archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 21
18 april 2024
Nummer 15 verschijnt op
9 mei 2024
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Bockhorn, Varel en Dangast Dik Kruithof

1819VG Bockhorn
Rond Bockhorn ligt veel landbouwgrond in een mooi houtwallenlandschap dat nog niet ten prooi gevallen is aan de ruilverkaveling, dus er staan nog veel oude bomen in die houtwallen. Bovendien zijn ze in Duitsland zuiniger op hun bomen, want het kan zelfs voorkomen dat er een aantal, en soms zelfs een eenzame boom, middenin een weiland staan. Dat zie je bij ons niet zo vaak. Een ander opvallend verschijnsel is dat het bouwland soms onder het niveau van de weg ligt, soms gelijk maar zelden erboven. Dat komt omdat in de afgelopen 250 jaar dit gebied binnen het Hertogdom Oldenburg het centrum was van de baksteenfabricage, want de klei is makkelijk te verwerken. Vlak ten zuiden van Bockhorn ligt nog de ‘Klinkerziegelei Uhlhorn’ de laatste klinkerfabriek die er is overgebleven en waarvan een van de oudste bedrijfsgebouwen is ingericht als een multimedia-museum over de baksteenbakkerij. Veel schermen dus en betrekkelijk weinig oude gereedschappen en werktuigen, hoewel er buiten nog wel een oud treintje staat.  De museumbeheerder is zelf pottenbakker met zijn werkplaats en ovens bij de hand. Hij had ook een heel mooi schaakspel gemaakt. In Bockhorn vormt de centrale markt met het stadhuis een grote reclame voor de ‘Klinker aus Bockhorn’ en een beeld van twee uitgemergelde arbeiders rondt dat af. 

Varel heeft twee hoogtepunten, de 50 meter hoge watertoren en de Vareler Molen, die met de wieken meegerekend 39 meter hoog komt. Het is de op een na grootste molen van Duitsland, die ze Galerie-Holländer noemen en die wij stellingmolen zouden noemen. Hij heeft een windroos voor het draaien, net als de Sterreberg in het Drentse Nijeveen.  Hij is zo hoog omdat de stenen onderbouw vijf verdiepingen heeft en op al die verdiepingen zijn naast de gewone molenuitrusting ook de collecties te vinden van het Heimatmuseum Varel die gaan over het plattelandsleven. Bijenhouden, rietdekken, spinnen en naaien, jagen, eierzoeken, knopen leggen komen met alle andere boerenwerkzaamheden en gereedschappen voorbij. De molen zelf is prachtig, met houten1819VG Varel en Dangast trappen, grote molenstenen en alle apparatuur die nodig is om hem te laten werken. 

Mooi onderdeel is de dijkbouw en de geschiedenis van de Jadebusen, de zee-arm die aan de rechterkant om het Oostfriese schiereiland loopt en die vanaf 1300 zes grote verschillende periodes van overstromen en inpolderen heeft gekend. Het dorp Langwarden ligt al duizend jaar op de uiterste punt van Butjadingen, het schiereiland tussen de uitmondingen van de Wezer en de Jade, maar lag van 1350 tot 1650 op een eiland.  Kaarten geven de verschillen aan en foto’s het werk dat er de laatste honderdvijftig jaar is verzet om grond terug te winnen. 

Dangast is een badplaats aan de Jadebusen met een diepe minerale bron die jodium bevat en het de benaming kuuroord heeft opgeleverd. Er wonen zo’n zevenhonderd mensen en er komen elk jaar ruim een half miljoen badgasten, waarvoor een uitgebreid informatiecentrum Dangast Quellbad is geopend, waar ook een bad kan worden genomen in het jodiumhoudende water.  Het plaatsje Dangast zelf was al langer bekend als kunstenaarsdorp, schilders van die Brücke als Erich Heckel en Karl Schmidt-Rotluff kwamen er voor de Eerste Wereldoorlog al vaak en Franz Radziwill, magisch-realistisch schilder, woonde er bijna zijn hele leven en bouwde achter zijn woning een soort museumtorentje om zijn werk te tonen.  De afgelopen veertig jaar waren het beeldhouwers die Dangast bekend maakten: vanaf 1975 Anatol Herzfeld en tien jaar later zijn leerling Eckart Grenzer met een granieten beeld in de vorm van een fallus. Twintig jaar later maakte hij de Friesendom die bedoeld was als gedenkteken voor alle slachtoffers van stormvloeden vanaf de middeleeuwen tot 1962. Het zijn vier grote stenen blokken midden op het grote parkeerterrein aan het strand waarin een klok opgehangen is.  Best indrukwekkend en aantrekkelijk voor kinderen en andere voorbijgangers maar voor een gewone bezoeker moeilijk te fotograferen met al dat blik eromheen.

