archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 21
18 april 2024
Nummer 15 verschijnt op
9 mei 2024
Bezigheden > Koken delen printen terug
Rode wijn op het terras * Maeve van der Steen

1813BZ avgIk herinner me nog de tijd dat je in Amsterdam helemaal nergens op een terras kon dineren, misschien bij het Amstelhotel maar daar heb je meer een soort balkon dan een buitenterras. Als je ging eten, moest je naar binnen. Terwijl buiten eten juist iets speciaals heeft, alles smaakt gewoon lekkerder. Zou daar een wetenschappelijke verklaring voor zijn? Ik herinner mij de koude quiche die mijn moeder had gemaakt voor de picknick op zondagmiddag (de echte originele, met ei en spek, zonder kaas en zeker zonder broccoli) wat een genot. Het stuk stokbrood met camembert bij de lunch in het bos onderweg in Frankrijk – toen er in ieder klein dorpje nog net wel een bakker was en een piepklein winkeltje waar je melk en kaas kon kopen. Toen het platteland van Frankrijk nog niet helemaal leeggelopen was.

Voor je denkt dat ik wil zeggen dat vroeger alles beter was: nee, want buiten eten in Amsterdam was onmogelijk. Heel langzaam, samen met de temperatuurstijging, kwam dat op gang en nu staan de straten en grachten vol met tafeltjes. Heerlijk!

Wat jammer dat ik nooit overdag drink. Een mens moet ergens zijn grenzen stellen.
Terwijl ik mezelf had beloofd dat ik pas weer een biertje zou drinken als het een tapbiertje zou zijn. Thuis drink ik alleen nog maar 0.0% want dat is best lekker, maak ik mezelf wijs. Nee, echt, die van Heineken en Jupiler zijn heel goed te doen, ze lijken heel erg op echte pils. Dat verhaal over Buckler, dat Youp van ’t Hek ervoor zou hebben gezorgd dat dat geen succes was moet nu maar eens de wereld uit, laat me niet lachen: Buckler was gewoonweg niet te zuipen! Heel knap dat het nu wel gelukt is om smakelijk alcoholvrij bier te maken, ook de bittere IPA 0.0 is heel goed gelukt. Het wachten is op wijn zonder alcohol, want dat lukt nog voor geen meter … en het wachten is op terrassen die na zessen ook nog open zijn, om vorstelijk buiten te kunnen dineren met champagne en rode Bourgogne. Of een casual bordje eten te bestellen met frites en een tapbiertje ernaast. Want een biertje van de tap is een godendrank. Heb daarvan de 0.0 versie nog niet geprobeerd.

Genoeg over drank, eten moeten we, iedere dag (hoewel ook aan die waarheid wordt getornd, vasten schijnt heel gezond te zijn). En dus moeten er boodschappen worden gedaan en moet er worden gekookt. En laat ik daar nu helemaal genoeg van hebben, dat iedere dag moeten bedenken wat er nu weer gemaakt moet worden. Wat een schandelijk luxeprobleem, ik weet het, we moeten blij zijn dat we ons suf kunnen kiezen in de supermarkten aan verse spullen, en aan halffabrikaten zoals geschilde aardappels en complete maaltijden. Maar mijn inspiratie is op. Ik wil dat de chefkok iets voor me bedenkt. Twee keer heb ik in het afgelopen jaar mogen genieten van een peperdure maaltijd die je thuis zelf nog in elkaar moest fröbelen, topamusement maar het had wat minder ingewikkeld gemogen. De smaak was beide keren wel top.
Wanneer zal het weer mogen, je laten verwennen en verrassen. Deze zomer? Het liefst wil ik een verrassingsmenu, kom maar op met de rauwe ragfijn gesneden heilbot met Peruaanse dressing eroverheen, of zoiets, verzin maar iets chef!

In afwachting van betere tijden kunnen we wel over een paar dagen weer genieten van een afspraak met een vriendin, met koffie in een echt kopje, gewoon zittend in plaats van lopend met een beker over straat. Met een fijne tosti erbij. En als je geluk hebt met tenminste één vaccinatie in de arm. En ’s avonds maken we er het beste van met een ouderwets AVGtje, zoals de jongelui het noemen, aardappelen-vlees-groente. Maar dan wel een troostrijk AVGtje van een gebraden saucijsje, een kruimig gekookt aardappeltje met jus en een lentebloemkool met geraspte kaas erover, dat krijg je niet in een restaurant!

Saucijsjes voor het bakken even in warm water laten wellen, dan is de kans op barsten van het vel kleiner. Rondom bakken in drupje olie en klontje boter – de worst is vet genoeg – dan kwartiertje sudderen. Halverwege de suddertijd een gesneden uitje en takje tijm ernaast. Intussen aardappels koken. De bloemkool, zo’n kleine fijne, hoeft maar tien minuutjes te koken. De saucijzen even warm houden, scheutje water in de pan met theelepeltje mosterd en roeren maar tot een iets gebonden jus. Wat geraspte kaas over de bloemkool strooien, met een klontje boter. Doe eens gek en koop een goede Côte du Rhône van een euro of twaalf voor erbij, straks op het terras betaal je het driedubbele.

* Deze regel, uit het liedje ‘Onderweg' van Abel, bleef zo hangen dat een heleboel mensen het liedje zo noemen: 'Rode wijn op het terras’. Ik heb er een Engelstalige versie van gemaakt en die is zelfs op CD uitgekomen.
Hierbij de demo, die sfeervoller is.

