archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Bezigheden > Lopen delen printen terug
Ze ging bloemen halen Nienke Nieuwenhuizen

1819BZ Herberg
Als mijmeren een betaald beroep was, zou ik nu schatrijk zijn geweest! Uren kan ik daarmee vullen. Ik hoef echt helemaal niets. Alleen uitkijken over het water van de rivier en mijn gedachten laten gaan. 
Het kwik stijgt op dit moment weer tot uitzonderlijke hoogte in Guerreiros. Vorig jaar hadden we in deze tijd al verscheidene kokendhete dagen achter de rug. Maar nu was het voorjaar wisselvallig, ook niet onaangenaam. Je kon in ieder geval veel in beweging zijn. Maar de hitte bevalt ook goed en is een excuus om helemaal
niets anders te doen dan te zijn!

Ik heb ook veel tijd nodig om alles te overdenken wat me de laatste week is overkomen. Er verscheen een naam op Facebook onder de noemer ´Mensen die je misschien kent´. En dat was inderdaad het geval. Ik bleek zelfs al jongere familie van dit mens te kennen, zonder dat ik de link had gelegd.
Als 17-jarige, ging ik met onze atletiekvereniging voor een gezellig weekend naar een jeugdherberg. We hadden het er heerlijk. En als dank hielpen we de jeugdherbergmoeder met heel ons hart. We bliezen (hudden, hu, hu) onze adem op de spiegels in de wasgelegenheden en wreven ze met toiletpapier tot ze glommen als nooit te voor. We deden de afwas, ruimden op, veegden, het kon niet op. De jeugdherbergouders waren er blij mee en vertelden dat ze een assistente zochten voor het nieuwe seizoen. Ik had er wel oren naar en bood me aan. Ik werkte toen al reeds vanaf mijn 15e jaar op kantoor. De jeugdherbergmoeder zei dat het zwaar werk zou zijn. Maar ik dacht alleen aan de zee en de duinen dichtbij en het mensen ontmoeten, dat zware werk deed ik er wel even bij. 

Nou dat viel vies tegen. Je stond om zes uur op, Ruimde je eigen kamertje op, verzorgde je eigen kleding en dan begon je. De tijd met kinderklassen van scholen was het zwaarste. De tafels moesten gedekt. Afgepaste sneden brood, per tafel. Schaaltjes vullen met jam en appelstroop. Bordjes met zoveel plakken ham en evenveel plakken kaas per tafel. Enorme potten thee maken etc. 
Na het eten de afwas. Dat moesten ze zelf doen. Maar dit was de verwende generatie van na de oorlog, die hadden niks geleerd thuis en waren altijd ontzien. Het eind van het liedje was dat ze om tien uur vertrokken en jij de afwas nog eens overdeed en dan naar boven ging om de slaapzalen nog eens over te vegen en op te ruimen. Af en toe moest het grote trappenhuis geveegd, gedweild en met een groene was in vlokvorm ingewreven. Ook de tegelvloer van de benedenverdieping werd dan onder handen genomen. Er kwam een werkster en jij moest haar bijstaan. Dan had je vrij van twee tot vier. Maar vaak moest er nog een wasje worden opgehangen en/of nog een ander klusje gedaan. De moeder ging dan rusten. Dat had ik ook moeten doen.

Maar ik dacht zee, strand en duinen en vermoeide me nog eens extra. Vooral omdat ik natuurlijk altijd tijd te kort had en moest rennen om precies om vier uur binnen te zijn. Dan was de moeder al bezig de grote gamellen schoon te maken, die daarna met groenten en aardappelen gevuld werden. Ik kan me herinneren dat we veel rauwe andijviestamppot aten, met een halve cm dikke plak gebakken spek. Op zich best lekker. De andijvie moest heel fijngesneden. Je moet snijden alsof je alleen de kantjes raakt, zei ze dan. Daarna moest het in een grote bak gewassen. In het voorjaar was het water ijskoud. Had je dat achter de rug werd er gegeten en weer afgewassen. Dan was er natuurlijk nog een verhaal, zang of een andere activiteit en dan begon het keten! Als het dan uiteindelijk rustig was op de slaapzaal, kwamen alle meesters en juffen nog even voor de nazit. Alle Jezus wat was ik moe op een gegeven moment. Hoe kon ik aan deze ellende een einde maken. Dan zou ik erover moeten praten en zouden ze natuurlijk mijn gedachten willen veranderen. Het enige dat ik als oplossing zag was er tussenuit knijpen. En dat deed ik op een bepaald moment. 

Nu hoor ik van één van die nabestaanden van de familie dat ik nog altijd werd aangehaald in huiselijke kring als: ´Ze ging bloemen halen en kwam nooit meer terug´. Als variant op het beroemde pakje sigaretten. Dat van dat bloemen halen had ik inderdaad gezegd te gaan doen. Ik vond het zelfs terug in het boek over jeugdherbergouders, een uitgave van Stay Okay. Gelukkig werd de werkwijze binnen de NJHC na deze jaren 50 wel veranderd en kregen de mensen een gewone 8-urige werkdag. Ik troost me maar met de gedachten dat ik daar dan misschien aan heb bijgedragen. Want het werd achteraf natuurlijk wel een zaak. Maar wat was ik blij weer vrij te zijn. Nu kan de nabestaande van de familie er gelukkig samen met mij om lachen!

