 |


Veel oude gezegdes en spreekwoorden hebben hun betekenis verloren. ‘Wijsheden’ die de jonge generatie niets of weinig zeggen, net zo goed als de sms-taal vaak niet wordt begrepen door ouderen. Hier een eerste selectie
van deze overjarige gezegdes.
Met een kluitje in het riet laten sturen: zich laten afschepen Veel gespin en weinig wol: veel beweging en drukte om niets Het bloed kruipt waar het niet gaan kan: de aard verloochent zich niet Hard gelag: een harde noodzakelijkheid Vooruit met de geit: kom op, we doen het Geen potten kunnen breken: niets bijzonders presteren
Lange tenen hebben: gauw lichtgeraakt zijn Elk dubbeltje omkeren: een armzalig bestaan leiden Met de pet in de hand: nederig toekijken Onder de pet houden: niet in de openbaarheid brengen Met de pet er naar gooien: zo maar lukraak wat doen Huilen met de pet op: bedroevend resultaat De zak krijgen: ontslag krijgen
De kat uit de boom kijken: afwachten wat er gaat gebeuren Op hetzelfde spoor zitten: het met elkaar eens zijn De zaken op een rijtje zetten: de balans opmaken Een opgewarmd lijk: een hopeloze zaak Aan de weg timmeren: bekendheid aan geven Een zacht ei: een 'doetje' Er blind op varen: zonder twijfel vertrouwen
Geen woorden, maar daden (R'dams): zwijgende Rotterdamse meerderheid Niet lullen, maar poetsen (R'dams): de mouwen opstropen De mouwen opstropen: aan het werk gaan De ouwe hap: mensen van vroeger Aan de strijkstok blijven hangen: provisie opstrijken (corruptie)
De vingers er niet aan branden: er zorgvuldig vanaf blijven Van twee walletjes eten: zich voor één klus twee maal laten betalen Veel noten op zijn zang hebben: veel eisen en wensen vertonen Voor het lapje houden: iemand iets op de mouw spelden Iemand iets op de mouw spelden: leugens vertellen Geen vuiltje aan de lucht: geen moeilijkheden te verwachten
-------
Het plaatje is van Linda Hulshof

|
 |