Het tiende deel van de reeks interviews met studenten van de opleiding Bestuurskunde en Overheidsmanagement van de Haagse Hogeschool.
Hicran ziet er een beetje moe, maar heel ontspannen, uit als ze gaat zitten voor het gesprek. Ze is net een maand getrouwd met Ahmad Jafarzadeh. Het was niet de eerste trouwerij van een student die ik bijwoonde, maar wel de eerste waar twee studenten van onze opleiding met elkaar trouwden.
We zijn allebei op hetzelfde moment bij de Haagse Hogeschool terecht gekomen. Ze zat als verse student bij mij in een groepje dat ik coachte. Een rustig, maar zeker niet bedeesd, meisje dat zich de kaas niet van het brood liet eten. Ze kon soms vinnig van zich afbijten.
De vriendschap met Ahmad heb ik in het tweede jaar zien opbloeien.
Ze is in die jaren veranderd in een zelfbewuste jongedame. Ze heeft een leer-arbeidsplaats bij Atos als projectmanagement-officer binnen de ‘practice’ Overheid, Openbare Orde en Veiligheid. Toevalligerwijs is dat – toen het nog Origin heette – een bedrijf waar ik zelf zeven jaar heb gewerkt.
‘Ik ben inderdaad nogal moe. We zijn de hele week bezig geweest om ons huis in Zoetermeer in te richten. We woonden voor ons huwelijk allebei nog thuis, dus dat is een hele verandering. Dat is wel wennen hoor.
De trouwerij was een groot feest. Misschien wel te groot. Er waren meer dan driehonderd mensen en dan kun je eigenlijk aan niemand veel aandacht besteden. Iedereen heeft zich volgens mij wel goed geamuseerd. Met mijn beste vriendinnen heb ik daarvoor nog een vrijgezellenfeest gevierd. Dat was erg leuk.
Ik trok vanaf het eerste jaar wel met Ahmad op, maar eerlijk gezegd vond ik hem in het begin een rare snuiter! Hij was nooit erg serieus en was altijd grappen aan het maken. Ik kende in het begin niemand op school, maar met Fatma uit Krommenie klikte het onmiddellijk. Ahmad en zijn vriend Hasan sloten zich al snel bij ons aan. Zij kenden elkaar al uit Zoetermeer. We konden goed met elkaar opschieten.
Ik leerde Ahmad steeds beter kennen en toen sloeg er een vonk over. Onze ouders reageerden daar van begin af aan heel positief op. We zijn echt in elkaars families opgenomen. Onze ouders zijn niet streng, dus onze nogal verschillende achtergrond was geen probleem. Ik ben soennitisch en Turks-Koerdisch en Ahmad is een sjiitische Iraniër. Het Koerdisch dat ik thuis geleerd heb, lijkt overigens erg op Iraans. Ik kan Ahmads familie daardoor redelijk verstaan als ze Farsi (de Iraanse taal) spreken.
Niet streng gelovig? Nou, dat hangt er vanaf wat je ‘streng’ noemt. ‘Wel heel religieus, maar niet bekrompen’, zou ik zeggen. Mijn vader is een bewonderaar van Said Nursi, een Koerdische islamgeleerde die vond dat de islam heel goed te combineren is met Westerse wetenschap. Hij vindt dat geloof van binnen zit en niet afhankelijk is van allerlei uiterlijkheden. Ik zal je een voorbeeld geven. Toen ik een jaar of zestien was vond ik dat ik net als mijn moeder en een aantal nichtjes een hoofddoek moest gaan dragen. Mijn vader heeft me toen uitgelegd, dat ik dat zelf moet weten, maar dat je geloof niet in een hoofddoek zit, maar van binnen. Toen heb ik er maar vanaf gezien.
Ahmads familie staat in de Soefi-traditie. Ook bij hen is de beleving veel belangrijker dan de regeltjes. Wat dat betreft lijken we dus veel op elkaar.
Zelf heeft mijn vader niet veel kunnen studeren, maar hij leest wel veel. Hij kwam al op zijn zeventiende naar Nederland vanuit Aksaray, een stad in de buurt van Ankara. Hij ging zijn broer achterna die in Maasland terecht was gekomen. Mijn oom verhuisde echter na een tijdje naar Amsterdam en toen was mijn vader de enige Turk in Maasland.
Mijn vader had aanvankelijk zelfs een Nederlandse vriendin, maar die relatie hield geen stand. Ze is nog wel eens bij ons thuis geweest met haar nieuwe vriend.
Mijn moeder kwam op haar drieëntwintigste uit Turkije naar Maasland. Dat was natuurlijk wel wennen, maar als enige Turkse vrouw in zo’n dorp moet je wel inburgeren. Zeker als je kinderen krijgt.
Ik heb een hele leuke jeugd gehad in Maasland. Ik ging naar de Christelijke basisschool en deed overal aan mee. Veel mensen in mijn omgeving vinden dat je je kinderen naar een openbare school moet sturen, maar voor mij was het heel leerzaam. Ik ben er achter gekomen dat iedereen op zijn eigen manier probeert om een goed mens te zijn en dat ras, cultuur of geloof geen scheidslijnen hoeven te zijn. Je gaat daardoor veel breder denken. We moeten mensen helemaal niet veroordelen als ze om wat voor reden dan ook ‘anders’ zijn. Wie ben ik om dat te doen? Het gevoel in je hart is het belangrijkst, dat vind ik tenminste.
