archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Wie leest er nog een krant? Arie de Jong

1719VG KrantenHeel uitgesproken is Heleen Maaskant (27) als het gaat om het lezen van kranten en tijdschriften. Toen ze nog bij haar ouders thuis woonde, bladerde ze wel eens een krant door. Dat was vaak een andere krant dan een vorige keer, want haar vader wilde nooit een abonnement nemen. Dan ging hij in op een voordelige aanbieding en lazen ze vier weken lang de Volkskrant. Dan weer hadden ze een poosje het Algemeen Dagblad, of de regionale krant. Die kranten boeiden haar niet en toen Heleen op kamers ging wonen als student, nam ze geen krant. Niemand uit haar vriendenkring las nog een krant. Toen ze een jaar geleden ging samenwonen, was ze vastbesloten: er komt geen krant in. Haar vriend is het helemaal met haar eens.

Als je spreekt met Ingrid Janssen (63), dan is het duidelijk dat je te maken hebt met een andere generatie. Toen ze uit huis ging, trouwde met Henk, namen ze een abonnement op Trouw en die lezen ze nog steeds. Ze vindt het elke dag weer heerlijk dat al voordat ze uit bed stapt de krant is bezorgd. Ze begint aan de krant bij het ontbijt. Het is altijd even gedoe wie welk katern krijgt, Henk en zij. Ingrid houdt vooral van de wat langere artikelen. Dan krijg je veel meer nuances bij een onderwerp, veel meer dan zo’n kort artikel onder een soms schreeuwerige kop. Ze vindt het leuk dat veel van die artikelen eerst beginnen met een schets hoe iemand de behandelde kwestie zelf beleeft, of hoe iemand in de problemen is gekomen door het een of ander dat aan de kaak wordt gesteld. Nieuws hoeft niet zo abstract te zijn.

We vroegen het aan een journalist die al lang in het vak zit, Gerhard Koomen (58), wat volgens hem in de afgelopen decennia veranderd is in de verslaggeving door journalisten. Hij bevestigt dat als je een krant opslaat van 40 jaar geleden de artikelen heel anders zijn geschreven dan nu. Telkens zie je een nieuwe schrijfcultuur ontstaan. 40 jaar terug waren lange artikelen vaak heel feitelijk, en bedenk wel: de krant zette er hooguit één zwart-wit foto bij. Dat veranderde toen de kranten kleurenfoto’s konden drukken. Daar waren ze in het begin zo trots op dat het wel leek dat een foto belangrijker was dan het artikel. Toen iedereen gewend raakte aan de kleurendruk, ging de aandacht weer uit naar de opstelling van een artikel. Zeker met het introduceren van het tabloid mochten artikelen niet meer te lang en te ‘grijs’ zijn. Een hoofdredacteur kon verordonneren dat een artikel nooit langer dan 1000 woorden mocht zijn en als het langer was, ging hij er eigenhandig in schrappen. En toen kwam de mode, dat elk artikel moest beginnen met één of enkele onbekende mensen die model moesten staan voor het onderwerp, of de boodschap van het artikel.

Koomen wordt bijgevallen door professor Ida Homan (48), deeltijd lector op een HBO-instelling in Groningen. Homan heeft onderzoek gedaan naar de herkomst van mensen die in artikelen worden opgevoerd aan het begin van lange artikelen in kranten en tijdschriften. Ze ontdekte dat meer dan de helft van die mensen helemaal niet bestaat, maar voortkomt uit de duim van de verslaggever. Correspondenten uit het buitenland waren al lang geleden tevreden met een opmerking van een taxichauffeur of hun bediende, en bedachten daar iets bij als ‘welingelichte bronnen’, maar tegenwoordig flanst iedereen maar een stuk of wat voorbeelden in elkaar, ook in het binnenlandse nieuws. Bij sommige kranten is minstens driekwart verzonnen, beweert Homan. Als er geen foto bijstaat van de figuur die wordt opgevoerd, dan weet je al genoeg.

