archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Kleine Friese dorpen Dik Kruithof

1815VG Kleine dorpen1In het vlakke groene land ten noorden van de Dokkumer Ee liggen veel mooie kleine dorpen met vaak een heel oude geschiedenis. De zee overspoelde het hele gebied in de duizend jaar voor het begin van onze jaartelling en vormde een kwelderlandschap. Op een stevige ondergrond konden kwelderruggen ontstaan, waarvan de oudste ongeveer 2400 jaar oud is. Mensen vestigden zich op die kwelderruggen en bouwden er heuvels op om zich te beschermen tegen hoog water. Zo liggen op een kwelderwal tussen Dokkum en Holwerd de terpen van Foudgum, Brantgum en Waaxens, waarvan bekend is dat ze in die tijd zijn ontstaan.

Sommige terpen waren verlaten in de periode van 200 tot 400 omdat het peil van de zee toen te ver steeg. Van een terp in de Bullepolder bij Leeuwarden is aangetoond dat die 90 jaar verlaten is geweest en dat er in die tijd ruim dertig cm klei op is afgezet. En klei was een goede reden om terug te komen. Vanaf ongeveer vierhonderd vestigden zich weer mensen op de terpen omdat klei vruchtbaar wordt als het zout eruit geregend is. Overigens zorgde het zout ook voor inkomsten, tot in de Middeleeuwen werd zout geworden veen afgegraven en verbrand om het zout te winnen. Dit gebeurde op grote schaal in de Foudgumer Kolken, ten zuidoosten van het dorp.

Vanaf 500 ontwikkelde er zich tussen Harlingen en Dokkum een welvarend gebied met bewoners die landbouw en veeteelt uitoefenden, vanuit boerderijen die verzameld waren op terpen. De boerderijen werden gebouwd van aangevoerd hout en graszoden. Omdat het hout niet duurzaam was, de meeste boerderijen gingen dertig jaar mee, werden de terpen steeds hoger en veiliger. Omstreeks 1200 werd in het centrale midden van zo’n terp meestal een kerk gebouwd. Zo ontstonden ook de drie dorpen die daarna alle een eigen geschiedenis kregen. Bij voorbeeld1815VG Kleine dorpen2 met Francois Haverschmidt alias Piet Paaltjes, die in Foudgum begonnen is als dominee.

Hij heeft een standbeeld gekregen in Brantgum dat de geboorteplaats is van de in Friesland bekende schilder en tekenaar Ids Wiersma, die er ook een eigen standbeeld heeft. Waaxens heeft een bijna vijf en halve meter hoge terp, maar is door de eeuwen heen een klein dorp gebleven. Het werd in 1768 vermeld als een van de kleinste dorpen van de grietenij Westdongeradeel en had vorig jaar 45 inwoners. Bijna ieder dorp had een eigen rijke familie van bestuurders en in Waaxens is van de Sjucksmastate het poortgebouw bewaard gebleven. Het werd gebouwd in 1616. In de voorgevel bevindt zich een steen gedateerd 1668, met de familiewapens van de toenmalige eigenaren.

Ten westen van die kwelderwal liggen vier dorpen die samen de Flieterpen genoemd worden. Waarschijnlijk waren dat aanvankelijk vluchtheuvels die zich vanzelfsprekend hebben ontwikkeld tot kleine dorpen. Janum, Genum, Reitsum en Lichtaard hebben samen ruim driehonderd inwoners.
Raard ligt aan het einde van de kwelderwal naar Holwerd dicht bij Dokkum en heeft 220 inwoners. Het ligt op een terp die al enkele eeuwen voor de jaartelling werd bewoond. De terp werd aan de westelijke kant later afgegraven om de Van Kleffensweg naar Lichtaard aan te leggen. Naast de weg is nog meer afgegraven, daar ligt nu de ijsbaan. De Van Kleffens waren een belangrijke familie in het dorp die er lang heer en meester is geweest en later ook burgemeesters en wethouders voor Dokkum leverde. De bekendste is Eelco van Kleffens, de minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet Gerbrandy. Aan de weg naar Lichtaard staan twee monumentale boerderijen, Noord en Zuid Kleffens, die de naam nog dragen.

