archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
PvdA moet ultimatum stellen Paul Bordewijk

1420BS KiezerDe verkiezingen zijn al weer een half jaar geleden en de begroting wordt ingediend door een demissionair kabinet. Daar wordt hier en daar in de krant over gemopperd, maar echt erg vinden we het niet. En wie het al helemaal niet erg schijnen te vinden zijn de partijen die nu onderhandelen over een nieuw kabinet. Die stralen helemaal niet uit dat het een ramp voor het land is wanneer het huidige demissionaire kabinet nog een tijdje blijft zitten.

Dat is wel eens anders geweest. Nadat Wilders zijn steun aan het eerste kabinet Rutte had ingetrokken was dat gevoel van urgentie er wel. Door het oplopende overheidstekort dreigde Nederland zich niet aan de Europese regels te houden en daar moest je natuurlijk niet aan denken. En dus riep Alexander Pechtold de leiders van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie bijeen om het eens te worden over een omvangrijk bezuinigingspakket, precies de partijen die tot nu toe bij de huidige formatie betrokken zijn geweest. Dat pakket lag binnen een week op tafel en we konden dat nog op tijd aan Brussel melden. Waarin een klein land groot kan zijn!

In feite werd toen het kabinet Rutte, in weerwil van zijn demissionaire status, van een nieuwe parlementaire basis voorzien en dat zonder dat de koning (of zelfs Herman Tjeenk Willink!) eraan te pas was gekomen. Pechtold had op eigen houtje voor formateur gespeeld en dat was hem goed afgegaan.

Pechtold was er ook in geslaagd de PvdA buiten de nieuwe coalitie te houden, dit tot verdriet van Samsom. Die wilde graag laten zien dat ook de PvdA een partij was die verantwoordelijkheid kon dragen. Maar de PvdA sloeg terug. Met succes werd de nieuwe coalitie geframed als de Kunduz-coalitie, omdat dezelfde combinatie van partijen ook overeenstemming bereikt had over een weinig geloofwaardige missie om politieagenten op te leiden in het Afghaanse Kunduz. De condities daarbij waren meer afgestemd op de gevoeligheden bij het partijcongres van GroenLinks dan op de realiteit in Afghanistan.

Electoraal legde de uitsluiting van de PvdA door de Kunduz-coalitie de partij geen windeieren, met 39 zetels kreeg de PvdA samen met de VVD (42 zetels) een meerderheid in de Tweede Kamer. Fluks vormden die twee partijen een nieuw kabinet, waarmee Samsom alsnog kon laten zien dat de PvdA bereid was verantwoordelijkheid te dragen. Het Kunduz-beleid werd voortgezet en er werd nog een tandje bijgezet, omdat de bezuinigingen ook ten koste gingen van de economische groei. Samsom oogstte er veel bewondering mee, vooral bij de neoliberale media, maar niet bij de eigen kiezers. In Den Haag gonst het van de verontwaardiging over al die domme PvdA-kiezers die de partij in de steek lieten.

Inmiddels is de conjunctuur gekeerd, volgens de voorstanders dankzij het kabinetsbeleid, volgens anderen waaronder ikzelf: desondanks. Het is nu tijd om pleisters te plakken op de wonden die het beleid veroorzaakt heeft. Daar doet het demissionaire kabinet nu ook allerlei voorstellen voor. Vaak komen die overeen met wat de Kunduz-partijen ook willen. Het zou niet moeilijk moeten zijn het daar over eens te worden, maar er zijn ook nog kwesties als de nationale identiteit en het zelf gekozen einde bij voltooid leven.

Die kwesties worden zo opgeklopt omdat partijen een eigen stempel willen kunnen drukken op het kabinetsbeleid. In feite betekent dat de steun afdwingen bij andere partijen voor eigen standpunten waarvoor binnen de Tweede Kamer geen meerderheid is. Dat is niet nieuw, als linkse partij in een rechts land heeft de PvdA dat altijd gedaan bij kabinetsformaties. Maar elke overwinning die een partij daarbij boekt betekent een nederlaag voor de anderen. Alexander Pechtold wordt nu al badend in het zweet wakker bij de gedachte aan een D66-congres dat, wanneer hij binnen komt, het Wilhelmus aanheft.

In zijn onlangs bekroonde boek Niet de kiezer is gek bepleit Ton van der Meer daarom een minderheidskabinet. Dan houdt elke partij zijn eigen herkenbaarheid. Maar hé, hebben we dat niet al? Fungeert het huidige demissionaire kabinet niet al als minderheidskabinet? En vinden de partijen die nu onderhandelen dat niet eigenlijk wel best? Worden daarom die onderhandelingen eindeloos gerekt?

Er is alleen één partij die dat niet best vindt. Dat is de PvdA. Die wordt zo gedwongen tot verantwoordelijkheid voor dingen die zij niet kan verdedigen, zoals het handhaven van het eigen risico. Bij de verhoging van de onderwijssalarissen heeft Asscher al een keer gedreigd uit het kabinet te stappen. Misschien is het tijd voor een ultimatum: wanneer de formerende partijen niet voor 1 november tot overeenstemming zijn gekomen, nemen de PvdA ministers ontslag.


