archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 5
Jaargang 22
14 november 2024
Nummer 7 verschijnt op
19 december 2024
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Loterijclubje bij slagerij Van Olphen Rob van Olphen

2205BS LoterijSinds 1926 had onze vader een slagerij in een volkswijk in Den Haag. De concurrentie was heel heftig. In een straal van 500 meter zaten wel vijf slagerijen die allemaal voor hun boterham moesten knokken.
Ons gezin bestond uit Pa, Ma en zes jongens die allemaal hard mee moesten werken om het hoofd boven water te houden. Kleine zelfstandigen hadden toen geen recht op kinderbijslag. Als we uit school kwamen moesten we gelijk een witte kiel en schort aandoen en er tegen aan. De werkzaamheden bestonden onder andere uit: varkensstaartjes afbranden, varkenspootjes ontdoen van haar en hoeven, varkenskoppen uitbenen, vet smelten voor de kaantjes, dobbelsteentjes spek snijden voor de worstmakerij. Inmiddels ben ik vegetariër!
Pa was een ambachtelijke slager die alle vleeswaren, worsten etc. zelf maakte.

Zaagsel

Voor de rookkast werden verschillende soorten zaagsel gebruikt. Wij moesten dan langs grote houtzagerijen om het zaagsel te verzamelen. Achteraf levensgevaarlijk werk. Als jochie kroop je onder die enorme zaagmachines om het zaagsel te verzamelen en in een jute zak te deponeren. Pa wilde het liefst zaagsel van eikenhout want dat brandt het langst in de rokerij. Alles aan de baas van de zagerij afrekenen in natura met een groot stuk worst. Bijna altijd zei de baas dat wij tegen die ouwe vaar van ons moesten zeggen dat-ie de volgende keer een groter stuk worst mee moest geven anders kregen wij geen zaagsel meer!

Nog meer akkefietjes zoals met een klein bloknootje -op je stepje- naar de vaste klanten om bestellingen op te nemen. Snel weer naar huis, dan maakte Ma de bestellingen klaar. Met gepast wisselgeld weer terug om het af te leveren.

Elke twee weken hadden we aanbiedingen. Dat werd kenbaar gemaakt met folders, gedrukt op kanariegeel papier. Het was geen leuk werk om die folders 's avonds in al die brievenbussen te deponeren. Heel veel portieken, kleine sombere hofjes vaak met minimale straatverlichting. En dan al die loslopende honden. Je was blij als je eindelijk klaar was met die job. In de winter was het extra zwaar, gelukkig stond er altijd een emmer met warm water waar je iedere keer naar toe rende om je handen weer even tot leven te laten komen.

Op de pof

We hadden heel veel klanten die op de pof kochten. Meestal ging dat wel goed, maar helaas gebeurde het weleens dat er een achterstand was. Dan moesten wij naar de klanten toe om het geld te innen. Dat vond ik verschrikkelijk om te doen. Ik belde met de zenuwen aan, dan werd er geschreeuwd van uit het raam ‘wat mot je?’ Ik antwoordde dan met een benepen stemmetje: ‘De slager, mijn vader, krijgt nog geld van U’. Dan reageerden ze soms door te zeggen: ‘Zeg maar tegen je ouwe vaar dat die de kolere kan krijgen!’ Thuisgekomen vroeg Pa of ze betaald had. Dan zei ik van niet en dat je de kolere kan krijgen.

Er waren verschillende fabrieken bij ons in de buurt. Als een klant naar rubber rook dan werkte hij bij de firma Vredestein en als je metaal rook dan waren ze werkzaam bij de firma Wilson want daar werden gasmeters geproduceerd.

De Loterij

Pa had een klanten-bindingsmiddel bedacht: een Loterij-clubje! De meesten bewoners van onze wijk hadden niet de middelen om met de Staatsloterij mee te spelen. Onze klanten betaalden dan 25 of 50 cent per week en dan speelden ze mee met een gedeeld lot met een paar mensen. Pa kocht dan hele staatsloten. Die verdeelde hij onder de clubjes, zodat er meer kansen waren om wat te winnen. Het gebeurde regelmatig dat ze in de prijzen vielen en ze waren dan dolgelukkig met het extra inkomen. Vaak betaalde Pa de prijzen al uit voordat hij het zelf al had ontvangen. Tot diep in de nacht was hij bezig om de administratie van al die clubjes bij te houden. Hij maakte er geen winst op want het was louter klantenbinding en om de klanten de gelegenheid te geven om met de Staatsloterij mee te spelen.

----------

De illustratie is van Han Busstra.