--------
Het plaatje is van Petra Busstra

Meer informatie: www.petrabusstra.com



© 2021 Nienke Nieuwenhuizen meer Nienke Nieuwenhuizen - meer "Lopen"
Bezigheden > Lopen
Ze ging bloemen halen Nienke Nieuwenhuizen
1819BZ Herberg
Als mijmeren een betaald beroep was, zou ik nu schatrijk zijn geweest! Uren kan ik daarmee vullen. Ik hoef echt helemaal niets. Alleen uitkijken over het water van de rivier en mijn gedachten laten gaan. 
Het kwik stijgt op dit moment weer tot uitzonderlijke hoogte in Guerreiros. Vorig jaar hadden we in deze tijd al verscheidene kokendhete dagen achter de rug. Maar nu was het voorjaar wisselvallig, ook niet onaangenaam. Je kon in ieder geval veel in beweging zijn. Maar de hitte bevalt ook goed en is een excuus om helemaal
niets anders te doen dan te zijn!

Ik heb ook veel tijd nodig om alles te overdenken wat me de laatste week is overkomen. Er verscheen een naam op Facebook onder de noemer ´Mensen die je misschien kent´. En dat was inderdaad het geval. Ik bleek zelfs al jongere familie van dit mens te kennen, zonder dat ik de link had gelegd.
Als 17-jarige, ging ik met onze atletiekvereniging voor een gezellig weekend naar een jeugdherberg. We hadden het er heerlijk. En als dank hielpen we de jeugdherbergmoeder met heel ons hart. We bliezen (hudden, hu, hu) onze adem op de spiegels in de wasgelegenheden en wreven ze met toiletpapier tot ze glommen als nooit te voor. We deden de afwas, ruimden op, veegden, het kon niet op. De jeugdherbergouders waren er blij mee en vertelden dat ze een assistente zochten voor het nieuwe seizoen. Ik had er wel oren naar en bood me aan. Ik werkte toen al reeds vanaf mijn 15e jaar op kantoor. De jeugdherbergmoeder zei dat het zwaar werk zou zijn. Maar ik dacht alleen aan de zee en de duinen dichtbij en het mensen ontmoeten, dat zware werk deed ik er wel even bij. 

Nou dat viel vies tegen. Je stond om zes uur op, Ruimde je eigen kamertje op, verzorgde je eigen kleding en dan begon je. De tijd met kinderklassen van scholen was het zwaarste. De tafels moesten gedekt. Afgepaste sneden brood, per tafel. Schaaltjes vullen met jam en appelstroop. Bordjes met zoveel plakken ham en evenveel plakken kaas per tafel. Enorme potten thee maken etc. 
Na het eten de afwas. Dat moesten ze zelf doen. Maar dit was de verwende generatie van na de oorlog, die hadden niks geleerd thuis en waren altijd ontzien. Het eind van het liedje was dat ze om tien uur vertrokken en jij de afwas nog eens overdeed en dan naar boven ging om de slaapzalen nog eens over te vegen en op te ruimen. Af en toe moest het grote trappenhuis geveegd, gedweild en met een groene was in vlokvorm ingewreven. Ook de tegelvloer van de benedenverdieping werd dan onder handen genomen. Er kwam een werkster en jij moest haar bijstaan. Dan had je vrij van twee tot vier. Maar vaak moest er nog een wasje worden opgehangen en/of nog een ander klusje gedaan. De moeder ging dan rusten. Dat had ik ook moeten doen.

Maar ik dacht zee, strand en duinen en vermoeide me nog eens extra. Vooral omdat ik natuurlijk altijd tijd te kort had en moest rennen om precies om vier uur binnen te zijn. Dan was de moeder al bezig de grote gamellen schoon te maken, die daarna met groenten en aardappelen gevuld werden. Ik kan me herinneren dat we veel rauwe andijviestamppot aten, met een halve cm dikke plak gebakken spek. Op zich best lekker. De andijvie moest heel fijngesneden. Je moet snijden alsof je alleen de kantjes raakt, zei ze dan. Daarna moest het in een grote bak gewassen. In het voorjaar was het water ijskoud. Had je dat achter de rug werd er gegeten en weer afgewassen. Dan was er natuurlijk nog een verhaal, zang of een andere activiteit en dan begon het keten! Als het dan uiteindelijk rustig was op de slaapzaal, kwamen alle meesters en juffen nog even voor de nazit. Alle Jezus wat was ik moe op een gegeven moment. Hoe kon ik aan deze ellende een einde maken. Dan zou ik erover moeten praten en zouden ze natuurlijk mijn gedachten willen veranderen. Het enige dat ik als oplossing zag was er tussenuit knijpen. En dat deed ik op een bepaald moment. 

Nu hoor ik van één van die nabestaanden van de familie dat ik nog altijd werd aangehaald in huiselijke kring als: ´Ze ging bloemen halen en kwam nooit meer terug´. Als variant op het beroemde pakje sigaretten. Dat van dat bloemen halen had ik inderdaad gezegd te gaan doen. Ik vond het zelfs terug in het boek over jeugdherbergouders, een uitgave van Stay Okay. Gelukkig werd de werkwijze binnen de NJHC na deze jaren 50 wel veranderd en kregen de mensen een gewone 8-urige werkdag. Ik troost me maar met de gedachten dat ik daar dan misschien aan heb bijgedragen. Want het werd achteraf natuurlijk wel een zaak. Maar wat was ik blij weer vrij te zijn. Nu kan de nabestaande van de familie er gelukkig samen met mij om lachen!

--------
Het plaatje is van Petra Busstra

Meer informatie: www.petrabusstra.com

© 2021 Nienke Nieuwenhuizen
powered by CJ2