archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Een tragische antiheld Hans Knegtmans

1506VG Ramsay1De Schotse Lynne Ramsay is geen veelfilmer. Tot op 11 januari jl. haar nieuwe productie You Were Never Really Here in Nederland werd uitgebracht, hadden we slechts drie films van haar kunnen bewonderen en dat waren geen kaskrakers. Ratchatcher (1999) is een onvervalst Kitchen Sink drama. Een jongetje probeert zijn armoedige, uitzichtloze gezinsleven te ontvluchten. In Morvan Callar (2002) steelt de kansarme hoofdpersoon het romanscript van haar gesuïcideerde vriend en begint een nieuw leven op  Ibiza. En in We Need to Talk about Kevin moet een goedwillende moeder (glansrol van Tilda Swinton) het hoofd boven water zien te houden in de omgang met haar psychopathische zoontje. Was het leven voor haar al geen pretje, In You Were Never Really Here blijkt dat het nog erger kan.

Hoofdpersoon Joe – van onbestemd middelbare leeftijd – is een huurmoordenaar met een ongewone expertise. Hij staat erom bekend ontvoerde meisjes niet alleen te kunnen opsporen, maar ze ook – zonder hinderlijke inmenging van politie – bij hun ouders of voogd terug te bezorgen. Als hij gewelddadig moet optreden is dat geen punt. Zo nodig schiet hij de gijzelnemer dood, maar liever gebruikt hij een bij de doe-het-zelfzaak aangeschafte klauwhamer (eerder al het favoriete wapen van de hoofdpersoon van de film Oldboy van de Zuid-Koreaan Chan-Wook Park).

Zijn nieuwe klus blijkt echter geen routinezaak te zijn. De ontvoerde tiener is de dochter van een senator die later deel blijkt uit te maken van een pedofielennetwerk. Aan het hoofd staat niemand minder dan de gouverneur van de staat New York. Na zijn geslaagde reddingsactie krijgt Joe te maken met de zware criminelen die de gouverneur heeft ingehuurd. Het meisje wordt ten tweeden male ontvoerd en Joe overleeft ternauwernood een aanslag op zijn leven.

Zo beschreven oogt You Were Never Really There (het verhaal is gebaseerd op een novelle van Jonathan Ames) misschien als een misdaadfilm van dertien in een dozijn, maar bioscoopgangers die We Need to Talk About Kevin hebben gezien, weten al dat ‘routineus’ wel het laatste is dat het werk van Ramsay kenmerkt. Wie een rechtlijnige actiefilm verwacht, komt van een koude kermis thuis. Zo is de rol van Joe dusdanig dominant, dat je de film ondergaat als een one man show met (vanwege de intrige) nog een handvol noodzakelijke figuranten.1506VG Ramsay2 Hoofdpersoon Joaquin Phoenix trekt elke film waarin hij speelt naar zich toe, maar dit keer overtreft hij – ook al vanwege zijn gewichtstoename voor deze rol – zichzelf. Zijn personage Joe is een verbitterde depressieveling, die desondanks eerder mededogen dan irritatie oproept. Althans bij de toeschouwers, de slechteriken in het verhaal hebben overwegend een heilig ontzag voor zijn kortaffe spreekstijl en opvliegendheid.

Tussen de regels door zie je in flashbacks dat Joe niet alleen gebukt gaat onder traumatiserende praktijken van zijn vader in zijn jeugd, maar dat hij het ook later bij de marine en de FBI flink voor zijn kiezen heeft gekregen. Al met al is de film eerder een (gefragmenteerd, maar toch) psychologisch portret dan een thriller met een coherente intrige. Voortdurend hangt de dreiging van geweld in de lucht, maar de moorden zelf worden met terughoudendheid in beeld gebracht: een paar in zwart-wit als registraties van een beveiligingscamera, een andere slechts door de bloedspetters op het gezicht van de hoofdpersoon.

Naast de regisseur en de hoofdrolspeler bepaalt ook de filmmuziek van Jonny Greenwood in belangrijke mate de unheimische sfeer van de film. (Nederlandse kranten vermelden dat Jonny deel uitmaakt van de groep Radiohead, in de Amerikaanse media is hij beroemd genoeg om die informatie als een open deur te beschouwen. Alsof je uitlegt dat Mick Jagger bij de Rolling Stones zit.)

Overigens zijn opmerkelijk genoeg de reguliere songs in de film merendeels opgewekt, en dateren ze hoorbaar van voor het rock ’n roll-tijdperk. Samen met zijn oude moeder, bij wie hij inwoont, zingt Joe een stokoude song over het alfabet. Denk aan ‘A is het aapje dat eet uit zijn poot’, maar dan voor volwassenen. Ja, er zit wel degelijk ook humor in de film. Zo imiteert Joe met gevoel de douchemoord uit Psycho, die zijn moeder net op de TV heeft gezien. You Were Never Really Here zal zeker hoog eindigen in mijn top tien van 2018. Op dit moment heeft hij in ieder geval al een paar onderscheidingen van de hoogste categorie te pakken. In Cannes viel Lynne Ramsay in de prijzen met haar scenario en kreeg ze een nominatie voor beste film. Joaquin Phoenix werd verkozen tot beste acteur van dat festival. En daar blijft het vast niet bij.