© 2024 Rob van Olphen meer Rob van Olphen - meer "Het leven zelf"
Beschouwingen > Het leven zelf
Loterijclubje bij slagerij Van Olphen Rob van Olphen
2205BS LoterijSinds 1926 had onze vader een slagerij in een volkswijk in Den Haag. De concurrentie was heel heftig. In een straal van 500 meter zaten wel vijf slagerijen die allemaal voor hun boterham moesten knokken.
Ons gezin bestond uit Pa, Ma en zes jongens die allemaal hard mee moesten werken om het hoofd boven water te houden. Kleine zelfstandigen hadden toen geen recht op kinderbijslag. Als we uit school kwamen moesten we gelijk een witte kiel en schort aandoen en er tegen aan. De werkzaamheden bestonden onder andere uit: varkensstaartjes afbranden, varkenspootjes ontdoen van haar en hoeven, varkenskoppen uitbenen, vet smelten voor de kaantjes, dobbelsteentjes spek snijden voor de worstmakerij. Inmiddels ben ik vegetariër!
Pa was een ambachtelijke slager die alle vleeswaren, worsten etc. zelf maakte.

Zaagsel

Voor de rookkast werden verschillende soorten zaagsel gebruikt. Wij moesten dan langs grote houtzagerijen om het zaagsel te verzamelen. Achteraf levensgevaarlijk werk. Als jochie kroop je onder die enorme zaagmachines om het zaagsel te verzamelen en in een jute zak te deponeren. Pa wilde het liefst zaagsel van eikenhout want dat brandt het langst in de rokerij. Alles aan de baas van de zagerij afrekenen in natura met een groot stuk worst. Bijna altijd zei de baas dat wij tegen die ouwe vaar van ons moesten zeggen dat-ie de volgende keer een groter stuk worst mee moest geven anders kregen wij geen zaagsel meer!

Nog meer akkefietjes zoals met een klein bloknootje -op je stepje- naar de vaste klanten om bestellingen op te nemen. Snel weer naar huis, dan maakte Ma de bestellingen klaar. Met gepast wisselgeld weer terug om het af te leveren.

Elke twee weken hadden we aanbiedingen. Dat werd kenbaar gemaakt met folders, gedrukt op kanariegeel papier. Het was geen leuk werk om die folders 's avonds in al die brievenbussen te deponeren. Heel veel portieken, kleine sombere hofjes vaak met minimale straatverlichting. En dan al die loslopende honden. Je was blij als je eindelijk klaar was met die job. In de winter was het extra zwaar, gelukkig stond er altijd een emmer met warm water waar je iedere keer naar toe rende om je handen weer even tot leven te laten komen.

Op de pof

We hadden heel veel klanten die op de pof kochten. Meestal ging dat wel goed, maar helaas gebeurde het weleens dat er een achterstand was. Dan moesten wij naar de klanten toe om het geld te innen. Dat vond ik verschrikkelijk om te doen. Ik belde met de zenuwen aan, dan werd er geschreeuwd van uit het raam ‘wat mot je?’ Ik antwoordde dan met een benepen stemmetje: ‘De slager, mijn vader, krijgt nog geld van U’. Dan reageerden ze soms door te zeggen: ‘Zeg maar tegen je ouwe vaar dat die de kolere kan krijgen!’ Thuisgekomen vroeg Pa of ze betaald had. Dan zei ik van niet en dat je de kolere kan krijgen.

Er waren verschillende fabrieken bij ons in de buurt. Als een klant naar rubber rook dan werkte hij bij de firma Vredestein en als je metaal rook dan waren ze werkzaam bij de firma Wilson want daar werden gasmeters geproduceerd.

De Loterij

Pa had een klanten-bindingsmiddel bedacht: een Loterij-clubje! De meesten bewoners van onze wijk hadden niet de middelen om met de Staatsloterij mee te spelen. Onze klanten betaalden dan 25 of 50 cent per week en dan speelden ze mee met een gedeeld lot met een paar mensen. Pa kocht dan hele staatsloten. Die verdeelde hij onder de clubjes, zodat er meer kansen waren om wat te winnen. Het gebeurde regelmatig dat ze in de prijzen vielen en ze waren dan dolgelukkig met het extra inkomen. Vaak betaalde Pa de prijzen al uit voordat hij het zelf al had ontvangen. Tot diep in de nacht was hij bezig om de administratie van al die clubjes bij te houden. Hij maakte er geen winst op want het was louter klantenbinding en om de klanten de gelegenheid te geven om met de Staatsloterij mee te spelen.

----------

De illustratie is van Han Busstra.


© 2024 Rob van Olphen
powered by CJ2