archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Bezigheden > Lopen delen printen terug
In 't Vlaamse land Frits Hoorweg

1512BZ Witte Paters1Samen met H. reisde ik naar Varsenare, een plaatsje in de buurt van Brugge. H. is een gepensioneerde ‘witte pater’, hoewel ik niet zeker weet of de kwalificatie ‘gepensioneerd’ in dit verband is toegestaan. In ieder geval was zijn band met de paters wel de reden om speciaal naar Varsenare af te reizen. In het historisch kasteeldomein De Blauwe Toren aldaar was ooit een novitiaat ondergebracht, inmiddels is daaraan geen behoefte meer. Nu is het eigenlijk een soort van oude-patershuis geworden: een ruim geproportioneerde voorziening met een eigen kapel en een soort kloostertuin. In België zijn vijf van dit soort voorzieningen, in ons land nog maar één, in Heithuizen.

H. had geregeld dat we er een paar dagen konden verblijven. Hij vooral om met oude kennissen de geschiedenis nog eens door te nemen en als hij daarmee doende was kon ik mooi gaan wandelen. Direct nadat we ons hadden geïnstalleerd werd met dat laatste meteen een begin gemaakt. Een van de broeders die zich speciaal met de tuin bezig houden leidde ons rond over wat eigenlijk gewoon een klein landgoed is. Wij bewonderden een Mariakapel, een voormalige ijskelder en de begraafplaats waar overleden confrères die de wens daartoe te kennen hebben gegeven begraven worden.

Het gesprek ging al gauw over enkele ‘oude bekenden’, nou ja niet voor mij, wel voor beide anderen. Nadat we de tuin bijna rond waren geweest kwamen we bij gebouwen uit van veel recentere datum dan De Blauwe Toren, die in de huidige vorm dateert uit de tweede helft van de 19e eeuw. Hier ontstaat langzamerhand een modern bejaardencentrum, met appartementen, aanleunwoningen, activiteitencentrum en verzorgingseenheden. Zo nodig kunnen paters die verzorging nodig hebben daar terecht, ze krijgen zelfs enige voorrang. Dat is de ‘prijs’ die men bedongen heeft voor de overdracht van de grond.
Het verhaal stemde me enigszins treurig, maar onze gids hief zijn handen op karakteristieke wijze ten hemel. ‘Zo gaan de dingen, nietwaar?! Wat begonnen is als een opleidingscentrum voor novieten die klaargestoomd werden voor de zending, is nu een speciaal bejaardencentrum voor witte paters. Over een poosje is het een gewoon bejaardencentrum.’

De volgende dag liepen we eerst maar eens naar het op enige afstand, ten Westen, liggende dorp. Er bleek nauwelijks sprake van een kern. Nou ja, er is wel een oude kerk met daarnaast een restaurant, maar verder is daar alleen een grote winkel waar men planten en toebehoren verkoopt. De andere winkels zijn verspreid over het dorp, er is een zekere concentratie langs de weg die naar Brugge voert. Varsenare is zo’n dorp dat men bij ons ook wel aantreft in de buurt van een redelijk grote stad: veel vriendelijk ogende bungalows en herenhuizen, over een groot gebied verspreid. In België vertoont men gelukkig minder neiging tot de seriebouw waar wij zo dol op zijn, maar anderzijds ogen zulke dorpen nog onsamenhangender dan bij ons.

Na terugkomst dronken we koffie in een ruimte die aan de eetzaal grenst. Het is een speciaal voor dat doel ingerichte ruimte, waar je de hele dag terecht kunt. Er staan een paar wrakkige fauteuils en 16 ouderwetse stoelen rond een lange rechthoekige tafel; netjes en functioneel. Verder is er: houten lambrisering, een oud theemeubel, een modelzeilboot en er hangen schilderijtjes aan de muur. Keurig, maar uit alles blijkt dat er aan de inrichting geen vrouwenhand te pas is gekomen. Hetzelfde geldt voor de gangen waaraan de kamers (ook nog wel aangeduid als cellen) van de paters1512BZ Witte Paters2 en de gasten liggen en ongetwijfeld voor die kamers zelf ook.

