archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Bezigheden > Lopen delen printen terug
Waar is de Haagse Beek gebleven? Frits Hoorweg

1501BZ Haagse BeekWereldsteden ontlenen hun speciale karakter vaak aan grote rivieren. Zo hebben wij de Haagse Beek. Hij dringt zich niet aan toeristen op, maar Hagenaars voelen zijn aanwezigheid overal.

Sinds wij hier wonen ‘weet’ ik dat de vijver voor ons huis gevoed wordt door de Haagse Beek. Ergens vlakbij, is mij ooit verteld, waarschijnlijk door de verkoper van ons huis, ging de beek ondergronds en komt dan weer boven bij de Hofvijver. Maar … onderweg snoepten wij dus mee van de parelende overvloed van deze stroom fris duinwater. Zo stelde ik mij dat voor.
Twijfel begon toe te slaan bij lezing van ‘Haags Groen, Toen en Nu’ van Frans Beekman *. Als dat boek mij iets heeft duidelijk gemaakt is het wel dat de geschiedenis van deze stad in belangrijke mate bepaald is door ‘geklooi’ met waterwegen. Ik besloot te proberen een wandeling te maken langs de Haagse Beek, vanaf de oorsprong.

Daarvoor moest ik naar wat nu Kijkduin is. Tussen 900 en 1100 ontstond daar (net als elders langs onze kust) een rij jonge, hoge duinen voor de oude duinen, die dus meer landinwaarts lagen. Er tussenin ontstond een drassig gebied, dat men in de 13e eeuw is gaan ontwateren. De afvoer liep aanvankelijk in zuidwestelijke richting. Daar kwam verandering in toen Floris V water nodig had voor de vijver bij het Binnenhof en de grachten er omheen. Het water werd de andere kant op geleid en in eventuele hindernissen tussen Kijkduin en het Binnenhof werd een doorsteek gemaakt. Al vrij snel bleek echter dat de watertoevoer via de beek onvoldoende was. In 1345 werd het Spui gegraven, waardoor er water vanuit de Vliet kon worden aangevoerd. Zijn oorspronkelijke bestaansreden was de beek dus toen al kwijt.

Afijn, ik volgde de beek, voor wat hij nog waard is, langs de Machiel Vrijenhoeklaan, de Sportlaan en de Segbroeklaan. Voor niet-Hagenezen is het misschien goed er even op te wijzen dat dit de invalsroute is voor verkeer uit het Westland, een drukke verkeersader, die we min of meer te danken hebben aan de Duitsers die daar een antitankgracht aanlegden, als onderdeel van de Atlantikwall. Vervolgens was het een koud kunstje om er een doorgangsweg van te maken. Niet echt een ideale wandelroute dus, hoewel er langs de Segbroeklaan een sympathiek plantsoen is aangelegd.

En dan loop je tegen het Afvoer- of Verversingskanaal (sinds 1886) aan. Vlak voor de Houtrustbrug staat, rechts van het fietspad, een onooglijk gebouwtje van het waterschap. Je kunt over het kanaal heen via de Houtrustbrug en het water van de beek gaat via duikers onder het Afvoerkanaal door, aldus Wikipedia. Volgens dezelfde bron wordt het waterpeil in de beek ook nog weleens op niveau gebracht vanuit datzelfde kanaal. Hoe het één zich tot het ander verhoudt is mij niet duidelijk.

Daarna loopt de Beek langs de President Kennedylaan en het Congresgebouw en duikt dan via de tuin van het Catshuis (niet toegankelijk) Park Sorghvliet in. Om de beek in Sorghvliet te kunnen bewonderen moet je omlopen naar de ingang aan de Scheveningseweg en bovendien moet je zorgen dat je een bezoekerskaart hebt. Halverwege de Jacob Catslaan verlaat de beek Sorghvliet en loopt dan onder een brug door naar het plantsoen tussen de Rustenburgweg en de Buitenrustweg (Tolweg). Dat plantsoen wordt opgesierd door een mooi beeld van Jan Toorop, maar voor de rest ziet het er wat haveloos uit. Het water van de beek is diep ingegraven en snijdt door een restant oud duin.