Koomen ziet al weer een nieuwe ontwikkeling. Toen half maart de corona uitbrak, stonden kranten vol met nieuws rond corona. Soms wel twintig pagina’s over corona. Dat ging maar door. Op een gegeven moment wist iedereen het wel, maar redacties vonden dat de aandacht vastgehouden moest worden. Toen kwamen ze met lange artikelen over hoe van alles en nog wat uitpakte in de praktijk en die artikelen gingen nog maar over één geval. Een hoogbejaarde in een verpleeghuis die geen bezoek meer mocht ontvangen. Of een verpleegkundige op de IC die zelf corona had opgelopen en na weken herstel weer aan de slag moest. Of een artikel in de NRC over twee pagina’s dat ging over een vrouw die beide ouders had verloren aan corona, met de kop, dat het zo fijn was dat die ouders op dezelfde dag waren overleden.

Volgens Koomen kun je dan net zo goed een goed geschreven boek lezen. Ook Homan vindt dat het tijd is voor herbezinning bij de redacties of het zo wel de goede kant op gaat. Sommige artikelen zijn een optelsom van persoonlijke situaties waar bijna geen lijn meer in te ontdekken valt.
Toppunt vindt zij de artikelen in de aanloop naar verkiezingen. Dan zie je soms wel acht mensen die worden opgevoerd bij een artikel over de kiezersvoorkeur. Totaal willekeurige mensen die dan zeggen op de VVD te willen stemmen, terwijl ze vroeger altijd bij het CDA zaten, of iemand die nu graag op D66 stemt, want teleurgesteld is in de PvdA, of juist iemand die al haar hele leven op de SP stemt en eigenlijk ook niet weet waarom. Als ze eerlijk is, vindt Homan het bladvulling.

Voor Heleen Maaskant is dit allemaal van geen belang. Zij haalt haar nieuws uit de sociale media en neemt op de koop toe dat niet elk bericht even betrouwbaar is. Geen duur abonnement, het kost haar niets en ze krijgt toch mee wat er ongeveer aan de hand is. Bovendien is ze altijd heel geïnteresseerd in persoonlijke gebeurtenissen. Ze kan daar geen genoeg van krijgen en op internet schrijven mensen er zelf over. Daar komt geen journalist meer aan te pas.

---------
Het plaatje is van Petra Busstra
Meer informatie op: www.petrabusstra.com


© 2020 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Wie leest er nog een krant? Arie de Jong
1719VG KrantenHeel uitgesproken is Heleen Maaskant (27) als het gaat om het lezen van kranten en tijdschriften. Toen ze nog bij haar ouders thuis woonde, bladerde ze wel eens een krant door. Dat was vaak een andere krant dan een vorige keer, want haar vader wilde nooit een abonnement nemen. Dan ging hij in op een voordelige aanbieding en lazen ze vier weken lang de Volkskrant. Dan weer hadden ze een poosje het Algemeen Dagblad, of de regionale krant. Die kranten boeiden haar niet en toen Heleen op kamers ging wonen als student, nam ze geen krant. Niemand uit haar vriendenkring las nog een krant. Toen ze een jaar geleden ging samenwonen, was ze vastbesloten: er komt geen krant in. Haar vriend is het helemaal met haar eens.

Als je spreekt met Ingrid Janssen (63), dan is het duidelijk dat je te maken hebt met een andere generatie. Toen ze uit huis ging, trouwde met Henk, namen ze een abonnement op Trouw en die lezen ze nog steeds. Ze vindt het elke dag weer heerlijk dat al voordat ze uit bed stapt de krant is bezorgd. Ze begint aan de krant bij het ontbijt. Het is altijd even gedoe wie welk katern krijgt, Henk en zij. Ingrid houdt vooral van de wat langere artikelen. Dan krijg je veel meer nuances bij een onderwerp, veel meer dan zo’n kort artikel onder een soms schreeuwerige kop. Ze vindt het leuk dat veel van die artikelen eerst beginnen met een schets hoe iemand de behandelde kwestie zelf beleeft, of hoe iemand in de problemen is gekomen door het een of ander dat aan de kaak wordt gesteld. Nieuws hoeft niet zo abstract te zijn.

