archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
Een casanova Reinier van Delden

1804BZ CasanovaHij had een wit overhemd.
Niet gestreken of zo.
Bij dat soort overhemden was dat niet nodig.
Dat zat als vanzelf goed.
Het hing een beetje losjes over zijn pantalon.
Verder droeg hij van die instappers.
Zonder sokken.
Hij waande zich nog in Griekenland.
Waar hij mogelijk een huisje had.

Hoe hij aan zijn geld kwam wist niemand.
Hij deed dingetjes.
Klusje hier, klusje daar.
Zonder vuile handen te maken.
Sommige mensen hebben die gave.
Komen overal mee weg.
Hij was er zo een.
Een casanova.

Praatte zich overal uit.
Redde steeds zijn hachje.
Stopte het ene gat met het andere.
Maar speelde altijd quitte.
En had altijd iets achter de hand.
Hij kende mensen.
Mensen met contacten.
Enigszins invloedrijk.
Die hij altijd kon bellen.
Mocht het eens tegen zitten.

Van de week was het zo’n dag.
Maar goed, ik kan er naast zitten.
Hij kwam aangelopen.
Met die zongebruinde kop van hem.
Zonnebril op natuurlijk.
Ogen verraden immers alles.
Typisch een pokeraar, dacht ik nog.
Die hoog heeft ingezet.
Nou, dat was te merken.
Hij beet op zijn nagels.
Keek om de haveklap op zijn telefoon.
En leek een listig spel te spelen.
Zal hij op zwart zaad zitten.
Was het dan nu eindelijk zover.
Moest hij met de billen bloot.
Of had hij toch een uitweggetje.
Zag hij nog een mogelijkheid.
Die zijn schuldeiser niet meer zag.
En ontsprong hij wederom de dans.

Ik denk toch weer het laatste.
Dat soorten gasten hebben dat.
Die zijn met een gouden pik geboren.
Dragen van die overhemden.
Zonder zelf te hoeven strijken.
En wassen hun handen in onschuld.

------
Het plaatje is van Han Busstra


© 2020 Reinier van Delden meer Reinier van Delden - meer "Ontmoetingen" -
Bezigheden > Ontmoetingen
Een casanova Reinier van Delden
1804BZ CasanovaHij had een wit overhemd.
Niet gestreken of zo.
Bij dat soort overhemden was dat niet nodig.
Dat zat als vanzelf goed.
Het hing een beetje losjes over zijn pantalon.
Verder droeg hij van die instappers.
Zonder sokken.
Hij waande zich nog in Griekenland.
Waar hij mogelijk een huisje had.

Hoe hij aan zijn geld kwam wist niemand.
Hij deed dingetjes.
Klusje hier, klusje daar.
Zonder vuile handen te maken.
Sommige mensen hebben die gave.
Komen overal mee weg.
Hij was er zo een.
Een casanova.

Praatte zich overal uit.
Redde steeds zijn hachje.
Stopte het ene gat met het andere.
Maar speelde altijd quitte.
En had altijd iets achter de hand.
Hij kende mensen.
Mensen met contacten.
Enigszins invloedrijk.
Die hij altijd kon bellen.
Mocht het eens tegen zitten.

Van de week was het zo’n dag.
Maar goed, ik kan er naast zitten.
Hij kwam aangelopen.
Met die zongebruinde kop van hem.
Zonnebril op natuurlijk.
Ogen verraden immers alles.
Typisch een pokeraar, dacht ik nog.
Die hoog heeft ingezet.
Nou, dat was te merken.
Hij beet op zijn nagels.
Keek om de haveklap op zijn telefoon.
En leek een listig spel te spelen.
Zal hij op zwart zaad zitten.
Was het dan nu eindelijk zover.
Moest hij met de billen bloot.
Of had hij toch een uitweggetje.
Zag hij nog een mogelijkheid.
Die zijn schuldeiser niet meer zag.
En ontsprong hij wederom de dans.

Ik denk toch weer het laatste.
Dat soorten gasten hebben dat.
Die zijn met een gouden pik geboren.
Dragen van die overhemden.
Zonder zelf te hoeven strijken.
En wassen hun handen in onschuld.

------
Het plaatje is van Han Busstra
© 2020 Reinier van Delden
powered by CJ2