|
|
|
|
|
|
|
archiefvorig nr.lopend nr. |
|
|
|
Nummer 5
Jaargang 22
14 november 2024 Nummer 7 verschijnt op 19 december 2024 | |
|
Beschouwingen > Brief uit ... |
delen printen
terug
|
|
|
|
|
|
|
Texel |
Carlo van Praag |
|
|
De vergrijzing, die is ook mijn schuld. Had ik maar kaal moeten worden. Terwijl de vergrijzing ook buiten mijn persoon om zich heen woedt, krimpt de zorg. Zorg? Dat stond vroeger voor iets dat je ’s nachts uit je slaap hield of voor een werkwoord, tegenwoordige tijd, eerste persoon enkelvoud, maar nu wordt er een systeem mee aangeduid, een systeem dat geen bloeiende toekomst tegemoet gaat. Waar moet dat heen? Ik krimp zelf ook, niet alleen mijn gestalte, maar ook mijn relationele kring die toch al niet kamervullend was. De bankmedewerker, de laatste in zijn soort die nog niet is vervangen door een stupide chatbot, spreekt van een beperkte beleggingshorizon. Onze geografische horizon is ook onderhevig aan verschrompeling. Voor de vermelding van het kilometrage van onze wandelingen en fietstochten hoeven wij geen gebruik meer te maken van het tientallig stelsel en vakanties strekken zich niet meer uit tot buiten de grenzen van ons toch niet zeer uitgestrekte land. Wij hebben weliswaar drie dagen in Maastricht doorgebracht, maar de voorgenomen excursie naar Luik is er niet van gekomen vanwege wateroverlast op het spoor bij Eijsden. Onze herfstvakantie (maar eigenlijk hebben wij altijd vakantie) vond plaats op Texel.
Een Eiland
Texel (spreek uit Tessel) is een eiland gelegen ten noorden van de provincie Noord-Holland. Het is een woest eiland, bebeukt door twee onstuimige zeeën. Eens in de week wordt het aangedaan door een nietig scheepje dat, als het geweld van de golven het toestaat, aanlegt in het enige haventje. De weinige reizigers worden daar afgezet en het vaartuigje neemt een lading van uit schapenwol gebreide truien in, om die naar het vasteland te vervoeren. De weinige bewoners van het eiland leven van de schapenteelt en van de bokkingvisserij. De vrouwen houden zich bezig met spinnen, weven en breien. De schapen vormen een geducht ras dat niet zonder gevaar benaderd kan worden, maar de potige Texelaars weten er wel raad mee. Aan het einde van de strenge winter (de hoge duintoppen zijn ten minste vijf maanden met sneeuw bedekt) worden de schapen geschoren en is er het skaapskerrefeest. Een oud Texels spreekwoord luidt: ‘wol op 'e man, spek yn 'e panne’ (wol aan de man, spek in de pan). Wij verbleven in het enige logement. Een sober verblijf dat niet de luxe van elektrisch licht en stromend water kende. Toch was het ook zonder deze voorzieningen onder de hanenbalken gezellig toeven. Onze gastvrouw zwoegde de ganse dag om ons een minimum aan comfort te bieden. Zij sprokkelde hout in de wijde omtrek om het fornuis aan de gang te houden en sjouwde met water afkomstig uit een put op twee kilometer afstand. Wij boden haar een reikende hand maar zij wees onze hulp af. Het is een trots volk daar op het eiland.
Een wandeling
Wij maakten enkele korte wandelingen in de omgeving, maar wij wilden natuurlijk het eiland ook verder verkennen. Het is voor de vreemdeling echter niet raadzaam dit zonder begeleiding te doen. Verdwalen in dit landschap zonder wegwijzers met dichte bossen en met nauwelijks begaanbare paden is niet denkbeeldig. Moerassen en drijfzand zijn menigeen fataal geworden. Gelukkig was de man van de herbergierster uiteindelijk bereid ons te gidsen, hoewel een blik op onze verwelkte gestalten zijn aarzeling verried. Hij beloofde ons een route zonder al te veel uitdagingen, maar schouderde voor ons vertrek wel zijn jachtgeweer. Verwachtte hij op onze tocht enig wild te verschalken voor het diner? ‘Het is voor alle zekerheid. Je weet nooit wat je tegenkomt’, zei hij. ‘De wolven zijn het ergste niet hoor, hoewel zij gerust wel mensen kunnen aanvallen als hun pet ernaar staat. Nee, het zijn de wilde honden hier op het eiland die gevaar opleveren. Gelukkig zitten zij meestal achter de frije skapen aan’. Wij kregen op onze tocht inderdaad heel in de verte een kudde wilde schapen te zien, maar verder geen viervoeters, gevaarlijk of niet. Wel enorme roofvogels cirkelend hoog in het grauwe, regen voorspellende, zwerk. Wij hebben al met al maar een uur of vier door de Texelse jungle gestruind en dat was uitdaging genoeg voor onze broze lichamen.
De volgende dag markeerde alweer het einde van onze vakantie. Wij dankten onze gastvrouw en haar echtgenoot uitvoerig en beloofden enkele hier nog vrijwel onbekende, maar eigenlijk onmisbare, artikelen, zoals een dunschiller, op te sturen.
De overtocht naar het vasteland leverde, behalve de onvermijdelijke zeeziekte, geen problemen op. In de trein op weg naar huis gonsde het van de geruchten. Trump zou de verkiezingen in zijn voordeel gaan beslechten. De mensheid is er nog erger aan toe dan ik al dacht.