We vroegen het aan een journalist die al lang in het vak zit, Gerhard Koomen (58), wat volgens hem in de afgelopen decennia veranderd is in de verslaggeving door journalisten. Hij bevestigt dat als je een krant opslaat van 40 jaar geleden de artikelen heel anders zijn geschreven dan nu. Telkens zie je een nieuwe schrijfcultuur ontstaan. 40 jaar terug waren lange artikelen vaak heel feitelijk, en bedenk wel: de krant zette er hooguit één zwart-wit foto bij. Dat veranderde toen de kranten kleurenfoto’s konden drukken. Daar waren ze in het begin zo trots op dat het wel leek dat een foto belangrijker was dan het artikel. Toen iedereen gewend raakte aan de kleurendruk, ging de aandacht weer uit naar de opstelling van een artikel. Zeker met het introduceren van het tabloid mochten artikelen niet meer te lang en te ‘grijs’ zijn. Een hoofdredacteur kon verordonneren dat een artikel nooit langer dan 1000 woorden mocht zijn en als het langer was, ging hij er eigenhandig in schrappen. En toen kwam de mode, dat elk artikel moest beginnen met één of enkele onbekende mensen die model moesten staan voor het onderwerp, of de boodschap van het artikel.

Koomen wordt bijgevallen door professor Ida Homan (48), deeltijd lector op een HBO-instelling in Groningen. Homan heeft onderzoek gedaan naar de herkomst van mensen die in artikelen worden opgevoerd aan het begin van lange artikelen in kranten en tijdschriften. Ze ontdekte dat meer dan de helft van die mensen helemaal niet bestaat, maar voortkomt uit de duim van de verslaggever. Correspondenten uit het buitenland waren al lang geleden tevreden met een opmerking van een taxichauffeur of hun bediende, en bedachten daar iets bij als ‘welingelichte bronnen’, maar tegenwoordig flanst iedereen maar een stuk of wat voorbeelden in elkaar, ook in het binnenlandse nieuws. Bij sommige kranten is minstens driekwart verzonnen, beweert Homan. Als er geen foto bijstaat van de figuur die wordt opgevoerd, dan weet je al genoeg.

Koomen ziet al weer een nieuwe ontwikkeling. Toen half maart de corona uitbrak, stonden kranten vol met nieuws rond corona. Soms wel twintig pagina’s over corona. Dat ging maar door. Op een gegeven moment wist iedereen het wel, maar redacties vonden dat de aandacht vastgehouden moest worden. Toen kwamen ze met lange artikelen over hoe van alles en nog wat uitpakte in de praktijk en die artikelen gingen nog maar over één geval. Een hoogbejaarde in een verpleeghuis die geen bezoek meer mocht ontvangen. Of een verpleegkundige op de IC die zelf corona had opgelopen en na weken herstel weer aan de slag moest. Of een artikel in de NRC over twee pagina’s dat ging over een vrouw die beide ouders had verloren aan corona, met de kop, dat het zo fijn was dat die ouders op dezelfde dag waren overleden.

Volgens Koomen kun je dan net zo goed een goed geschreven boek lezen. Ook Homan vindt dat het tijd is voor herbezinning bij de redacties of het zo wel de goede kant op gaat. Sommige artikelen zijn een optelsom van persoonlijke situaties waar bijna geen lijn meer in te ontdekken valt.
Toppunt vindt zij de artikelen in de aanloop naar verkiezingen. Dan zie je soms wel acht mensen die worden opgevoerd bij een artikel over de kiezersvoorkeur. Totaal willekeurige mensen die dan zeggen op de VVD te willen stemmen, terwijl ze vroeger altijd bij het CDA zaten, of iemand die nu graag op D66 stemt, want teleurgesteld is in de PvdA, of juist iemand die al haar hele leven op de SP stemt en eigenlijk ook niet weet waarom. Als ze eerlijk is, vindt Homan het bladvulling.

Voor Heleen Maaskant is dit allemaal van geen belang. Zij haalt haar nieuws uit de sociale media en neemt op de koop toe dat niet elk bericht even betrouwbaar is. Geen duur abonnement, het kost haar niets en ze krijgt toch mee wat er ongeveer aan de hand is. Bovendien is ze altijd heel geïnteresseerd in persoonlijke gebeurtenissen. Ze kan daar geen genoeg van krijgen en op internet schrijven mensen er zelf over. Daar komt geen journalist meer aan te pas.

---------
Het plaatje is van Petra Busstra
Meer informatie op: www.petrabusstra.com
© 2020 Arie de Jong
powered by CJ2