Later ging ik, alleen, een andere kant op, meer in Noordelijke richting. Bij het totaal in het niets liggende, afgedankte, station (zie plaatje) stak ik via een onbewaakte overweg de rails over van de trein die van Oostende naar Brugge rijdt. Zo te zien heeft iemand nog geprobeerd om er, nadat de halte was opgeheven, een uitspanning van te maken, getuige het treinstel dat is aangeschoven; tevergeefs. Even verderop stak ik het kanaal van Oostende naar Gent over, via zo’n prachtige ‘Mecanobrug’. Aan de andere kant ligt nog een buurtschapje, met iets dat van buiten veel weg heeft van een café. Daarachter opende zich zo’n oneindig lijkend akkerbouwgebied met omgeploegd land en boerderijen van allerlei snit; her en der een paar bomen. In de verte bewoog iets dat bij nadering iemand op een racefiets bleek te zijn, ‘stoempend’ tegen de wind op; verder niets te zien. Misschien niet ieders ‘cup of tea’, maar wel de mijne.

Wat een contrast met het overvolle Brugge, waar we de volgende dag heen gingen. Daar liepen heel veel toeristen rond, een aanzienlijk deel daarvan deed dat helaas groepsgewijs en als het dan regent (ja, ook dat nog!) zetten die allemaal de paraplu op. Zou er niet zoiets als een ‘opsteekdiploma’ verplicht moeten worden gesteld? Onoordeelkundig rondlopen met een paraplu brengt mensen van mijn lengte in levensgevaar! In groepsverband zou het sowieso verboden moeten worden.

---------
Het eerste plaatje is gevonden door Henk Klaren op https://blog.ernste.net/tag/zendeling/ , de foto is van de schrijver


© 2018 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
In 't Vlaamse land Frits Hoorweg
1512BZ Witte Paters1Samen met H. reisde ik naar Varsenare, een plaatsje in de buurt van Brugge. H. is een gepensioneerde ‘witte pater’, hoewel ik niet zeker weet of de kwalificatie ‘gepensioneerd’ in dit verband is toegestaan. In ieder geval was zijn band met de paters wel de reden om speciaal naar Varsenare af te reizen. In het historisch kasteeldomein De Blauwe Toren aldaar was ooit een novitiaat ondergebracht, inmiddels is daaraan geen behoefte meer. Nu is het eigenlijk een soort van oude-patershuis geworden: een ruim geproportioneerde voorziening met een eigen kapel en een soort kloostertuin. In België zijn vijf van dit soort voorzieningen, in ons land nog maar één, in Heithuizen.

H. had geregeld dat we er een paar dagen konden verblijven. Hij vooral om met oude kennissen de geschiedenis nog eens door te nemen en als hij daarmee doende was kon ik mooi gaan wandelen. Direct nadat we ons hadden geïnstalleerd werd met dat laatste meteen een begin gemaakt. Een van de broeders die zich speciaal met de tuin bezig houden leidde ons rond over wat eigenlijk gewoon een klein landgoed is. Wij bewonderden een Mariakapel, een voormalige ijskelder en de begraafplaats waar overleden confrères die de wens daartoe te kennen hebben gegeven begraven worden.

