archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Even iets over vrouwenboeken Frits Hoorweg

1617VG VrouwenVrouwen lezen niet alleen veel boeken, ze schrijven er ook aardig wat. Een tijdje geleden las ik een boekbespreking van de hand van Mika Ross – Southall, in The Spectator. Ze besprak een boek van Cressida Connolly (inderdaad de dochter van Cyril), getiteld After the Party (Penguin Random House, 2018). In die recensie kwam ze met het theorietje dat vrouwen een ander type boeken schrijven dan mannen. Vrouwen vertellen over het algemeen persoonlijke verhalen, die weliswaar in een bepaalde entourage en tijd spelen, maar het gaat primair om dat persoonlijke. Mannen daarentegen proberen de problemen van de wereld (wat zeg ik: het universum!) te duiden via de belevenissen van individuen. Ja, nou kun je me meteen met uitzonderingen om de oren gaan slaan, maar geef toe: er zit iets in. Het verklaart aardig waarom ik altijd zoveel plezier heb beleefd aan de boeken van: Barbara Pym, Anita Brookner, Mary Wesley, Penelopy Lively en Alice Thomas Alice. Ja, mijn referentiekader is vooral in Engeland te vinden.

Het boek van Connolly beschrijft de lotgevallen van Phyllis Forester. Na een langdurig verblijf in het buitenland keert ze, met man en kinderen, kort voor de Tweede Wereldoorlog, terug naar Engeland. Ze komt daar, via familie en bekenden, terecht in een kring van mensen die sympathiseren met de nazi’s, of er in ieder geval weinig voor voelen om daar in oorlog mee te raken. Als dat laatste toch gebeurt, is ze een van de velen die geïnterneerd worden uit voorzorg. In het boek passeren een aantal gebeurtenissen de revue die daartoe hebben geleid, maar daarnaast zijn er (cursief gedrukte) hoofdstukken waarin ze later terugkijkt. Het zal duidelijk zijn dat het een nogal treurig verhaal is, maar ja, zo is het leven nu eenmaal. Dus: heel aardig boek, maar waar ik eigenlijk minder vrolijk van wordt is die afwisselende verteltrant. Waarom beschrijft het boek niet gewoon het hele verhaal vanuit de hoofdpersoon? Als ik zo’n kunstgreep in een boek tegenkom verdenk ik altijd de redacteur van de uitgeverij. ‘Ja, het is een heel aardig verhaal, maar het zou nog wat pittiger worden als je   …. ‘. Zoiets zal hij (of zij) wel gezegd hebben na lezing van de eerste versie. Ja, wat doe je dan als schrijfster die nog niet zoveel heeft verkocht dat ze het zich kan permitteren om eigenwijs te zijn?

Nu ik eenmaal toch weer in de ‘vrouwenmodus’ was, besloot ik ook eindelijk eens een boek te lezen van de Amerikaanse Anne Tyler. Het werd The Beginner’s Goodbye uit 2012, gewoon omdat het er prettig uitzag. Het verhaal gaat over (en wordt verteld door) Aaron Woolcott. Hij is geboren met een lichte handicap en heeft er nooit aan kunnen wennen dat mensen (met name vrouwen) hem altijd willen helpen. Vooral zijn oudere zuster zit altijd vol met goede raad, waar hij zich zo min mogelijk van aan trekt. Geen wonder dat hij als een baksteen valt voor de eerste vrouw die helemaal niet lijkt op te merken dat er iets aan hem markeert. Zij is een arts die in het ziekenhuis werkt. Hij ontmoet haar niet omdat hij er voor behandeling heen moet, maar om haar te interviewen vanwege een boekje dat Uitgeverij Woolcott aan het voorbereiden is. Ze trouwen heel snel en hebben een redelijk gelukkig huwelijk, maar een beetje anders dan anders.