* https://www.youtube.com/results?search_query=maeve+In+your+eyes

-----
Het plaatje is van Henk Klaren


© 2021 Maeve van der Steen meer Maeve van der Steen - meer "Koken" -
Bezigheden > Koken
Rode wijn op het terras * Maeve van der Steen
1813BZ avgIk herinner me nog de tijd dat je in Amsterdam helemaal nergens op een terras kon dineren, misschien bij het Amstelhotel maar daar heb je meer een soort balkon dan een buitenterras. Als je ging eten, moest je naar binnen. Terwijl buiten eten juist iets speciaals heeft, alles smaakt gewoon lekkerder. Zou daar een wetenschappelijke verklaring voor zijn? Ik herinner mij de koude quiche die mijn moeder had gemaakt voor de picknick op zondagmiddag (de echte originele, met ei en spek, zonder kaas en zeker zonder broccoli) wat een genot. Het stuk stokbrood met camembert bij de lunch in het bos onderweg in Frankrijk – toen er in ieder klein dorpje nog net wel een bakker was en een piepklein winkeltje waar je melk en kaas kon kopen. Toen het platteland van Frankrijk nog niet helemaal leeggelopen was.

Voor je denkt dat ik wil zeggen dat vroeger alles beter was: nee, want buiten eten in Amsterdam was onmogelijk. Heel langzaam, samen met de temperatuurstijging, kwam dat op gang en nu staan de straten en grachten vol met tafeltjes. Heerlijk!

Wat jammer dat ik nooit overdag drink. Een mens moet ergens zijn grenzen stellen.
Terwijl ik mezelf had beloofd dat ik pas weer een biertje zou drinken als het een tapbiertje zou zijn. Thuis drink ik alleen nog maar 0.0% want dat is best lekker, maak ik mezelf wijs. Nee, echt, die van Heineken en Jupiler zijn heel goed te doen, ze lijken heel erg op echte pils. Dat verhaal over Buckler, dat Youp van ’t Hek ervoor zou hebben gezorgd dat dat geen succes was moet nu maar eens de wereld uit, laat me niet lachen: Buckler was gewoonweg niet te zuipen! Heel knap dat het nu wel gelukt is om smakelijk alcoholvrij bier te maken, ook de bittere IPA 0.0 is heel goed gelukt. Het wachten is op wijn zonder alcohol, want dat lukt nog voor geen meter … en het wachten is op terrassen die na zessen ook nog open zijn, om vorstelijk buiten te kunnen dineren met champagne en rode Bourgogne. Of een casual bordje eten te bestellen met frites en een tapbiertje ernaast. Want een biertje van de tap is een godendrank. Heb daarvan de 0.0 versie nog niet geprobeerd.

Genoeg over drank, eten moeten we, iedere dag (hoewel ook aan die waarheid wordt getornd, vasten schijnt heel gezond te zijn). En dus moeten er boodschappen worden gedaan en moet er worden gekookt. En laat ik daar nu helemaal genoeg van hebben, dat iedere dag moeten bedenken wat er nu weer gemaakt moet worden. Wat een schandelijk luxeprobleem, ik weet het, we moeten blij zijn dat we ons suf kunnen kiezen in de supermarkten aan verse spullen, en aan halffabrikaten zoals geschilde aardappels en complete maaltijden. Maar mijn inspiratie is op. Ik wil dat de chefkok iets voor me bedenkt. Twee keer heb ik in het afgelopen jaar mogen genieten van een peperdure maaltijd die je thuis zelf nog in elkaar moest fröbelen, topamusement maar het had wat minder ingewikkeld gemogen. De smaak was beide keren wel top.
Wanneer zal het weer mogen, je laten verwennen en verrassen. Deze zomer? Het liefst wil ik een verrassingsmenu, kom maar op met de rauwe ragfijn gesneden heilbot met Peruaanse dressing eroverheen, of zoiets, verzin maar iets chef!

In afwachting van betere tijden kunnen we wel over een paar dagen weer genieten van een afspraak met een vriendin, met koffie in een echt kopje, gewoon zittend in plaats van lopend met een beker over straat. Met een fijne tosti erbij. En als je geluk hebt met tenminste één vaccinatie in de arm. En ’s avonds maken we er het beste van met een ouderwets AVGtje, zoals de jongelui het noemen, aardappelen-vlees-groente. Maar dan wel een troostrijk AVGtje van een gebraden saucijsje, een kruimig gekookt aardappeltje met jus en een lentebloemkool met geraspte kaas erover, dat krijg je niet in een restaurant!

Saucijsjes voor het bakken even in warm water laten wellen, dan is de kans op barsten van het vel kleiner. Rondom bakken in drupje olie en klontje boter – de worst is vet genoeg – dan kwartiertje sudderen. Halverwege de suddertijd een gesneden uitje en takje tijm ernaast. Intussen aardappels koken. De bloemkool, zo’n kleine fijne, hoeft maar tien minuutjes te koken. De saucijzen even warm houden, scheutje water in de pan met theelepeltje mosterd en roeren maar tot een iets gebonden jus. Wat geraspte kaas over de bloemkool strooien, met een klontje boter. Doe eens gek en koop een goede Côte du Rhône van een euro of twaalf voor erbij, straks op het terras betaal je het driedubbele.

* Deze regel, uit het liedje ‘Onderweg' van Abel, bleef zo hangen dat een heleboel mensen het liedje zo noemen: 'Rode wijn op het terras’. Ik heb er een Engelstalige versie van gemaakt en die is zelfs op CD uitgekomen.
Hierbij de demo, die sfeervoller is.

* https://www.youtube.com/results?search_query=maeve+In+your+eyes

-----
Het plaatje is van Henk Klaren
© 2021 Maeve van der Steen
powered by CJ2