archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 13
Jaargang 21
4 april 2024
Nummer 14 verschijnt op
18 april 2024
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Wantrouw de wetenschap?! Carlo van Praag

1606BS Drees4‘Ik spreek u vandaag toe als schrijver, als denker, maar bovenal als wetenschapper’. Met deze wat parmantige introductie stelt Rosanne Hertzberger zich voor aan het publiek dat gekomen is om de Willem Dreeslezing uit haar mond te horen *. Nu ben ik zelf ook denker. Ik denk de hele dag door, zelfs tegen mijn zin. Nu denk ik bijvoorbeeld dat er wel wat kanttekeningen bij haar uiteenzetting zijn te maken.

Ondanks de scepsis ten aanzien van de wetenschap, die zich vooral in de sociale media doet gelden (‘wetenschap is ook maar een mening’), vindt Rosanne Hertzberger dat het publiek nog steeds veel vertrouwen stelt in de wetenschap, naar haar oordeel zelfs te veel. Zij beroept zich daarbij, enigszins paradoxaal, op een rapport van het Rathenau-instituut waaruit blijkt dat het vertrouwen in de wetenschap het rapportcijfer 7,1 scoort en dat bijna vier vijfde van de geënquêteerden meent dat wetenschappers zorgvuldig, deskundig en betrouwbaar zijn. Deze opinieonderzoeken zijn nu juist een zeer wankel onderdeel van de wetenschap. Wie doen aan zo’n onderzoek mee? Gaat het om een  goede steekproef uit de bevolking? Was er voldoende respons? Of zijn de uitslagen gebaseerd op een internetpanel? Hertzberger gaat er verder niet op in.

Vertrouwen de mensen te veel op de wetenschap? Er is iets voor te zeggen. Vooral dat opinieonderzoek, waarin stelselmatig de minst geïnformeerden en de meest rancuneuzen zijn ondervertegenwoordigd, mag men wantrouwen. Ook in andere takken van het wetenschappelijk bedrijf doen zich misstanden voor. Er wordt gesjoemeld met onderzoeksresultaten, de farmaceutische industrie springt er selectief mee om en ‘doorbraken’ (die dat achteraf niet blijken te zijn) worden prematuur gepubliceerd omdat de onderzoeker uit is op eigen glorie. Te veel vertrouwen, zegt Rosanne Hertzberger. Volgens haar getuigen zelfs de ontkenners van de klimaatsopwarming en de hoog opgeleide fulmineerders tegen vaccinatie van een te groot vertrouwen in de wetenschap, want ook deze ontspoorde geesten (mijn kwalificatie, CvP) beroepen zich op resultaten van onderzoek. Jawel, denk ik dan, maar wel op resultaten die met een heel dun draadje aan de wetenschap hangen. Ik zou de aanhangers van deze stromingen niet gebruiken als indicatie van vertrouwen in de wetenschap, maar als het tegendeel; zij vertrouwen op geruchten in de sociale media. Zij zijn vertegenwoordigers van modern bijgeloof.

Is vertrouwen in de wetenschap te meten met opinieonderzoek? Je krijgt altijd wel een resultaat, maar waar staat dat voor: waarschijnlijk vooral voor vertrouwen in het algemeen: in de overheid, in de politiek, misschien zelfs in de medemens. Een soort van vertrouwen in de wetenschap komt op deze wijze wel naar boven, maar de meting blijft aan de oppervlakte. Het werkelijke vertrouwen in de wetenschap is intrinsiek onderdeel van ons bestaan, een vertrouwen waarvan men zich nauwelijks bewust is, laat staan dat het door opinieonderzoek gesondeerd kan worden. De wetenschap laat zich, anders dan de politiek, of de overheid, of de rechterlijke macht, of het bedrijfsleven, niet reduceren tot een verzameling personen in het hier en nu (hoewel zij dat ook is). Maar meer dan dat staat wetenschap voor een vorm van denken die door de eeuwen is gegroeid en voor een cumulatie van empirisch onderbouwde inzichten.

Rosanne Hertzberger is verder van mening dat wetenschap de plaats heeft ingenomen van de godsdienst en ten onrechte op Gods troon is geplaatst. Ik ben het met haar eens dat de wetenschap de godsdienst voor een groot deel heeft verdreven (gelukkig maar!). Ook het bijgeloof is teruggedrongen, hoewel het zich in de achterbuurten van opinieland, waar de sociale media heersen, aardig handhaaft.
Ten slotte constateert Rosanne Hertzberger (en hieraan is het grootste deel van haar betoog gewijd) dat de wetenschap ook nog in de plaats is getreden van maatschappelijke idealen. Wetenschap beheerst volgens Hertzberger de publieke debatten, het bestuur en de inrichting van de maatschappij. Zelf vindt zij: ‘De wetenschap hoort hooguit op de achtergrond te zoemen, de grootste missers dient hij te corrigeren, maar voor de rest moet hij zich minimaal met die processen te bemoeien’. Het beleid wordt helaas niet meer onderbouwd met vurige betogen over rechtvaardigheid, maar op data-analyse en statistiek, op kosten-batenanalyses in plaats van op fundamentele waarden.