Van daar gaat het water onder de Carnegielaan door naar de tuin van het Vredespaleis. De fontein van een monumentje, schuin tegenover het Vredespaleis, dat figureert in het boek van Frans Beekman, wordt ermee gevoed. Vanaf het Vredespaleis gaat de hoofdstroom ondergronds, via de Zeestraat en het Noordeinde, naar de Hofvijver, waar deze aan de korte kant, mooi met een watervalletje, in uitstroomt. Let op het gedicht in het Latijn aldaar. Het is overigens gewoon duinwater van Dunea dat vanaf het Vredespaleis door de beek loopt.
Het watertje langs de Patijnlaan en de vijver bij ons voor worden gevoed via oude zijtakken van de beek, die dateren uit de tijd (18e eeuw) dat hier tuinbouw op ‘afgezande oude duinen’ (geestgrond) werd uitgeoefend. Daar zal dus nu ook wel gewoon water van Dunea doorheen lopen.

----------
* ‘Haags Groen, Toen en Nu‘ is een bundel van 25 stukken die eerder verschenen in Haagwinde, het kwartaalblad van de AVN Den Haag. Ze werden in boekvorm uitgegeven ter gelegenheid van het 90-jarig jubileum van de vereniging. In die stukken vergeleek de schrijver de situatie van een stukje natuur nu met die van ongeveer een eeuw geleden. Z’n uitgangspunt was telkens een oude ansicht waar dan een actuele foto, gemaakt vanuit hetzelfde standpunt, naast werd gezet. Dat beeldmateriaal leidde vervolgens tot een beschouwing over wat er in de tussentijd was gebeurd.

Frans Beekman was ooit Rustig Mens in De Leunstoel en hij was zo vriendelijk de eerste versie van dit stuk van commentaar te voorzien; waarvoor dank. Hij attendeerde mij op het boek: ‘De Haagse Beek’ (1992) van M. van Doorn en J. Mennema, dat verscheen ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling in het Haags Historisch Museum in 1992. Lezing daarvan heeft mij geleerd dat de hier door mij bedreven geschiedschrijving hopeloos oppervlakkig is. De loop van de beek is grilliger geweest dan nu en verder is de doorstroming steeds een bron van zorg geweest, omdat het verval zo gering is. Er is vaak sprake geweest van boze aanwonenden die last hadden van stank.

-------
De foto is van de schrijver


© 2017 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Waar is de Haagse Beek gebleven? Frits Hoorweg
1501BZ Haagse BeekWereldsteden ontlenen hun speciale karakter vaak aan grote rivieren. Zo hebben wij de Haagse Beek. Hij dringt zich niet aan toeristen op, maar Hagenaars voelen zijn aanwezigheid overal.

Sinds wij hier wonen ‘weet’ ik dat de vijver voor ons huis gevoed wordt door de Haagse Beek. Ergens vlakbij, is mij ooit verteld, waarschijnlijk door de verkoper van ons huis, ging de beek ondergronds en komt dan weer boven bij de Hofvijver. Maar … onderweg snoepten wij dus mee van de parelende overvloed van deze stroom fris duinwater. Zo stelde ik mij dat voor.
Twijfel begon toe te slaan bij lezing van ‘Haags Groen, Toen en Nu’ van Frans Beekman *. Als dat boek mij iets heeft duidelijk gemaakt is het wel dat de geschiedenis van deze stad in belangrijke mate bepaald is door ‘geklooi’ met waterwegen. Ik besloot te proberen een wandeling te maken langs de Haagse Beek, vanaf de oorsprong.

Daarvoor moest ik naar wat nu Kijkduin is. Tussen 900 en 1100 ontstond daar (net als elders langs onze kust) een rij jonge, hoge duinen voor de oude duinen, die dus meer landinwaarts lagen. Er tussenin ontstond een drassig gebied, dat men in de 13e eeuw is gaan ontwateren. De afvoer liep aanvankelijk in zuidwestelijke richting. Daar kwam verandering in toen Floris V water nodig had voor de vijver bij het Binnenhof en de grachten er omheen. Het water werd de andere kant op geleid en in eventuele hindernissen tussen Kijkduin en het Binnenhof werd een doorsteek gemaakt. Al vrij snel bleek echter dat de watertoevoer via de beek onvoldoende was. In 1345 werd het Spui gegraven, waardoor er water vanuit de Vliet kon worden aangevoerd. Zijn oorspronkelijke bestaansreden was de beek dus toen al kwijt.