Bij het begin van het boek is meteen duidelijk dat ze inmiddels bij een ongeluk om het leven is gekomen. Je maakt het rouwproces van de hoofdpersoon, tevens verteller, mee en mag zelfs ook nog meemaken dat hij er weer aardig bovenop komt. Bovendien valt er ook nog heel veel plezier te beleven aan het familiebedrijf, dat vooral boeken uitgeeft waarvan de titel begint met ‘The Beginner’s Guide for … ‘. Meligheid daarover krijgt regelmatig de overhand. Dat gevoegd bij die voortdurende kribbigheid in de relatie met z’n zus, die ook in het familiebedrijf werkt, houd je wel wakker. Het ogenschijnlijk moeiteloos pendelen van Tyler tussen tragedie en satire doet mij aan niemand minder dan Elsschot denken.

Vervolgens zag ik bij de 1Eurowinkel City of Friends de 20e van Joanna Trollope (Mantle 2017) liggen. Misschien moest ik die schrijfster ook maar weer eens proberen. Nou de hernieuwde kennismaking is niet meegevallen. Het boek gaat over een vriendinnengroep die zich in de studietijd of zo gevormd heeft. Inmiddels is iedereen uitgewaaierd, maar er blijven regelmatige contacten en soms zijn er kinderen en echtgenoten (eerste of tweede) die via een of ander gremium met elkaar te doen hebben. Wat een getut, ik werd er niet goed van. Achterin het boek kwam ik voor het eerst iets tegen dat ik bijna schokkend vond: een ‘Reading Group Guide’. Met vragen als: ‘Wat betekent feminisme vandaag de dag?’ Zo’n gidsje schijnt tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld te zijn.

Vraag mij af wat Mika Ross-Southall hiervan vindt. Het lijkt mij afbreuk te doen aan dat wat zij (en ik) zo waardeert in ‘vrouwenboeken’. Namelijk dat het vooral persoonlijke verhalen zijn die niet bewust in dienst staan van een maatschappelijke kwestie, of iets dat wij met z’n allen zouden moeten willen.

-------
De tekening is van Coc van Duijn
Meer informatie op:  http://cocvanduijn.nl/


© 2019 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Even iets over vrouwenboeken Frits Hoorweg
1617VG VrouwenVrouwen lezen niet alleen veel boeken, ze schrijven er ook aardig wat. Een tijdje geleden las ik een boekbespreking van de hand van Mika Ross – Southall, in The Spectator. Ze besprak een boek van Cressida Connolly (inderdaad de dochter van Cyril), getiteld After the Party (Penguin Random House, 2018). In die recensie kwam ze met het theorietje dat vrouwen een ander type boeken schrijven dan mannen. Vrouwen vertellen over het algemeen persoonlijke verhalen, die weliswaar in een bepaalde entourage en tijd spelen, maar het gaat primair om dat persoonlijke. Mannen daarentegen proberen de problemen van de wereld (wat zeg ik: het universum!) te duiden via de belevenissen van individuen. Ja, nou kun je me meteen met uitzonderingen om de oren gaan slaan, maar geef toe: er zit iets in. Het verklaart aardig waarom ik altijd zoveel plezier heb beleefd aan de boeken van: Barbara Pym, Anita Brookner, Mary Wesley, Penelopy Lively en Alice Thomas Alice. Ja, mijn referentiekader is vooral in Engeland te vinden.

Het boek van Connolly beschrijft de lotgevallen van Phyllis Forester. Na een langdurig verblijf in het buitenland keert ze, met man en kinderen, kort voor de Tweede Wereldoorlog, terug naar Engeland. Ze komt daar, via familie en bekenden, terecht in een kring van mensen die sympathiseren met de nazi’s, of er in ieder geval weinig voor voelen om daar in oorlog mee te raken. Als dat laatste toch gebeurt, is ze een van de velen die geïnterneerd worden uit voorzorg. In het boek passeren een aantal gebeurtenissen de revue die daartoe hebben geleid, maar daarnaast zijn er (cursief gedrukte) hoofdstukken waarin ze later terugkijkt. Het zal duidelijk zijn dat het een nogal treurig verhaal is, maar ja, zo is het leven nu eenmaal. Dus: heel aardig boek, maar waar ik eigenlijk minder vrolijk van wordt is die afwisselende verteltrant. Waarom beschrijft het boek niet gewoon het hele verhaal vanuit de hoofdpersoon? Als ik zo’n kunstgreep in een boek tegenkom verdenk ik altijd de redacteur van de uitgeverij. ‘Ja, het is een heel aardig verhaal, maar het zou nog wat pittiger worden als je   …. ‘. Zoiets zal hij (of zij) wel gezegd hebben na lezing van de eerste versie. Ja, wat doe je dan als schrijfster die nog niet zoveel heeft verkocht dat ze het zich kan permitteren om eigenwijs te zijn?

