Enige tijd geleden keek ik met mijn zoon naar de film ‘D’Artagnan et les Trois Mousquetaires’ van Pierre Aknine. We keken er met stijgende verbazing naar en na enige tijd begon de film ons danig op de lachspieren te werken. Het ergste was niet dat de musketiers en hun tegenstanders om de haverklap als een soort ninja’s door de lucht zweefden, alhoewel dat behoorlijk stompzinnig was. Het ergste was dat d’Artagnans aartsvijandin, Lady de Winter, werd voorgesteld als een heks die alleen met behulp van allerlei ingewikkelde rituelen en nog ingewikkelder apparatuur onschadelijk gemaakt kon worden. Mijn zoon en ik wisten beter. Ik had hem net de Drie Musketiers in de vertaling van W. Scheltens voorgelezen en wij wisten hoe het echt was gegaan.
In de film gaat Lady de Winter, dan nog getrouwd met baron de Fère (die later onder de naam Athos musketier wordt), een pact met de duivel aan door haar eerst geboren kind te offeren. Haar in woede ontstoken echtgenoot hangt zijn echtgenote op terwijl een jonge d’Artagnan vanuit de bosjes toekijkt. Die lynchpartij blijkt in de film een voorwaarde te zijn om dat pact met de duivel te smeden. In het boek gaat het heel anders. De Fère hangt zijn vrouw op als hij ontdekt dat ze gebrandmerkt is, zonder ook maar een moment te vragen waarom dat het geval is. Hij laat haar voor dood achter, maar ze overleeft het.
Natuurlijk staat het de verfilmer van een boek vrij om het verhaal aan te passen aan zijn ideeën. Het is vrijwel onmogelijk om bij een pil als ‘De Drie Musketiers’ de tekst helemaal te volgen. Zoals veel negentiende-eeuwse romans schreef Dumas het in afleveringen voor een tijdschrift. Hierdoor is het enigszins onevenwichtig te noemen en is er niet altijd sprake van cinematografisch interessante actie.
Ik vroeg me af waarom Aknine de slechtheid van Lady de Winter zo had aangedikt. In het boek is zij niet bepaald een blank zieltje, maar hij vond haar blijkbaar niet slecht genoeg. En dat klopt. Eigenlijk is ze bij Dumas niet veel slechter, misschien zelfs minder slecht dan de musketiers en dat vond Aknine blijkbaar onbevredigend. Deze eeuw vraagt om duidelijke zwart-wit verhalen heeft hij waarschijnlijk gedacht. De idiote metafysische poespas van de duiveluitdrijvende Jezuïet die de musketiers in de film te hulp schiet om Milady een kopje kleiner te maken, past wel in het neo-Middeleeuwse ‘swords and sorcerers’ genre, maar heeft het iets te maken met Dumas?
Alexandre Dumas (1802 – 1870) was de zoon van een als slaaf geboren Haïtiaanse mesties, die zich later op zou werken tot een generaal tijdens de Franse revolutie. Met dat in het achterhoofd lees je ‘De Drie Musketiers’ heel anders. Zouden in het post-revolutionaire Frankrijk die vier over het paard getilde landjonkers, die om de haverklap aan het duelleren slaan en hun knechten als oud vuil behandelen, echt als helden gezien zijn? Ze zijn ontegenzeggelijk moedig, maar ook volslagen amoreel. Dat is Lady de Winter ook, maar zij heeft de pech een vrouw – zelfs een weggelopen non - te zijn. Zij wordt niet alleen door Athos - louter vanwege haar brandmerk - opgehangen, maar ook door d’Artagnan op een verschrikkelijke manier belazerd. Kardinaal de Richelieu, de man voor wie zij haar politieke intriges uitvoert – zoals de geniale manier waarop ze de (historische) moord van Felton op de perfide hertog van Buckingham beraamd - laat haar uiteindelijk vallen als een baksteen. D’Artagnan heeft geen enkele moeite om van het kamp van de Franse koningin, Anna van Oostenrijk, over te stappen naar het kamp van Richelieu en zich zelfs te verzoenen met ‘de man uit Meung’.
De vertaler, W. Scheltens, schrijft in zijn nawoord dat ‘De Drie Musketiers’ een ‘vrouwonvriendelijk boek’ is. Ik waag dat te betwijfelen. De vrouwen komen er zeer bekaaid af, dat is waar. Ik heb echter de indruk dat Dumas´eigenlijke helden de vrouwen zijn, óók Lady de Winter. Want Dumas’ vrouwen geloven ergens in. Anna van Oostenrijk gelooft in de hertog van Buckinghams liefde voor haar. Madame Bonacieux is volledig toegewijd aan Anna van Oostenrijk en d’Artagnan. Zelfs Lady de Winter, het toppunt van slechtheid, dient trouw het ‘raison d’état’ van de Kardinaal de Richelieu. En de mannen? Die vechten, zuipen en naaien zoals het uitkomt. Boys will be boys, will be boys.
Bronnen:
Alexandre Dumas, De Drie Musketiers, (vertaald door W.Scheltens), Amsterdam Atheneum – Polak & Van Gennep, 2003
Pierre Aknine, ‘D’Artagnan et les Trois Mousquetaires’, 2005.
*************************************
Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag
is weer gewoon een boekhandel!