------
De plaatjes zijn van de schrijver


© 2021 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Kleine Friese dorpen Dik Kruithof
1815VG Kleine dorpen1In het vlakke groene land ten noorden van de Dokkumer Ee liggen veel mooie kleine dorpen met vaak een heel oude geschiedenis. De zee overspoelde het hele gebied in de duizend jaar voor het begin van onze jaartelling en vormde een kwelderlandschap. Op een stevige ondergrond konden kwelderruggen ontstaan, waarvan de oudste ongeveer 2400 jaar oud is. Mensen vestigden zich op die kwelderruggen en bouwden er heuvels op om zich te beschermen tegen hoog water. Zo liggen op een kwelderwal tussen Dokkum en Holwerd de terpen van Foudgum, Brantgum en Waaxens, waarvan bekend is dat ze in die tijd zijn ontstaan.

Sommige terpen waren verlaten in de periode van 200 tot 400 omdat het peil van de zee toen te ver steeg. Van een terp in de Bullepolder bij Leeuwarden is aangetoond dat die 90 jaar verlaten is geweest en dat er in die tijd ruim dertig cm klei op is afgezet. En klei was een goede reden om terug te komen. Vanaf ongeveer vierhonderd vestigden zich weer mensen op de terpen omdat klei vruchtbaar wordt als het zout eruit geregend is. Overigens zorgde het zout ook voor inkomsten, tot in de Middeleeuwen werd zout geworden veen afgegraven en verbrand om het zout te winnen. Dit gebeurde op grote schaal in de Foudgumer Kolken, ten zuidoosten van het dorp.

Vanaf 500 ontwikkelde er zich tussen Harlingen en Dokkum een welvarend gebied met bewoners die landbouw en veeteelt uitoefenden, vanuit boerderijen die verzameld waren op terpen. De boerderijen werden gebouwd van aangevoerd hout en graszoden. Omdat het hout niet duurzaam was, de meeste boerderijen gingen dertig jaar mee, werden de terpen steeds hoger en veiliger. Omstreeks 1200 werd in het centrale midden van zo’n terp meestal een kerk gebouwd. Zo ontstonden ook de drie dorpen die daarna alle een eigen geschiedenis kregen. Bij voorbeeld1815VG Kleine dorpen2 met Francois Haverschmidt alias Piet Paaltjes, die in Foudgum begonnen is als dominee.

Hij heeft een standbeeld gekregen in Brantgum dat de geboorteplaats is van de in Friesland bekende schilder en tekenaar Ids Wiersma, die er ook een eigen standbeeld heeft. Waaxens heeft een bijna vijf en halve meter hoge terp, maar is door de eeuwen heen een klein dorp gebleven. Het werd in 1768 vermeld als een van de kleinste dorpen van de grietenij Westdongeradeel en had vorig jaar 45 inwoners. Bijna ieder dorp had een eigen rijke familie van bestuurders en in Waaxens is van de Sjucksmastate het poortgebouw bewaard gebleven. Het werd gebouwd in 1616. In de voorgevel bevindt zich een steen gedateerd 1668, met de familiewapens van de toenmalige eigenaren.

Ten westen van die kwelderwal liggen vier dorpen die samen de Flieterpen genoemd worden. Waarschijnlijk waren dat aanvankelijk vluchtheuvels die zich vanzelfsprekend hebben ontwikkeld tot kleine dorpen. Janum, Genum, Reitsum en Lichtaard hebben samen ruim driehonderd inwoners.
Raard ligt aan het einde van de kwelderwal naar Holwerd dicht bij Dokkum en heeft 220 inwoners. Het ligt op een terp die al enkele eeuwen voor de jaartelling werd bewoond. De terp werd aan de westelijke kant later afgegraven om de Van Kleffensweg naar Lichtaard aan te leggen. Naast de weg is nog meer afgegraven, daar ligt nu de ijsbaan. De Van Kleffens waren een belangrijke familie in het dorp die er lang heer en meester is geweest en later ook burgemeesters en wethouders voor Dokkum leverde. De bekendste is Eelco van Kleffens, de minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet Gerbrandy. Aan de weg naar Lichtaard staan twee monumentale boerderijen, Noord en Zuid Kleffens, die de naam nog dragen.

------
De plaatjes zijn van de schrijver
© 2021 Dik Kruithof
powered by CJ2