn spijt hopeloos gestrand. Ik was wel naar dansles geweest, waar – oudere lezers zullen hem nog kennen – alleen plaatjes van Victor Sylvester gedraaid werden. Deze Victor (=overwinaar) heeft met afstand de prijs gewonnen voor de saaiste muziek die ooit gemaakt is. Een volstrekt inspiratieloze viool speelde afgezaagde deuntjes op een boem-boem-boem-boem ritme dat het onmogelijk maakte ooit de één te missen. Noch de deelnemende meisjes, noch de dansleraar (en ook niet de sfeerloze zaal) bood enige inspiratie. Het was zo’n dansschool die naadloos in ‘De avonden’ van van het Reve gepast zou hebben. Ja, wat waren die jaren '50 toch onverdraaglijk saai. Het resultaat van de danslessen was dan ook bedroevend en ik heb me daarna zelden op de dansvloer gewaagd; tot opluchting van de dames die ik gekend heb.
Maar in die kroeg zag ik een manier van dansen, die direct in mij opriep: ‘Dat wil ik ook’. Ze noemden die dans ‘Jive’ als ik me goed herinner.
Amerika telt meerdere klassen. Allereerst is er de rassenscheiding. Maar bij de blanken is er ook de onderste laag die ‘white trash’ genoemd wordt. De bezoekers van die kroeg waren uit de groep daar net boven. Zij hadden het min of meer gemaakt en hadden genoeg geld voor auto’s, drank en kleding. Het waren buschauffeurs, kleine winkeliers en een vaag soort handelaren. Maar uit alles was duidelijk dat ze nooit een universiteit bezocht hadden. Ik heb daar eigenlijk nooit een zinvol gesprek gevoerd. Ik kon hun ‘slang’ bijna niet verstaan in al het kabaal en ik heb ook nooit een gemeenschappelijke belangstelling gevonden. Maar dansen konden ze. Er was een bandje dat door een geweldige saxofonist tot perfect swingende muziek werd geleid. Die sax was echt fenomenaal. Zijn stijl leek op Ben Webster; tot en met diens perfecte timing en swing.
En de dansende bezoekers wisten daar perfect bij aan te sluiten. Zij hadden een sensuele uitstraling die ik nooit op feestjes van de Universiteit gezien had. Zij waren rond de 30; allen met enig overgewicht, maar zij dansten met een opvallend gemak. Alhoewel, de mannen bewogen zich bijna niet, met uitzondering van wat licht heupgewieg. Maar zij stuurden wel met een superieur gezag hun dames. Die lieten zich daardoor leiden tot opwindend heupwerk en bij vlagen duizelingwekkende passen. Al die lichamen, in een iets te strakke kleding, hadden een voor mij fascinerende sensuele uitstraling. Dat had ik nooit eerder gezien. Dat wilde ik ook! Hadden ze me dat maar op die oude dansschool geleerd….
Vlak om de hoek bij mij woonde een plezierig ogend meisje, waar je makkelijk een praatje mee kon maken. Dat deed ik dan ook in de supermarkt of gewoon op straat. Ze had een heel soepele tred, opvallend elegante bewegingen en heette Nancy. Zij moest vast goed kunnen dansen. En toen ik haar weer eens tegenkwam, bracht ik mijn wens ter sprake ook te leren jiven. Ik vertelde haar van die kroeg en dat gedans dat in Holland niet bestond, en vroeg of ze daar met mij heen wou gaan. Ze vertelde dat het net uit was met haar vriend en dat ze absoluut niet op zoek was naar een nieuw avontuur, maar ze wilde wel een avondje naar die kroeg gaan om mij een paar jivepassen te leren.
Aangekomen in de kroeg was er weer die prima muziek en die sexy dansende menigte. Ik vroeg me af of ik niet iets heel doms begonnen was. En ja hoor, we begonnen de les en na zo’n 5 minuten keek zij mij aan met een blik van : ‘Dit is hopeloos’. Ik kon haar alleen maar gelijk geven en we staakten de les. Ik wijdde mij aan de whisky en Nancy werd al meteen een veel gevraagde danspartner. Ze danste uiterst lichtvoetig, soepel en met zeer gracieuze bewegingen. Ze zweefde over de vloer. De mannen zagen al spoedig dat dit heel ander niveau en een gans andere stijl was dan wat ze gewend waren en alleen de beste dansers durfden zich uit te sloven om Nancy passend partij te geven. In ieder geval waren ze goed genoeg om Nancy een perfecte show te laten opvoeren. En gelukkig had ze er ook veel plezier in. De andere dames trokken zich geleidelijk aan terug, beseffend dat ze naast Nancy plomp en mollig leken. Ik keek ernaar en nam nog een whisky.
