|
|
|
|
|
|
|
archiefvorig nr.lopend nr. |
|
|
|
Nummer 14
Jaargang 21
18 april 2024 Nummer 15 verschijnt op 9 mei 2024 | |
|
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept |
delen printen
terug
|
|
|
|
|
|
|
Sprekende dieren |
Bob Frommé |
|
|
Als ze in Vlaanderen willen zeggen dat iets lang geleden is, doen ze dat zo: in de jaren stillekes, toen de dieren nog konden spreken. Als dieren nu nog spreken, doen ze dat in boeken (en films). Je hebt fabels met alleen maar sprekende dieren, zoals die van La Fontaine, en je hebt Toon Tellegen, die een muis en een egel – filosofen in dierenvel – een wandelingetje laat maken door een bos, waarbij ze op een muur stuiten die simpele maar o zo diepe gedachten bij ze oproept aangaande de grenzen van het bestaan (de muur!) en de mogelijkheden die het misschien toch te bieden heeft (de andere kant van de muur!). Conversaties tussen mens en dier zijn er ook in overvloed, in sprookjes zoals Roodkapje, met die sprekende wolf, en Genesis, met Eva en die sprekende slang.
Ik moet zeggen dat ik eigenlijk niet van zulke ‘fantastische’ dingen houd. Behalve als ik er wel van houd. Zo las ik laatst Kafka op het strand van Haruki Murakami. Dat is een ‘fantastisch’ boek dat me door al die fantastisch-heden op den duur ging tegenstaan. (Wel uitgelezen, omdat die man nu eenmaal– in die andere betekenis – fantastisch schrijft.) Maar de eerste honderd bladzijden werd ik meegesleept. Daar komt een merkwaardige man in voor die Nakata heet en die met katten kan praten. Zo heeft hij moeizame gesprekken met een zwerfkat en interessante conversaties met Mimi, die uitblinkt in elegantie omdat ze een Siamees is. Ik accepteerde dat volkomen.
Zo accepteerde ik ook de sprekende Cheshire Cat in het boek dat ik het vaakst cadeau heb gegeven, Alice in Wonderland. Een van diens uitspraken: ‘Verbeelding is het enige wapen in de oorlog tegen de werkelijkheid.’ Niemand heeft een paard ooit horen spreken, maar de manier waarop Tolstoj het oude paard Cholstomer zijn levensverhaal laat vertellen aan de kudde die hem daarvoor nog pestte, is zonder meer overtuigend. Tolstoj is dan ook een geweldenaar.
Maar de top in het genre van de sprekende dieren is toch het verhaal Tobermory van de briljante Engelse schrijver Saki (Hugh Munro, 1870-1916). Saki kan de gekste dingen laten gebeuren zonder dat je je afwendt. Zo geeft hij een saaie man die aanwezig is op een saaie bijeenkomst een krankzinnig talent mee: de man kan katten laten spreken. Hij past dat toe op de kat des huizes, Tobermory.
Tobermory zegt, daartoe uitgenodigd, wat de gastheer denkt over de intelligentie van een der aanwezigen, een vrouw. De kat richt zich tot haar en zegt: ‘Toen werd voorgesteld u ook voor deze logeerpartij te vragen, protesteerde Sir Wilfred omdat u de meest hersenloze van al zijn kennissen zou zijn, en er een groot verschil bestond tussen gastvrijheid en zwakzinnigenzorg.’
Als Tobermory op het eind dood uit de bosjes wordt gesleept, tot opluchting van allen, roept dat een schok op die niet getemperd wordt door de ogenschijnlijke absurditeit van het verhaal.
P.S. Het verhaal Tobermory is alhier te lezen:https://homepage.ntu.edu.tw/~karchung/Tobermory.pdf
P.P.S. Als Dichter des Parools heb ik ooit een sonnetje gewijd aan sprekende dieren, toen dieren het thema waren van de Gedichtendag. Dat ging zo:
Ondier
Hallo, ik ben een dier en ik kan praten Ik sta bekend als ´t schaap Veronica Wat Annie Schmidt mij voorzegt, zeg ik na Ik kan wel duizend verzen voor u blaten
Opnieuw hallo, ik ben de mier van Tellegen Ik ben Babar, gemaakt door De Brunhoff Soms ben ik lang, soms ben ik kort van stof En zeg ik niks, dan ben ik een eencellige
Maar stel, ik doe niet braaf wat schrijver zegt Ik ben een dier van vlees en bloed, uw kat Die – berg u maar – de taal heeft kunnen leren
U roddelt en u liegt, u bent vaak slecht En ik zie alles, liggend op uw mat
Ik zal de mensen maar eens informeren
----------
De illustratie is van Coc van Duijn.