Met dit pleidooi tegen de technocratie ben ik het maar gedeeltelijk eens. De neiging om maatschappelijke verschijnselen in scores of in geld uit te drukken is te ver doorgeschoten en men baseert zich in de besluitvorming, zoals Hertzberger betoogt, inderdaad vaak op wankele en plooibare onderzoeksresultaten. Dat rekenkundige routines de ideologie hebben verjaagd, geloof ik niet. Eerder is de ideologie verzwakt door haar verwezenlijking in de vorm van de verzorgingsstaat en, niet te vergeten, door de schrik die diverse uitgesproken ideologieën in het verleden teweeg hebben gebracht. De verzwakking van de ideologie heeft dan wel weer ruimte geschapen voor technocratie, maar de rekenzucht berust ook op de toegenomen technische mogelijkheden tot het maken van berekeningen. Verder worden de vraagstukken waarop de rekenaars hun lusten mogen botvieren nog steeds voor een groot deel aangedragen door politici en door belangengroepen. Veel van de rekenkundige exercities zijn futiel, inderdaad, en sommige dienen de belangen van een ‘stakeholder’, maar ik denk dat het merendeel als functie heeft om vermoedens en speculaties tegen het licht te houden en ideologisch bepaalde inzichten te demythologiseren, of het nu gaat om de geluidsbelasting door het vliegverkeer of de financiële consequenties van een basisinkomen. Laten bestuurders en politici zich gerust enigszins geremd voelen door de wetenschappelijke doorlichting van hun ideeën.

Waarde lezer, u zult intussen hebben geconstateerd dat de lading van dit stuk niet wordt gedekt door de titel.

* De Dreeslezing is te vinden op www.willemdrees.nl onder Overzicht lezingen.


© 2019 Carlo van Praag meer Carlo van Praag - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Wantrouw de wetenschap?! Carlo van Praag
1606BS Drees4‘Ik spreek u vandaag toe als schrijver, als denker, maar bovenal als wetenschapper’. Met deze wat parmantige introductie stelt Rosanne Hertzberger zich voor aan het publiek dat gekomen is om de Willem Dreeslezing uit haar mond te horen *. Nu ben ik zelf ook denker. Ik denk de hele dag door, zelfs tegen mijn zin. Nu denk ik bijvoorbeeld dat er wel wat kanttekeningen bij haar uiteenzetting zijn te maken.

Ondanks de scepsis ten aanzien van de wetenschap, die zich vooral in de sociale media doet gelden (‘wetenschap is ook maar een mening’), vindt Rosanne Hertzberger dat het publiek nog steeds veel vertrouwen stelt in de wetenschap, naar haar oordeel zelfs te veel. Zij beroept zich daarbij, enigszins paradoxaal, op een rapport van het Rathenau-instituut waaruit blijkt dat het vertrouwen in de wetenschap het rapportcijfer 7,1 scoort en dat bijna vier vijfde van de geënquêteerden meent dat wetenschappers zorgvuldig, deskundig en betrouwbaar zijn. Deze opinieonderzoeken zijn nu juist een zeer wankel onderdeel van de wetenschap. Wie doen aan zo’n onderzoek mee? Gaat het om een  goede steekproef uit de bevolking? Was er voldoende respons? Of zijn de uitslagen gebaseerd op een internetpanel? Hertzberger gaat er verder niet op in.

Vertrouwen de mensen te veel op de wetenschap? Er is iets voor te zeggen. Vooral dat opinieonderzoek, waarin stelselmatig de minst geïnformeerden en de meest rancuneuzen zijn ondervertegenwoordigd, mag men wantrouwen. Ook in andere takken van het wetenschappelijk bedrijf doen zich misstanden voor. Er wordt gesjoemeld met onderzoeksresultaten, de farmaceutische industrie springt er selectief mee om en ‘doorbraken’ (die dat achteraf niet blijken te zijn) worden prematuur gepubliceerd omdat de onderzoeker uit is op eigen glorie. Te veel vertrouwen, zegt Rosanne Hertzberger. Volgens haar getuigen zelfs de ontkenners van de klimaatsopwarming en de hoog opgeleide fulmineerders tegen vaccinatie van een te groot vertrouwen in de wetenschap, want ook deze ontspoorde geesten (mijn kwalificatie, CvP) beroepen zich op resultaten van onderzoek. Jawel, denk ik dan, maar wel op resultaten die met een heel dun draadje aan de wetenschap hangen. Ik zou de aanhangers van deze stromingen niet gebruiken als indicatie van vertrouwen in de wetenschap, maar als het tegendeel; zij vertrouwen op geruchten in de sociale media. Zij zijn vertegenwoordigers van modern bijgeloof.