Al met al was deze avond de slechtst denkbare start voor nader contact tussen Nancy en mij. Toen ik Nancy naar huis bracht voelde ik me een plompe klungel die zijn verwachtingen in dit leven maar eens grondig moest terugschroeven. Tot mijn verbazing bleef Nancy op straat en in de supermarkt even open en genoeglijk als altijd. Geleidelijk aan gingen we samen uit. Zij bleek zeer in kunst geïnteresseerd en we bezochten samen tentoonstellingen en musea. Zij was lerares en echt geïnteresseerd in meer intellectuele onderwerpen. Ons contact werd wel beperkt door andere relaties waar we in verzeild waren. De wereld tussen ons, die het dansen veroorzaakt had, werd langzaam maar zeker gesloopt. Ik herinner me nog een hete middag, die we volslagen dronken beëindigden, door het drinken van veel wodka met sinaasappelsap.
Voor ik van Nancy een perfecte engel maak, moet ik toch ook iets over haar merkwaardige gedragingen vermelden. Als een gesprek tussen ons zich enigszins verdiepte was ze buitengewoon openhartig over zichzelf, haar ouders en haar broer. Ik heb die mensen nooit ontmoet, maar zou nu nog vrijwel volledig hun leven kunnen beschrijven. Waarom ze me zoveel vertelde wat ik absoluut niet hoefde te weten, is me nu nog een raadsel. Ook over haar laatste vriend vertelde ze me veel meer dan dat wilde horen.
Nancy was niet echt mooi maar haar gratie maakte het een genoegen naar haar te kijken. In die tijd zaten Amerikaanse meisjes vol make-up en gebruikten liters haarlak, waardoor hun haar als beton aanvoelde. Nancy deed daar niet aan en haar haar zag er meestal nogal onverzorgd uit: een paardenstaart waaruit op haar voorhoofd wat krulletjes ontsnapten. En hoewel ze zich zeer sociaal gedroeg, moet ze in Amerikaanse ogen toch iets onaangepast gehad hebben. Ze was toen ik haar kende 23 jaar. En in die dagen was een ongehuwd Amerikaans meisje van die leeftijd een oude vrijster. Aangezien ik vast van plan was binnenkort naar Nederland terug te keren heb ik ook nooit geprobeerd iets serieus met Nancy te beginnen. Eigenlijk kwam zo’n los-vast vriendinnetje mij heel goed uit. In Amerika heb ik nooit de neiging gehad een serieuze relatie te beginnen. Met de opleiding die ik daar volgde had ik hoogstens docent exacte vakken op een klein college in de provincie kunnen worden. En daar zou je je vrije tijd alleen aan golf, gras maaien en de hond uitlaten kunnen besteden.
Op een goede dag vertelde Nancy mij dat ze naar New York verhuisde. En kort daarna ging ik terug naar Nederland.
In Nederland raakte ik in een erg saaie en uitzichtloze relatie verzeild. Als een relatie ten einde was kon ik altijd exact analyseren wat er allemaal aan de hand was geweest en wat ik allemaal had moeten doen en laten. Maar tijdens de relatie kon ik allen maar een vaag gevoel van liefde en veel verwarring en onzekerheid opbrengen. Een half jaar na terugkomst moest ik een zakenreis naar de US maken. Ondanks mijn moeizame relatie in Nederland belde ik Nancy, had met haar een lang en stimulerend gesprek en onderbrak mijn reis voor een weekend in New York. Het werden twee fantastische dagen. Gedachtig mijn relatie in Nederland bleef ik een heel keurige jongen, maar mijn hart heeft twee dagen gebonsd. Ik herinner me nog een Chinees etentje, met fantastisch lekkere garnalen, in een eettent waar we een uur buiten moesten wachten voor er plaats was. In de lift van een van die wolkenkrabbers – met bovenop een bar met een fantastisch uitzicht over New York - omhelsden we elkaar innig, maar daar bleef het bij. Na die twee dagen reisde ik verder en, teruggekeerd, verbrak ik de gammele relatie die ik toen had.
En dan die kroeg. Een paar later was ik in Baltimore en eindigde met een paar vrienden weer in die kroeg. Alles was veranderd. De jaren zestig hadden toegeslagen. Er werd de twist gedanst en er werd een lambadawedstrijd gehouden. De vroegere bezoekers waren vervangen door studenten en meisjes in minirokjes. Ze gedroegen zich alsof ze de wereld veroverd hadden. De saxofonist was vervangen door een diskjockey, die veel onzin uitsloeg.
****************************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak bij boekhandel/galerie
Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag. Ga voor informatie
|