|
|
|
|
|
|
|
archiefvorig nr.lopend nr. |
|
|
|
Nummer 5
Jaargang 22
14 november 2024 Nummer 7 verschijnt op 19 december 2024 | |
|
Beschouwingen > In de polder |
delen printen
terug
|
|
|
|
|
|
|
Waarom hebben we verloren? |
Paul Bordewijk |
|
|
Nu Trump de Amerikaanse presidentsverkiezingen gewonnen heeft, vragen al zijn tegenstanders zich af hoe dat kan. En die tegenstanders bevinden zich niet alleen in Amerika, ook in Europa - en zeker in Nederland - zijn er veel tegenstanders van Trump die zich dat afvragen. Ik behoor daar zelf ook toe. Aan die vraag gaan twee veronderstellingen vooraf. In de eerste plaats dat het vanzelfsprekend zou zijn geweest dat Kamala Harris de verkiezingen had gewonnen. Als dat gebeurd was, had niemand zich afgevraagd waaraan Harris haar overwinning te danken had. Harris verkondigde immers de juiste standpunten. Alleen: het kwam maar aan op een paar procenten, ook wanneer Harris gewonnen had zou iets minder dan de helft van de kiezers op Trump gestemd hebben, ondanks zijn criminele track record, ondanks de twijfels die hij deed rijzen aan zijn democratische gezindheid, en ondanks zijn weinig samenhangende teksten. Dat waren allemaal redenen voor vooraanstaande Republikeinen om deze keer maar eens op de kandidaat van de Democraten te stemmen, terwijl wanneer er al vooraanstaande Democraten op Trump hebben gestemd, de Republikeinen dat goed verborgen hebben gehouden.
Als Harris ….
Wanneer Harris gewonnen had, zouden haar medestanders in Amerika en in Nederland opgelucht adem hebben gehaald, en het hoge aantal stemmen op Trump irrelevant hebben gevonden. Dat is de tweede veronderstelling. Toch zou het dan even zorgelijk geweest zijn dat al die bezwaren tegen Trump kennelijk voor een grote groep kiezers geen gewicht in de schaal legden. Dat Trump net even meer stemmen kreeg dan Harris is statistisch gezien niet meer dan een toevalligheid met wel serieuze gevolgen voor het te voeren beleid, maar ook zonder dat had het grote aantal stemmen op Trump om een verklaring gevraagd. Net als de Europese sociaal-democraten zien de Amerikaanse Democraten zich als de partij die het opneemt voor de gewone mensen, tegen rijke ondernemers als Elon Musk. Maar steeds meer zien we dat die boodschap bij die gewone mensen niet aanslaat, en dat zij kiezen voor de vijand. In De Leunstoel van 27 juni j.l. heb ik geschreven over de Nederlandse Kamerverkiezingen van 1963, toen de PvdA zijn eerste grote nederlaag moest incasseren. Uit eigen onderzoek wist men dat veel programmapunten van de PvdA niet aansloegen bij de klassieke achterban, maar ze werden toch doorgezet. Bovendien werd de volkse en in de ogen van het partijbestuur een beetje ordinaire fractievoorzitter Jaap Burger gepasseerd voor de ietwat bekakt pratende professor Vondeling, die er ook nog prat op ging dat hij geen lid van de VARA was maar van de VPRO.
De PvdA in 2005
In 2005 incasseerde de PvdA een serieuze nederlaag bij het referendum over de Europese Grondwet. Ik zag zelf dat referendum als een mooie gelegenheid om bezwaren tegen de Europese integratie die ik toch al had over het voetlicht te brengen, en daardoor kwam ik ineens in de rol van vertegenwoordiger van de meerderheid van de PvdA-kiezers die had tegengestemd. Ik mocht op een PvdA-bijeenkomst in discussie met Frans Timmermans, en werd lid van de commissie die het programma voor de Europese verkiezingen van 2009 schreef. Dat leidde tot het meest eurokritische PvdA document dat ooit verschenen is, maar het bleek vergeefse moeite. De PvdA liet na om kandidaten voor het Europese parlement te zoeken die ook bereid waren die boodschap uit te dragen, en zo kwam er van deze poging meer rekening te houden met de opvattingen van de kiezers niets terecht. De PvdA zou nog wel het referendum verdedigen als een noodrem voor wanneer de Tweede Kamer een beslissing zou nemen die in strijd is met wat de meerderheid van de bevolking vindt, maar ook dat is los gelaten. Het gaat ook te ver om te stellen dat een parlement dat anders besluit dan de wil van de kiezers een nepparlement is, zoals Wilders doet, maar dat ontslaat Kamerleden niet van de verplichting zich af te vragen wat hun kiezers eigenlijk willen, en daarmee rekening te houden. Dat zou de les moeten zijn van de nederlaag van de Amerikaanse Democraten. Maar door de samenwerking met GroenLinks behoort dat niet meer tot de mogelijkheden.