|
|
|
|
|
|
|
|
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept |
Sprekende dieren |
Bob Frommé |
Als ze in Vlaanderen willen zeggen dat iets lang geleden is, doen ze dat zo: in de jaren stillekes, toen de dieren nog konden spreken. Als dieren nu nog spreken, doen ze dat in boeken (en films). Je hebt fabels met alleen maar sprekende dieren, zoals die van La Fontaine, en je hebt Toon Tellegen, die een muis en een egel – filosofen in dierenvel – een wandelingetje laat maken door een bos, waarbij ze op een muur stuiten die simpele maar o zo diepe gedachten bij ze oproept aangaande de grenzen van het bestaan (de muur!) en de mogelijkheden die het misschien toch te bieden heeft (de andere kant van de muur!). Conversaties tussen mens en dier zijn er ook in overvloed, in sprookjes zoals Roodkapje, met die sprekende wolf, en Genesis, met Eva en die sprekende slang.
Ik moet zeggen dat ik eigenlijk niet van zulke ‘fantastische’ dingen houd. Behalve als ik er wel van houd. Zo las ik laatst Kafka op het strand van Haruki Murakami. Dat is een ‘fantastisch’ boek dat me door al die fantastisch-heden op den duur ging tegenstaan. (Wel uitgelezen, omdat die man nu eenmaal– in die andere betekenis – fantastisch schrijft.) Maar de eerste honderd bladzijden werd ik meegesleept. Daar komt een merkwaardige man in voor die Nakata heet en die met katten kan praten. Zo heeft hij moeizame gesprekken met een zwerfkat en interessante conversaties met Mimi, die uitblinkt in elegantie omdat ze een Siamees is. Ik accepteerde dat volkomen.
Zo accepteerde ik ook de sprekende Cheshire Cat in het boek dat ik het vaakst cadeau heb gegeven, Alice in Wonderland. Een van diens uitspraken: ‘Verbeelding is het enige wapen in de oorlog tegen de werkelijkheid.’ Niemand heeft een paard ooit horen spreken, maar de manier waarop Tolstoj het oude paard Cholstomer zijn levensverhaal laat vertellen aan de kudde die hem daarvoor nog pestte, is zonder meer overtuigend. Tolstoj is dan ook een geweldenaar.
Maar de top in het genre van de sprekende dieren is toch het verhaal Tobermory van de briljante Engelse schrijver Saki (Hugh Munro, 1870-1916). Saki kan de gekste dingen laten gebeuren zonder dat je je afwendt. Zo geeft hij een saaie man die aanwezig is op een saaie bijeenkomst een krankzinnig talent mee: de man kan katten laten spreken. Hij past dat toe op de kat des huizes, Tobermory.
Tobermory zegt, daartoe uitgenodigd, wat de gastheer denkt over de intelligentie van een der aanwezigen, een vrouw. De kat richt zich tot haar en zegt: ‘Toen werd voorgesteld u ook voor deze logeerpartij te vragen, protesteerde Sir Wilfred omdat u de meest hersenloze van al zijn kennissen zou zijn, en er een groot verschil bestond tussen gastvrijheid en zwakzinnigenzorg.’
Als Tobermory op het eind dood uit de bosjes wordt gesleept, tot opluchting van allen, roept dat een schok op die niet getemperd wordt door de ogenschijnlijke absurditeit van het verhaal.
P.S. Het verhaal Tobermory is alhier te lezen:https://homepage.ntu.edu.tw/~karchung/Tobermory.pdf
P.P.S. Als Dichter des Parools heb ik ooit een sonnetje gewijd aan sprekende dieren, toen dieren het thema waren van de Gedichtendag. Dat ging zo:
Ondier
Hallo, ik ben een dier en ik kan praten Ik sta bekend als ´t schaap Veronica Wat Annie Schmidt mij voorzegt, zeg ik na Ik kan wel duizend verzen voor u blaten
Opnieuw hallo, ik ben de mier van Tellegen Ik ben Babar, gemaakt door De Brunhoff Soms ben ik lang, soms ben ik kort van stof En zeg ik niks, dan ben ik een eencellige
Maar stel, ik doe niet braaf wat schrijver zegt Ik ben een dier van vlees en bloed, uw kat Die – berg u maar – de taal heeft kunnen leren
U roddelt en u liegt, u bent vaak slecht En ik zie alles, liggend op uw mat
Ik zal de mensen maar eens informeren
----------
De illustratie is van Coc van Duijn.
|
© 2022 Bob Frommé |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|