|
|
|
|
|
|
|
archiefvorig nr.lopend nr. |
|
|
|
Nummer 5
Jaargang 22
14 november 2024 Nummer 6 verschijnt op 28 november 2024 | |
|
Beschouwingen > De verbazing |
delen printen
terug
|
|
|
|
|
|
|
Bruut! |
Thomas van der Steen |
|
|
Dat ik ooit zou vallen voor brutalistische gebouwen is een wonder. In mijn jeugd verfoeide ik de LTS bij ons in de wijk. Een massief blok grijs beton zonder franje en na een regenbui zo mogelijk nog treuriger van aanblik. En als ik voor mijn werk op het Mediapark van studio 5 naar 23 liep, werd ik ook al niet vrolijk. De gebouwen van de NOS zou je eerder in Katowice of Karl-Marx-Stadt verwachten. Al het geld bedoeld voor onderhoud gaat natuurlijk op aan de vele bestuurslagen en commissies, dus door verwering lijken de betonnen gevels te lijden aan een lugubere huidziekte.
Terneuzen: Bakema
Maar een mens verandert, zijn smaak net zo. Bij toeval trof ik op twitter (ruim voor X) een groepje brutalisme-liefhebbers. Ik genoot van hun foto’s van bunkerachtige flats in Boekarest en het béton brut van Unité d’Habitation van Le Corbusier. Maar ze postten ook over gebouwen in Nederland. Het stadhuis van Terneuzen uit 1972 bleek een favoriet van een van de enthousiastelingen, vandaar dat ik er een omweg voor maakte. In zoverre, mijn zoon en ik waren onderweg naar een koers in België. Verschrikt stelde hij vast dat zijn oplaadpasje alleen voor Nederland gold en we waren Bergen op Zoom al voorbij. Ik stelde een omweg voor via de grootste stad van Zeeuws-Vlaanderen. Een klein uur later stonden we oog in oog met dat stadhuis. De schepping van architect Jaap Bakema bleek immens, ongepolijst, overweldigend maar vooral rauw. Ik bekeek het nog wel met een knipoog, zo van, ja fantastisch hoor, deze kolos maar eigenlijk vind ik het mooi van lelijkheid.
Den Bosch: Maaskant
Later deed ik Den Bosch aan. In het provinciehuis van Noord-Brabant was een foto-expositie over die onwerkelijke coronaperiode. De beelden grepen me bij de strot. Artsen en verpleegkundigen gehuld in plastic, bouwliften om op de derde verdieping door het raam naar oma te zwaaien, Koningin Elizabeth die in haar piere-eentje in de kerkbank afscheid neemt van haar Philip, de cirkels in het gras van het Vondelpark op een zonnige voorjaarsdag, ijzingwekkend. Maar dat gevoel verdween op slag toen ik het provinciehuis van buiten goed bekeek. Getekend door Hugh Maaskant en opgeleverd in 1971. Het 103 meter hoge gebouw is ook brutalistisch maar juist wel gepolijst. In een grote boog liep ik eromheen en raakte steeds meer betoverd door haar schoonheid. Ik was definitief om en werd een toegewijde liefhebber van brutalisme.
Zo kocht ik het boek Bruut, Atlas van het brutalisme in Nederland. Al lezend en bladerend zag ik een paar beauties in de stad Utrecht. In mijn hoofd zat ik al op de fiets, meanderend van apotheek Overvecht via de studentenflats van Tuindorp West naar het Science Park. Ga ik doen, het plan is in beton gegoten.
----------
De foto's zijn van de auteur.
|
|
|
|
|
|
|
|
Beschouwingen > De verbazing |
Bruut! |
Thomas van der Steen |
Dat ik ooit zou vallen voor brutalistische gebouwen is een wonder. In mijn jeugd verfoeide ik de LTS bij ons in de wijk. Een massief blok grijs beton zonder franje en na een regenbui zo mogelijk nog treuriger van aanblik. En als ik voor mijn werk op het Mediapark van studio 5 naar 23 liep, werd ik ook al niet vrolijk. De gebouwen van de NOS zou je eerder in Katowice of Karl-Marx-Stadt verwachten. Al het geld bedoeld voor onderhoud gaat natuurlijk op aan de vele bestuurslagen en commissies, dus door verwering lijken de betonnen gevels te lijden aan een lugubere huidziekte.
Terneuzen: Bakema
Maar een mens verandert, zijn smaak net zo. Bij toeval trof ik op twitter (ruim voor X) een groepje brutalisme-liefhebbers. Ik genoot van hun foto’s van bunkerachtige flats in Boekarest en het béton brut van Unité d’Habitation van Le Corbusier. Maar ze postten ook over gebouwen in Nederland. Het stadhuis van Terneuzen uit 1972 bleek een favoriet van een van de enthousiastelingen, vandaar dat ik er een omweg voor maakte. In zoverre, mijn zoon en ik waren onderweg naar een koers in België. Verschrikt stelde hij vast dat zijn oplaadpasje alleen voor Nederland gold en we waren Bergen op Zoom al voorbij. Ik stelde een omweg voor via de grootste stad van Zeeuws-Vlaanderen. Een klein uur later stonden we oog in oog met dat stadhuis. De schepping van architect Jaap Bakema bleek immens, ongepolijst, overweldigend maar vooral rauw. Ik bekeek het nog wel met een knipoog, zo van, ja fantastisch hoor, deze kolos maar eigenlijk vind ik het mooi van lelijkheid.
Den Bosch: Maaskant
Later deed ik Den Bosch aan. In het provinciehuis van Noord-Brabant was een foto-expositie over die onwerkelijke coronaperiode. De beelden grepen me bij de strot. Artsen en verpleegkundigen gehuld in plastic, bouwliften om op de derde verdieping door het raam naar oma te zwaaien, Koningin Elizabeth die in haar piere-eentje in de kerkbank afscheid neemt van haar Philip, de cirkels in het gras van het Vondelpark op een zonnige voorjaarsdag, ijzingwekkend. Maar dat gevoel verdween op slag toen ik het provinciehuis van buiten goed bekeek. Getekend door Hugh Maaskant en opgeleverd in 1971. Het 103 meter hoge gebouw is ook brutalistisch maar juist wel gepolijst. In een grote boog liep ik eromheen en raakte steeds meer betoverd door haar schoonheid. Ik was definitief om en werd een toegewijde liefhebber van brutalisme.
Zo kocht ik het boek Bruut, Atlas van het brutalisme in Nederland. Al lezend en bladerend zag ik een paar beauties in de stad Utrecht. In mijn hoofd zat ik al op de fiets, meanderend van apotheek Overvecht via de studentenflats van Tuindorp West naar het Science Park. Ga ik doen, het plan is in beton gegoten.
----------
De foto's zijn van de auteur.
|
© 2024 Thomas van der Steen |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|