Het gesprek ging al gauw over enkele ‘oude bekenden’, nou ja niet voor mij, wel voor beide anderen. Nadat we de tuin bijna rond waren geweest kwamen we bij gebouwen uit van veel recentere datum dan De Blauwe Toren, die in de huidige vorm dateert uit de tweede helft van de 19e eeuw. Hier ontstaat langzamerhand een modern bejaardencentrum, met appartementen, aanleunwoningen, activiteitencentrum en verzorgingseenheden. Zo nodig kunnen paters die verzorging nodig hebben daar terecht, ze krijgen zelfs enige voorrang. Dat is de ‘prijs’ die men bedongen heeft voor de overdracht van de grond.
Het verhaal stemde me enigszins treurig, maar onze gids hief zijn handen op karakteristieke wijze ten hemel. ‘Zo gaan de dingen, nietwaar?! Wat begonnen is als een opleidingscentrum voor novieten die klaargestoomd werden voor de zending, is nu een speciaal bejaardencentrum voor witte paters. Over een poosje is het een gewoon bejaardencentrum.’

De volgende dag liepen we eerst maar eens naar het op enige afstand, ten Westen, liggende dorp. Er bleek nauwelijks sprake van een kern. Nou ja, er is wel een oude kerk met daarnaast een restaurant, maar verder is daar alleen een grote winkel waar men planten en toebehoren verkoopt. De andere winkels zijn verspreid over het dorp, er is een zekere concentratie langs de weg die naar Brugge voert. Varsenare is zo’n dorp dat men bij ons ook wel aantreft in de buurt van een redelijk grote stad: veel vriendelijk ogende bungalows en herenhuizen, over een groot gebied verspreid. In België vertoont men gelukkig minder neiging tot de seriebouw waar wij zo dol op zijn, maar anderzijds ogen zulke dorpen nog onsamenhangender dan bij ons.

Na terugkomst dronken we koffie in een ruimte die aan de eetzaal grenst. Het is een speciaal voor dat doel ingerichte ruimte, waar je de hele dag terecht kunt. Er staan een paar wrakkige fauteuils en 16 ouderwetse stoelen rond een lange rechthoekige tafel; netjes en functioneel. Verder is er: houten lambrisering, een oud theemeubel, een modelzeilboot en er hangen schilderijtjes aan de muur. Keurig, maar uit alles blijkt dat er aan de inrichting geen vrouwenhand te pas is gekomen. Hetzelfde geldt voor de gangen waaraan de kamers (ook nog wel aangeduid als cellen) van de paters1512BZ Witte Paters2 en de gasten liggen en ongetwijfeld voor die kamers zelf ook.

Later ging ik, alleen, een andere kant op, meer in Noordelijke richting. Bij het totaal in het niets liggende, afgedankte, station (zie plaatje) stak ik via een onbewaakte overweg de rails over van de trein die van Oostende naar Brugge rijdt. Zo te zien heeft iemand nog geprobeerd om er, nadat de halte was opgeheven, een uitspanning van te maken, getuige het treinstel dat is aangeschoven; tevergeefs. Even verderop stak ik het kanaal van Oostende naar Gent over, via zo’n prachtige ‘Mecanobrug’. Aan de andere kant ligt nog een buurtschapje, met iets dat van buiten veel weg heeft van een café. Daarachter opende zich zo’n oneindig lijkend akkerbouwgebied met omgeploegd land en boerderijen van allerlei snit; her en der een paar bomen. In de verte bewoog iets dat bij nadering iemand op een racefiets bleek te zijn, ‘stoempend’ tegen de wind op; verder niets te zien. Misschien niet ieders ‘cup of tea’, maar wel de mijne.

Wat een contrast met het overvolle Brugge, waar we de volgende dag heen gingen. Daar liepen heel veel toeristen rond, een aanzienlijk deel daarvan deed dat helaas groepsgewijs en als het dan regent (ja, ook dat nog!) zetten die allemaal de paraplu op. Zou er niet zoiets als een ‘opsteekdiploma’ verplicht moeten worden gesteld? Onoordeelkundig rondlopen met een paraplu brengt mensen van mijn lengte in levensgevaar! In groepsverband zou het sowieso verboden moeten worden.

---------
Het eerste plaatje is gevonden door Henk Klaren op https://blog.ernste.net/tag/zendeling/ , de foto is van de schrijver
© 2018 Frits Hoorweg
powered by CJ2