Na de basisschool ging ik naar de MAVO in Maassluis. Ik was niet zo’n serieuze student, meer een eigenwijze puber. We gingen veel liever de stad in dan naar de les maar ik haalde het wel met gemak. Ik had geen idee wat ik wilde worden toen ik klaar was. Ik wilde wel verder studeren en heb toen in Vlaardingen een MBO-opleiding voor directiesecretaresse/managementassistent gevolgd. De lerares Engels, mevrouw De Jong, noemde me een voorbeeldige leerling. Ze zei dat ze me in eerste instantie een beetje eigenwijs vond, maar toen ze me beter leerde kennen ging ze me heel erg waarderen.
In die tijd had ik een bijbaantje bij de Hoogvliet in Maassluis. Ik deed de klantenservice, de slijterij en de tabak. Daarna werkte ik bij Avenue Bruidsmode in Rotterdam als secretaresse. Ik vond het leuk werk en ik kon bij beide bedrijven een vaste baan krijgen. Daar voelde ik indertijd wel voor, maar mijn toekomstverwachtingen veranderden tijdens mijn MBO-stage. Ik kwam bij de afdeling Internationaal Beleid van de gemeente Delft terecht. Daar ging een wereld voor me open. Ik dacht dat ik het helemaal gevonden had. Ook daar kreeg ik de mogelijkheid om in dienst te komen na mijn studie. Kees, de projectmanager van het team Internationaal Beleid, raadde me echter aan om een HBO-studie te gaan doen. Hij vond het zonde van mijn capaciteiten als ik op MBO-niveau zou blijven steken.
Weer naar school … Eigenlijk wilde ik dat helemaal niet. Mijn ouders vonden het echter ook de verstandigste keuze dus toen ben ik maar eens rond gaan kijken wat er allemaal op HBO-gebied te vinden was. Ik heb me toen zonder al te veel enthousiasme bij deze opleiding aangemeld. Bestuurskunde trok me omdat het werk bij de gemeente Delft me zo goed bevallen was en deze opleiding leek me aantrekkelijk omdat je in het derde en vierde jaar moet werken. Ik zag mezelf echt niet vier jaar lang in de schoolbanken zitten.
Ik kende Den Haag nauwelijks, maar het was niet al te ver weg. Ik ben niet eens naar de introductieweek geweest. Toen de lessen eenmaal begonnen waren bleef ik toch meestal nog lang hangen om met mijn medestudenten na te kletsen. Je leert natuurlijk onvermijdelijk je medestudenten kennen en het werd steeds gezelliger. We trokken met zijn allen vaak de stad in en ik ben me zo langzamerhand thuis gaan voelen in Den Haag. Waarom we dan toch in Zoetermeer wonen? Tsja, Zoetermeer is best een leuke stad en lekker rustig. Je kunt er heerlijk joggen door de natuur. Het lijkt wel een beetje op Maasland. Ik ben natuurlijk wel een dorpsmeisje gebleven.
Achteraf gezien vond ik die eerste twee jaar van de studie Bestuurskunde toch wel de leukste. In het derde jaar gingen we allemaal werken en viel de groep uit elkaar. Nou ja, Ahmad raak ik natuurlijk nooit meer kwijt en Hasan zien we heel vaak. Ook met Fatma heb ik een blijvende vriendschap opgebouwd. Ze woont nu tijdelijk in de VS, maar we houden contact.
Op mijn eerste leer-arbeidsplaats vond ik dat ik me niet genoeg kon ontwikkelen. Ik heb toen goed rondgezocht naar iets dat geschikter was. Ik heb een open sollicitatiebrief naar Atos gestuurd en werd uitgenodigd. Ze vonden mijn CV interessant, ik maakte een goed indruk tijdens het gesprek en ik ben aangenomen!
Daarna mocht ik beginnen met de PMO Masterclass. PMO betekent Project Management Officer. Ik was de enige in die groep die nog niet afgestudeerd was. Sommigen hadden zelfs een universitaire studie afgerond. Ik keek er eerst wel een beetje tegenop maar ik kon goed meekomen. Het was een hele leuke groep. Ze waren ook allemaal aanwezig op ons huwelijk.
Na zes weken moesten we een Prince 2 examen (projectmanagement) doen en een kregen we een toets over alle colleges die we hadden gehad. We moesten ook drie presentaties houden. Ik ben daar goed doorheen gekomen en werd aangenomen. Van mij had het zelfs best nog wat zwaarder mogen zijn!
Ik ben nu gedetacheerd bij KPN waar ik een aantal projectmanagers ondersteun. Ik voel me daar echt als een vis in het water. We zijn met tal van projecten bij KPN bezig. Ik maak heel veel rapportages. Bijna alles moet in het Engels, maar ook dat lukt me steeds beter. Ik denk dat ik hier eindelijk helemaal in mijn element ben. Ik ben in ieder geval voorlopig niet van plan om na het HBO verder te studeren. Ik wil me natuurlijk wel verder ontwikkelen. Op den duur wil ik een soort trainer/coach-rol op het gebied van advisering en consultancy vervullen. Ik weet dat ik het kan!’
Abonneert u op de Nieuwsbrief.