----------
|
|
|
|
|
|
|
|
Beschouwingen > In de polder |
Waarom hebben we verloren? |
Paul Bordewijk |
Nu Trump de Amerikaanse presidentsverkiezingen gewonnen heeft, vragen al zijn tegenstanders zich af hoe dat kan. En die tegenstanders bevinden zich niet alleen in Amerika, ook in Europa - en zeker in Nederland - zijn er veel tegenstanders van Trump die zich dat afvragen. Ik behoor daar zelf ook toe. Aan die vraag gaan twee veronderstellingen vooraf. In de eerste plaats dat het vanzelfsprekend zou zijn geweest dat Kamala Harris de verkiezingen had gewonnen. Als dat gebeurd was, had niemand zich afgevraagd waaraan Harris haar overwinning te danken had. Harris verkondigde immers de juiste standpunten. Alleen: het kwam maar aan op een paar procenten, ook wanneer Harris gewonnen had zou iets minder dan de helft van de kiezers op Trump gestemd hebben, ondanks zijn criminele track record, ondanks de twijfels die hij deed rijzen aan zijn democratische gezindheid, en ondanks zijn weinig samenhangende teksten. Dat waren allemaal redenen voor vooraanstaande Republikeinen om deze keer maar eens op de kandidaat van de Democraten te stemmen, terwijl wanneer er al vooraanstaande Democraten op Trump hebben gestemd, de Republikeinen dat goed verborgen hebben gehouden.
Als Harris ….
Wanneer Harris gewonnen had, zouden haar medestanders in Amerika en in Nederland opgelucht adem hebben gehaald, en het hoge aantal stemmen op Trump irrelevant hebben gevonden. Dat is de tweede veronderstelling. Toch zou het dan even zorgelijk geweest zijn dat al die bezwaren tegen Trump kennelijk voor een grote groep kiezers geen gewicht in de schaal legden. Dat Trump net even meer stemmen kreeg dan Harris is statistisch gezien niet meer dan een toevalligheid met wel serieuze gevolgen voor het te voeren beleid, maar ook zonder dat had het grote aantal stemmen op Trump om een verklaring gevraagd. Net als de Europese sociaal-democraten zien de Amerikaanse Democraten zich als de partij die het opneemt voor de gewone mensen, tegen rijke ondernemers als Elon Musk. Maar steeds meer zien we dat die boodschap bij die gewone mensen niet aanslaat, en dat zij kiezen voor de vijand. In De Leunstoel van 27 juni j.l. heb ik geschreven over de Nederlandse Kamerverkiezingen van 1963, toen de PvdA zijn eerste grote nederlaag moest incasseren. Uit eigen onderzoek wist men dat veel programmapunten van de PvdA niet aansloegen bij de klassieke achterban, maar ze werden toch doorgezet. Bovendien werd de volkse en in de ogen van het partijbestuur een beetje ordinaire fractievoorzitter Jaap Burger gepasseerd voor de ietwat bekakt pratende professor Vondeling, die er ook nog prat op ging dat hij geen lid van de VARA was maar van de VPRO.
De PvdA in 2005
In 2005 incasseerde de PvdA een serieuze nederlaag bij het referendum over de Europese Grondwet. Ik zag zelf dat referendum als een mooie gelegenheid om bezwaren tegen de Europese integratie die ik toch al had over het voetlicht te brengen, en daardoor kwam ik ineens in de rol van vertegenwoordiger van de meerderheid van de PvdA-kiezers die had tegengestemd. Ik mocht op een PvdA-bijeenkomst in discussie met Frans Timmermans, en werd lid van de commissie die het programma voor de Europese verkiezingen van 2009 schreef. Dat leidde tot het meest eurokritische PvdA document dat ooit verschenen is, maar het bleek vergeefse moeite. De PvdA liet na om kandidaten voor het Europese parlement te zoeken die ook bereid waren die boodschap uit te dragen, en zo kwam er van deze poging meer rekening te houden met de opvattingen van de kiezers niets terecht. De PvdA zou nog wel het referendum verdedigen als een noodrem voor wanneer de Tweede Kamer een beslissing zou nemen die in strijd is met wat de meerderheid van de bevolking vindt, maar ook dat is los gelaten. Het gaat ook te ver om te stellen dat een parlement dat anders besluit dan de wil van de kiezers een nepparlement is, zoals Wilders doet, maar dat ontslaat Kamerleden niet van de verplichting zich af te vragen wat hun kiezers eigenlijk willen, en daarmee rekening te houden. Dat zou de les moeten zijn van de nederlaag van de Amerikaanse Democraten. Maar door de samenwerking met GroenLinks behoort dat niet meer tot de mogelijkheden.
----------
|
© 2024 Paul Bordewijk |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|