Nu ik eenmaal toch weer in de ‘vrouwenmodus’ was, besloot ik ook eindelijk eens een boek te lezen van de Amerikaanse Anne Tyler. Het werd The Beginner’s Goodbye uit 2012, gewoon omdat het er prettig uitzag. Het verhaal gaat over (en wordt verteld door) Aaron Woolcott. Hij is geboren met een lichte handicap en heeft er nooit aan kunnen wennen dat mensen (met name vrouwen) hem altijd willen helpen. Vooral zijn oudere zuster zit altijd vol met goede raad, waar hij zich zo min mogelijk van aan trekt. Geen wonder dat hij als een baksteen valt voor de eerste vrouw die helemaal niet lijkt op te merken dat er iets aan hem markeert. Zij is een arts die in het ziekenhuis werkt. Hij ontmoet haar niet omdat hij er voor behandeling heen moet, maar om haar te interviewen vanwege een boekje dat Uitgeverij Woolcott aan het voorbereiden is. Ze trouwen heel snel en hebben een redelijk gelukkig huwelijk, maar een beetje anders dan anders.

Bij het begin van het boek is meteen duidelijk dat ze inmiddels bij een ongeluk om het leven is gekomen. Je maakt het rouwproces van de hoofdpersoon, tevens verteller, mee en mag zelfs ook nog meemaken dat hij er weer aardig bovenop komt. Bovendien valt er ook nog heel veel plezier te beleven aan het familiebedrijf, dat vooral boeken uitgeeft waarvan de titel begint met ‘The Beginner’s Guide for … ‘. Meligheid daarover krijgt regelmatig de overhand. Dat gevoegd bij die voortdurende kribbigheid in de relatie met z’n zus, die ook in het familiebedrijf werkt, houd je wel wakker. Het ogenschijnlijk moeiteloos pendelen van Tyler tussen tragedie en satire doet mij aan niemand minder dan Elsschot denken.

Vervolgens zag ik bij de 1Eurowinkel City of Friends de 20e van Joanna Trollope (Mantle 2017) liggen. Misschien moest ik die schrijfster ook maar weer eens proberen. Nou de hernieuwde kennismaking is niet meegevallen. Het boek gaat over een vriendinnengroep die zich in de studietijd of zo gevormd heeft. Inmiddels is iedereen uitgewaaierd, maar er blijven regelmatige contacten en soms zijn er kinderen en echtgenoten (eerste of tweede) die via een of ander gremium met elkaar te doen hebben. Wat een getut, ik werd er niet goed van. Achterin het boek kwam ik voor het eerst iets tegen dat ik bijna schokkend vond: een ‘Reading Group Guide’. Met vragen als: ‘Wat betekent feminisme vandaag de dag?’ Zo’n gidsje schijnt tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld te zijn.

Vraag mij af wat Mika Ross-Southall hiervan vindt. Het lijkt mij afbreuk te doen aan dat wat zij (en ik) zo waardeert in ‘vrouwenboeken’. Namelijk dat het vooral persoonlijke verhalen zijn die niet bewust in dienst staan van een maatschappelijke kwestie, of iets dat wij met z’n allen zouden moeten willen.

-------
De tekening is van Coc van Duijn
Meer informatie op:  http://cocvanduijn.nl/
© 2019 Frits Hoorweg
powered by CJ2