----------
De tekening is van Henk Klaren.
|
|
|
|
|
|
|
|
Beschouwingen > Brief uit ... |
Texel |
Carlo van Praag |
De vergrijzing, die is ook mijn schuld. Had ik maar kaal moeten worden. Terwijl de vergrijzing ook buiten mijn persoon om zich heen woedt, krimpt de zorg. Zorg? Dat stond vroeger voor iets dat je ’s nachts uit je slaap hield of voor een werkwoord, tegenwoordige tijd, eerste persoon enkelvoud, maar nu wordt er een systeem mee aangeduid, een systeem dat geen bloeiende toekomst tegemoet gaat. Waar moet dat heen? Ik krimp zelf ook, niet alleen mijn gestalte, maar ook mijn relationele kring die toch al niet kamervullend was. De bankmedewerker, de laatste in zijn soort die nog niet is vervangen door een stupide chatbot, spreekt van een beperkte beleggingshorizon. Onze geografische horizon is ook onderhevig aan verschrompeling. Voor de vermelding van het kilometrage van onze wandelingen en fietstochten hoeven wij geen gebruik meer te maken van het tientallig stelsel en vakanties strekken zich niet meer uit tot buiten de grenzen van ons toch niet zeer uitgestrekte land. Wij hebben weliswaar drie dagen in Maastricht doorgebracht, maar de voorgenomen excursie naar Luik is er niet van gekomen vanwege wateroverlast op het spoor bij Eijsden. Onze herfstvakantie (maar eigenlijk hebben wij altijd vakantie) vond plaats op Texel.
Een Eiland
Texel (spreek uit Tessel) is een eiland gelegen ten noorden van de provincie Noord-Holland. Het is een woest eiland, bebeukt door twee onstuimige zeeën. Eens in de week wordt het aangedaan door een nietig scheepje dat, als het geweld van de golven het toestaat, aanlegt in het enige haventje. De weinige reizigers worden daar afgezet en het vaartuigje neemt een lading van uit schapenwol gebreide truien in, om die naar het vasteland te vervoeren. De weinige bewoners van het eiland leven van de schapenteelt en van de bokkingvisserij. De vrouwen houden zich bezig met spinnen, weven en breien. De schapen vormen een geducht ras dat niet zonder gevaar benaderd kan worden, maar de potige Texelaars weten er wel raad mee. Aan het einde van de strenge winter (de hoge duintoppen zijn ten minste vijf maanden met sneeuw bedekt) worden de schapen geschoren en is er het skaapskerrefeest. Een oud Texels spreekwoord luidt: ‘wol op 'e man, spek yn 'e panne’ (wol aan de man, spek in de pan). Wij verbleven in het enige logement. Een sober verblijf dat niet de luxe van elektrisch licht en stromend water kende. Toch was het ook zonder deze voorzieningen onder de hanenbalken gezellig toeven. Onze gastvrouw zwoegde de ganse dag om ons een minimum aan comfort te bieden. Zij sprokkelde hout in de wijde omtrek om het fornuis aan de gang te houden en sjouwde met water afkomstig uit een put op twee kilometer afstand. Wij boden haar een reikende hand maar zij wees onze hulp af. Het is een trots volk daar op het eiland.
Een wandeling
Wij maakten enkele korte wandelingen in de omgeving, maar wij wilden natuurlijk het eiland ook verder verkennen. Het is voor de vreemdeling echter niet raadzaam dit zonder begeleiding te doen. Verdwalen in dit landschap zonder wegwijzers met dichte bossen en met nauwelijks begaanbare paden is niet denkbeeldig. Moerassen en drijfzand zijn menigeen fataal geworden. Gelukkig was de man van de herbergierster uiteindelijk bereid ons te gidsen, hoewel een blik op onze verwelkte gestalten zijn aarzeling verried. Hij beloofde ons een route zonder al te veel uitdagingen, maar schouderde voor ons vertrek wel zijn jachtgeweer. Verwachtte hij op onze tocht enig wild te verschalken voor het diner? ‘Het is voor alle zekerheid. Je weet nooit wat je tegenkomt’, zei hij. ‘De wolven zijn het ergste niet hoor, hoewel zij gerust wel mensen kunnen aanvallen als hun pet ernaar staat. Nee, het zijn de wilde honden hier op het eiland die gevaar opleveren. Gelukkig zitten zij meestal achter de frije skapen aan’. Wij kregen op onze tocht inderdaad heel in de verte een kudde wilde schapen te zien, maar verder geen viervoeters, gevaarlijk of niet. Wel enorme roofvogels cirkelend hoog in het grauwe, regen voorspellende, zwerk. Wij hebben al met al maar een uur of vier door de Texelse jungle gestruind en dat was uitdaging genoeg voor onze broze lichamen.
De volgende dag markeerde alweer het einde van onze vakantie. Wij dankten onze gastvrouw en haar echtgenoot uitvoerig en beloofden enkele hier nog vrijwel onbekende, maar eigenlijk onmisbare, artikelen, zoals een dunschiller, op te sturen.
De overtocht naar het vasteland leverde, behalve de onvermijdelijke zeeziekte, geen problemen op. In de trein op weg naar huis gonsde het van de geruchten. Trump zou de verkiezingen in zijn voordeel gaan beslechten. De mensheid is er nog erger aan toe dan ik al dacht.
----------
De tekening is van Henk Klaren.
|
© 2024 Carlo van Praag |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|