Afijn, ik volgde de beek, voor wat hij nog waard is, langs de Machiel Vrijenhoeklaan, de Sportlaan en de Segbroeklaan. Voor niet-Hagenezen is het misschien goed er even op te wijzen dat dit de invalsroute is voor verkeer uit het Westland, een drukke verkeersader, die we min of meer te danken hebben aan de Duitsers die daar een antitankgracht aanlegden, als onderdeel van de Atlantikwall. Vervolgens was het een koud kunstje om er een doorgangsweg van te maken. Niet echt een ideale wandelroute dus, hoewel er langs de Segbroeklaan een sympathiek plantsoen is aangelegd.

En dan loop je tegen het Afvoer- of Verversingskanaal (sinds 1886) aan. Vlak voor de Houtrustbrug staat, rechts van het fietspad, een onooglijk gebouwtje van het waterschap. Je kunt over het kanaal heen via de Houtrustbrug en het water van de beek gaat via duikers onder het Afvoerkanaal door, aldus Wikipedia. Volgens dezelfde bron wordt het waterpeil in de beek ook nog weleens op niveau gebracht vanuit datzelfde kanaal. Hoe het één zich tot het ander verhoudt is mij niet duidelijk.

Daarna loopt de Beek langs de President Kennedylaan en het Congresgebouw en duikt dan via de tuin van het Catshuis (niet toegankelijk) Park Sorghvliet in. Om de beek in Sorghvliet te kunnen bewonderen moet je omlopen naar de ingang aan de Scheveningseweg en bovendien moet je zorgen dat je een bezoekerskaart hebt. Halverwege de Jacob Catslaan verlaat de beek Sorghvliet en loopt dan onder een brug door naar het plantsoen tussen de Rustenburgweg en de Buitenrustweg (Tolweg). Dat plantsoen wordt opgesierd door een mooi beeld van Jan Toorop, maar voor de rest ziet het er wat haveloos uit. Het water van de beek is diep ingegraven en snijdt door een restant oud duin.

Van daar gaat het water onder de Carnegielaan door naar de tuin van het Vredespaleis. De fontein van een monumentje, schuin tegenover het Vredespaleis, dat figureert in het boek van Frans Beekman, wordt ermee gevoed. Vanaf het Vredespaleis gaat de hoofdstroom ondergronds, via de Zeestraat en het Noordeinde, naar de Hofvijver, waar deze aan de korte kant, mooi met een watervalletje, in uitstroomt. Let op het gedicht in het Latijn aldaar. Het is overigens gewoon duinwater van Dunea dat vanaf het Vredespaleis door de beek loopt.
Het watertje langs de Patijnlaan en de vijver bij ons voor worden gevoed via oude zijtakken van de beek, die dateren uit de tijd (18e eeuw) dat hier tuinbouw op ‘afgezande oude duinen’ (geestgrond) werd uitgeoefend. Daar zal dus nu ook wel gewoon water van Dunea doorheen lopen.

----------
* ‘Haags Groen, Toen en Nu‘ is een bundel van 25 stukken die eerder verschenen in Haagwinde, het kwartaalblad van de AVN Den Haag. Ze werden in boekvorm uitgegeven ter gelegenheid van het 90-jarig jubileum van de vereniging. In die stukken vergeleek de schrijver de situatie van een stukje natuur nu met die van ongeveer een eeuw geleden. Z’n uitgangspunt was telkens een oude ansicht waar dan een actuele foto, gemaakt vanuit hetzelfde standpunt, naast werd gezet. Dat beeldmateriaal leidde vervolgens tot een beschouwing over wat er in de tussentijd was gebeurd.

Frans Beekman was ooit Rustig Mens in De Leunstoel en hij was zo vriendelijk de eerste versie van dit stuk van commentaar te voorzien; waarvoor dank. Hij attendeerde mij op het boek: ‘De Haagse Beek’ (1992) van M. van Doorn en J. Mennema, dat verscheen ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling in het Haags Historisch Museum in 1992. Lezing daarvan heeft mij geleerd dat de hier door mij bedreven geschiedschrijving hopeloos oppervlakkig is. De loop van de beek is grilliger geweest dan nu en verder is de doorstroming steeds een bron van zorg geweest, omdat het verval zo gering is. Er is vaak sprake geweest van boze aanwonenden die last hadden van stank.

-------
De foto is van de schrijver
© 2017 Frits Hoorweg
powered by CJ2