© 2017 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
PvdA moet ultimatum stellen Paul Bordewijk
1420BS KiezerDe verkiezingen zijn al weer een half jaar geleden en de begroting wordt ingediend door een demissionair kabinet. Daar wordt hier en daar in de krant over gemopperd, maar echt erg vinden we het niet. En wie het al helemaal niet erg schijnen te vinden zijn de partijen die nu onderhandelen over een nieuw kabinet. Die stralen helemaal niet uit dat het een ramp voor het land is wanneer het huidige demissionaire kabinet nog een tijdje blijft zitten.

Dat is wel eens anders geweest. Nadat Wilders zijn steun aan het eerste kabinet Rutte had ingetrokken was dat gevoel van urgentie er wel. Door het oplopende overheidstekort dreigde Nederland zich niet aan de Europese regels te houden en daar moest je natuurlijk niet aan denken. En dus riep Alexander Pechtold de leiders van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie bijeen om het eens te worden over een omvangrijk bezuinigingspakket, precies de partijen die tot nu toe bij de huidige formatie betrokken zijn geweest. Dat pakket lag binnen een week op tafel en we konden dat nog op tijd aan Brussel melden. Waarin een klein land groot kan zijn!

In feite werd toen het kabinet Rutte, in weerwil van zijn demissionaire status, van een nieuwe parlementaire basis voorzien en dat zonder dat de koning (of zelfs Herman Tjeenk Willink!) eraan te pas was gekomen. Pechtold had op eigen houtje voor formateur gespeeld en dat was hem goed afgegaan.

Pechtold was er ook in geslaagd de PvdA buiten de nieuwe coalitie te houden, dit tot verdriet van Samsom. Die wilde graag laten zien dat ook de PvdA een partij was die verantwoordelijkheid kon dragen. Maar de PvdA sloeg terug. Met succes werd de nieuwe coalitie geframed als de Kunduz-coalitie, omdat dezelfde combinatie van partijen ook overeenstemming bereikt had over een weinig geloofwaardige missie om politieagenten op te leiden in het Afghaanse Kunduz. De condities daarbij waren meer afgestemd op de gevoeligheden bij het partijcongres van GroenLinks dan op de realiteit in Afghanistan.

Electoraal legde de uitsluiting van de PvdA door de Kunduz-coalitie de partij geen windeieren, met 39 zetels kreeg de PvdA samen met de VVD (42 zetels) een meerderheid in de Tweede Kamer. Fluks vormden die twee partijen een nieuw kabinet, waarmee Samsom alsnog kon laten zien dat de PvdA bereid was verantwoordelijkheid te dragen. Het Kunduz-beleid werd voortgezet en er werd nog een tandje bijgezet, omdat de bezuinigingen ook ten koste gingen van de economische groei. Samsom oogstte er veel bewondering mee, vooral bij de neoliberale media, maar niet bij de eigen kiezers. In Den Haag gonst het van de verontwaardiging over al die domme PvdA-kiezers die de partij in de steek lieten.

Inmiddels is de conjunctuur gekeerd, volgens de voorstanders dankzij het kabinetsbeleid, volgens anderen waaronder ikzelf: desondanks. Het is nu tijd om pleisters te plakken op de wonden die het beleid veroorzaakt heeft. Daar doet het demissionaire kabinet nu ook allerlei voorstellen voor. Vaak komen die overeen met wat de Kunduz-partijen ook willen. Het zou niet moeilijk moeten zijn het daar over eens te worden, maar er zijn ook nog kwesties als de nationale identiteit en het zelf gekozen einde bij voltooid leven.

Die kwesties worden zo opgeklopt omdat partijen een eigen stempel willen kunnen drukken op het kabinetsbeleid. In feite betekent dat de steun afdwingen bij andere partijen voor eigen standpunten waarvoor binnen de Tweede Kamer geen meerderheid is. Dat is niet nieuw, als linkse partij in een rechts land heeft de PvdA dat altijd gedaan bij kabinetsformaties. Maar elke overwinning die een partij daarbij boekt betekent een nederlaag voor de anderen. Alexander Pechtold wordt nu al badend in het zweet wakker bij de gedachte aan een D66-congres dat, wanneer hij binnen komt, het Wilhelmus aanheft.

In zijn onlangs bekroonde boek Niet de kiezer is gek bepleit Ton van der Meer daarom een minderheidskabinet. Dan houdt elke partij zijn eigen herkenbaarheid. Maar hé, hebben we dat niet al? Fungeert het huidige demissionaire kabinet niet al als minderheidskabinet? En vinden de partijen die nu onderhandelen dat niet eigenlijk wel best? Worden daarom die onderhandelingen eindeloos gerekt?

Er is alleen één partij die dat niet best vindt. Dat is de PvdA. Die wordt zo gedwongen tot verantwoordelijkheid voor dingen die zij niet kan verdedigen, zoals het handhaven van het eigen risico. Bij de verhoging van de onderwijssalarissen heeft Asscher al een keer gedreigd uit het kabinet te stappen. Misschien is het tijd voor een ultimatum: wanneer de formerende partijen niet voor 1 november tot overeenstemming zijn gekomen, nemen de PvdA ministers ontslag.
© 2017 Paul Bordewijk
powered by CJ2