---------
De plaatjes zijn geselecteerd door de schrijver


© 2018 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Een tragische antiheld Hans Knegtmans
1506VG Ramsay1De Schotse Lynne Ramsay is geen veelfilmer. Tot op 11 januari jl. haar nieuwe productie You Were Never Really Here in Nederland werd uitgebracht, hadden we slechts drie films van haar kunnen bewonderen en dat waren geen kaskrakers. Ratchatcher (1999) is een onvervalst Kitchen Sink drama. Een jongetje probeert zijn armoedige, uitzichtloze gezinsleven te ontvluchten. In Morvan Callar (2002) steelt de kansarme hoofdpersoon het romanscript van haar gesuïcideerde vriend en begint een nieuw leven op  Ibiza. En in We Need to Talk about Kevin moet een goedwillende moeder (glansrol van Tilda Swinton) het hoofd boven water zien te houden in de omgang met haar psychopathische zoontje. Was het leven voor haar al geen pretje, In You Were Never Really Here blijkt dat het nog erger kan.

Hoofdpersoon Joe – van onbestemd middelbare leeftijd – is een huurmoordenaar met een ongewone expertise. Hij staat erom bekend ontvoerde meisjes niet alleen te kunnen opsporen, maar ze ook – zonder hinderlijke inmenging van politie – bij hun ouders of voogd terug te bezorgen. Als hij gewelddadig moet optreden is dat geen punt. Zo nodig schiet hij de gijzelnemer dood, maar liever gebruikt hij een bij de doe-het-zelfzaak aangeschafte klauwhamer (eerder al het favoriete wapen van de hoofdpersoon van de film Oldboy van de Zuid-Koreaan Chan-Wook Park).

Zijn nieuwe klus blijkt echter geen routinezaak te zijn. De ontvoerde tiener is de dochter van een senator die later deel blijkt uit te maken van een pedofielennetwerk. Aan het hoofd staat niemand minder dan de gouverneur van de staat New York. Na zijn geslaagde reddingsactie krijgt Joe te maken met de zware criminelen die de gouverneur heeft ingehuurd. Het meisje wordt ten tweeden male ontvoerd en Joe overleeft ternauwernood een aanslag op zijn leven.

Zo beschreven oogt You Were Never Really There (het verhaal is gebaseerd op een novelle van Jonathan Ames) misschien als een misdaadfilm van dertien in een dozijn, maar bioscoopgangers die We Need to Talk About Kevin hebben gezien, weten al dat ‘routineus’ wel het laatste is dat het werk van Ramsay kenmerkt. Wie een rechtlijnige actiefilm verwacht, komt van een koude kermis thuis. Zo is de rol van Joe dusdanig dominant, dat je de film ondergaat als een one man show met (vanwege de intrige) nog een handvol noodzakelijke figuranten.1506VG Ramsay2 Hoofdpersoon Joaquin Phoenix trekt elke film waarin hij speelt naar zich toe, maar dit keer overtreft hij – ook al vanwege zijn gewichtstoename voor deze rol – zichzelf. Zijn personage Joe is een verbitterde depressieveling, die desondanks eerder mededogen dan irritatie oproept. Althans bij de toeschouwers, de slechteriken in het verhaal hebben overwegend een heilig ontzag voor zijn kortaffe spreekstijl en opvliegendheid.

Tussen de regels door zie je in flashbacks dat Joe niet alleen gebukt gaat onder traumatiserende praktijken van zijn vader in zijn jeugd, maar dat hij het ook later bij de marine en de FBI flink voor zijn kiezen heeft gekregen. Al met al is de film eerder een (gefragmenteerd, maar toch) psychologisch portret dan een thriller met een coherente intrige. Voortdurend hangt de dreiging van geweld in de lucht, maar de moorden zelf worden met terughoudendheid in beeld gebracht: een paar in zwart-wit als registraties van een beveiligingscamera, een andere slechts door de bloedspetters op het gezicht van de hoofdpersoon.

Naast de regisseur en de hoofdrolspeler bepaalt ook de filmmuziek van Jonny Greenwood in belangrijke mate de unheimische sfeer van de film. (Nederlandse kranten vermelden dat Jonny deel uitmaakt van de groep Radiohead, in de Amerikaanse media is hij beroemd genoeg om die informatie als een open deur te beschouwen. Alsof je uitlegt dat Mick Jagger bij de Rolling Stones zit.)

Overigens zijn opmerkelijk genoeg de reguliere songs in de film merendeels opgewekt, en dateren ze hoorbaar van voor het rock ’n roll-tijdperk. Samen met zijn oude moeder, bij wie hij inwoont, zingt Joe een stokoude song over het alfabet. Denk aan ‘A is het aapje dat eet uit zijn poot’, maar dan voor volwassenen. Ja, er zit wel degelijk ook humor in de film. Zo imiteert Joe met gevoel de douchemoord uit Psycho, die zijn moeder net op de TV heeft gezien. You Were Never Really Here zal zeker hoog eindigen in mijn top tien van 2018. Op dit moment heeft hij in ieder geval al een paar onderscheidingen van de hoogste categorie te pakken. In Cannes viel Lynne Ramsay in de prijzen met haar scenario en kreeg ze een nominatie voor beste film. Joaquin Phoenix werd verkozen tot beste acteur van dat festival. En daar blijft het vast niet bij.

---------
De plaatjes zijn geselecteerd door de schrijver
© 2018 Hans Knegtmans
powered by CJ2