Is vertrouwen in de wetenschap te meten met opinieonderzoek? Je krijgt altijd wel een resultaat, maar waar staat dat voor: waarschijnlijk vooral voor vertrouwen in het algemeen: in de overheid, in de politiek, misschien zelfs in de medemens. Een soort van vertrouwen in de wetenschap komt op deze wijze wel naar boven, maar de meting blijft aan de oppervlakte. Het werkelijke vertrouwen in de wetenschap is intrinsiek onderdeel van ons bestaan, een vertrouwen waarvan men zich nauwelijks bewust is, laat staan dat het door opinieonderzoek gesondeerd kan worden. De wetenschap laat zich, anders dan de politiek, of de overheid, of de rechterlijke macht, of het bedrijfsleven, niet reduceren tot een verzameling personen in het hier en nu (hoewel zij dat ook is). Maar meer dan dat staat wetenschap voor een vorm van denken die door de eeuwen is gegroeid en voor een cumulatie van empirisch onderbouwde inzichten.

Rosanne Hertzberger is verder van mening dat wetenschap de plaats heeft ingenomen van de godsdienst en ten onrechte op Gods troon is geplaatst. Ik ben het met haar eens dat de wetenschap de godsdienst voor een groot deel heeft verdreven (gelukkig maar!). Ook het bijgeloof is teruggedrongen, hoewel het zich in de achterbuurten van opinieland, waar de sociale media heersen, aardig handhaaft.
Ten slotte constateert Rosanne Hertzberger (en hieraan is het grootste deel van haar betoog gewijd) dat de wetenschap ook nog in de plaats is getreden van maatschappelijke idealen. Wetenschap beheerst volgens Hertzberger de publieke debatten, het bestuur en de inrichting van de maatschappij. Zelf vindt zij: ‘De wetenschap hoort hooguit op de achtergrond te zoemen, de grootste missers dient hij te corrigeren, maar voor de rest moet hij zich minimaal met die processen te bemoeien’. Het beleid wordt helaas niet meer onderbouwd met vurige betogen over rechtvaardigheid, maar op data-analyse en statistiek, op kosten-batenanalyses in plaats van op fundamentele waarden.

Met dit pleidooi tegen de technocratie ben ik het maar gedeeltelijk eens. De neiging om maatschappelijke verschijnselen in scores of in geld uit te drukken is te ver doorgeschoten en men baseert zich in de besluitvorming, zoals Hertzberger betoogt, inderdaad vaak op wankele en plooibare onderzoeksresultaten. Dat rekenkundige routines de ideologie hebben verjaagd, geloof ik niet. Eerder is de ideologie verzwakt door haar verwezenlijking in de vorm van de verzorgingsstaat en, niet te vergeten, door de schrik die diverse uitgesproken ideologieën in het verleden teweeg hebben gebracht. De verzwakking van de ideologie heeft dan wel weer ruimte geschapen voor technocratie, maar de rekenzucht berust ook op de toegenomen technische mogelijkheden tot het maken van berekeningen. Verder worden de vraagstukken waarop de rekenaars hun lusten mogen botvieren nog steeds voor een groot deel aangedragen door politici en door belangengroepen. Veel van de rekenkundige exercities zijn futiel, inderdaad, en sommige dienen de belangen van een ‘stakeholder’, maar ik denk dat het merendeel als functie heeft om vermoedens en speculaties tegen het licht te houden en ideologisch bepaalde inzichten te demythologiseren, of het nu gaat om de geluidsbelasting door het vliegverkeer of de financiële consequenties van een basisinkomen. Laten bestuurders en politici zich gerust enigszins geremd voelen door de wetenschappelijke doorlichting van hun ideeën.

Waarde lezer, u zult intussen hebben geconstateerd dat de lading van dit stuk niet wordt gedekt door de titel.

* De Dreeslezing is te vinden op www.willemdrees.nl onder Overzicht lezingen.
© 2019 Carlo van Praag
powered by CJ2