------
De plaatjes zijn van de schrijver


© 2021 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Bockhorn, Varel en Dangast Dik Kruithof
1819VG Bockhorn
Rond Bockhorn ligt veel landbouwgrond in een mooi houtwallenlandschap dat nog niet ten prooi gevallen is aan de ruilverkaveling, dus er staan nog veel oude bomen in die houtwallen. Bovendien zijn ze in Duitsland zuiniger op hun bomen, want het kan zelfs voorkomen dat er een aantal, en soms zelfs een eenzame boom, middenin een weiland staan. Dat zie je bij ons niet zo vaak. Een ander opvallend verschijnsel is dat het bouwland soms onder het niveau van de weg ligt, soms gelijk maar zelden erboven. Dat komt omdat in de afgelopen 250 jaar dit gebied binnen het Hertogdom Oldenburg het centrum was van de baksteenfabricage, want de klei is makkelijk te verwerken. Vlak ten zuiden van Bockhorn ligt nog de ‘Klinkerziegelei Uhlhorn’ de laatste klinkerfabriek die er is overgebleven en waarvan een van de oudste bedrijfsgebouwen is ingericht als een multimedia-museum over de baksteenbakkerij. Veel schermen dus en betrekkelijk weinig oude gereedschappen en werktuigen, hoewel er buiten nog wel een oud treintje staat.  De museumbeheerder is zelf pottenbakker met zijn werkplaats en ovens bij de hand. Hij had ook een heel mooi schaakspel gemaakt. In Bockhorn vormt de centrale markt met het stadhuis een grote reclame voor de ‘Klinker aus Bockhorn’ en een beeld van twee uitgemergelde arbeiders rondt dat af. 

Varel heeft twee hoogtepunten, de 50 meter hoge watertoren en de Vareler Molen, die met de wieken meegerekend 39 meter hoog komt. Het is de op een na grootste molen van Duitsland, die ze Galerie-Holländer noemen en die wij stellingmolen zouden noemen. Hij heeft een windroos voor het draaien, net als de Sterreberg in het Drentse Nijeveen.  Hij is zo hoog omdat de stenen onderbouw vijf verdiepingen heeft en op al die verdiepingen zijn naast de gewone molenuitrusting ook de collecties te vinden van het Heimatmuseum Varel die gaan over het plattelandsleven. Bijenhouden, rietdekken, spinnen en naaien, jagen, eierzoeken, knopen leggen komen met alle andere boerenwerkzaamheden en gereedschappen voorbij. De molen zelf is prachtig, met houten1819VG Varel en Dangast trappen, grote molenstenen en alle apparatuur die nodig is om hem te laten werken. 

Mooi onderdeel is de dijkbouw en de geschiedenis van de Jadebusen, de zee-arm die aan de rechterkant om het Oostfriese schiereiland loopt en die vanaf 1300 zes grote verschillende periodes van overstromen en inpolderen heeft gekend. Het dorp Langwarden ligt al duizend jaar op de uiterste punt van Butjadingen, het schiereiland tussen de uitmondingen van de Wezer en de Jade, maar lag van 1350 tot 1650 op een eiland.  Kaarten geven de verschillen aan en foto’s het werk dat er de laatste honderdvijftig jaar is verzet om grond terug te winnen. 

Dangast is een badplaats aan de Jadebusen met een diepe minerale bron die jodium bevat en het de benaming kuuroord heeft opgeleverd. Er wonen zo’n zevenhonderd mensen en er komen elk jaar ruim een half miljoen badgasten, waarvoor een uitgebreid informatiecentrum Dangast Quellbad is geopend, waar ook een bad kan worden genomen in het jodiumhoudende water.  Het plaatsje Dangast zelf was al langer bekend als kunstenaarsdorp, schilders van die Brücke als Erich Heckel en Karl Schmidt-Rotluff kwamen er voor de Eerste Wereldoorlog al vaak en Franz Radziwill, magisch-realistisch schilder, woonde er bijna zijn hele leven en bouwde achter zijn woning een soort museumtorentje om zijn werk te tonen.  De afgelopen veertig jaar waren het beeldhouwers die Dangast bekend maakten: vanaf 1975 Anatol Herzfeld en tien jaar later zijn leerling Eckart Grenzer met een granieten beeld in de vorm van een fallus. Twintig jaar later maakte hij de Friesendom die bedoeld was als gedenkteken voor alle slachtoffers van stormvloeden vanaf de middeleeuwen tot 1962. Het zijn vier grote stenen blokken midden op het grote parkeerterrein aan het strand waarin een klok opgehangen is.  Best indrukwekkend en aantrekkelijk voor kinderen en andere voorbijgangers maar voor een gewone bezoeker moeilijk te fotograferen met al dat blik eromheen.

------
De plaatjes zijn van de schrijver
© 2021 Dik Kruithof
powered by CJ2