Portugese ondertitels lezen is niet mijn strong suit. Maar bij de film Cowboys and Aliens in de bioscoop van het provinciestadje Portimao zochten mijn ogen menigmaal onbewust de vertaling op, blijkbaar op zoek naar houvast. Dat hielp niet. Daardoor wist ik na afloop niet welke van de talloze onduidelijkheden in het verhaal de schuld waren van de regisseur, en welke te wijten waren aan mijn gebrekkige kennis van deze specifieke alien-materie.
Dus zat er niets anders op dan na thuiskomst de film nogmaals te zien, nu met vertrouwde Nederlandse ondertitels. Resultaat van dit onderzoek: ik had twee belangrijke onthullingen gemist. Ten eerste was het mij ontgaan dat de knappe maar geheimzinnige vrouw die zich aan de hoofdpersoon opdringt zelf evenzeer een alien was, zij het uit een ander zonnestelsel. Zij is in vermomming naar de aarde gekomen – de regisseur laat in het midden hoe ze dat heeft klaargespeeld – om wraak te nemen op de griezels die eerder haar planeet hebben geruïneerd.
Minstens zo nijpend was de vraag waar de cowboys de invasie überhaupt aan te danken hebben. Het antwoord blijkt te zijn dat het in alienland ontbreekt aan goud. Dat is om een of andere reden een ernstig tekort, en kennelijk vermoedden de indringers dat in het Wilde Westen dit edelmetaal in overvloed te krijgen was. Terecht, blijkt. Een dievenbende heeft bij een overval een zak met gouden munten buitgemaakt. Alle andere onzin komt voor rekening van regisseur Jon Favreau en de scenarioschrijvers. (Dat zijn er negen, en het lijkt er niet op dat ze ook maar één keer gezamenlijk overlegd hebben.)
Tot aan de komst van de vreemdelingen is Cowboys & Aliens een onderhoudende western van dertien in een dozijn. Een man (James Bond-acteur Daniel Craig) schrikt in de woestijn wakker uit zijn verdoving. Hij heeft geen idee hoe hij daar gekomen is. Zelfs niet wie hij is. Rechts in zijn buik ontdekt hij een onverklaarbare wond. Op de grond ligt de foto van een aantrekkelijke jonge vrouw. Aan zijn linkerpols zit iets dat aan een buitenmodel horloge doet denken. Tevergeefs probeert hij het sieraad te verwijderen.
Dan maken drie ongure mannen te paard hun opwachting. Desperado’s? Schurken? Premiejagers? Hun leider schudt een klassiek westerncliché uit zijn mouw: this is not your lucky day. Er zullen er nog vele volgen, maar niet uit de mond van deze morsige types. In een sequentie van hooguit een halve minuut schakelt Craig hen uit. Hij mag dan veel vergeten zijn, maar niet hoe je een geweer, mes of je vuisten moet gebruiken.
Op het paard van een van de overledenen bereikt hij het plaatsje Absolution, vergezeld door een opgewekte hond die er hoegenaamd niet onder lijdt dat zijn baasje levenloos op de grond is achtergebleven. Een priester met verstand van EHBO verdooft de wond met whisky (hoe anders?) en naait de huid weer aan elkaar. Herboren maakt de man een wandelingetje door het dorp, dat net bezocht wordt door het ellendige rijkeluiszoontje Percy Dolarhyde (Paul Dano). Die schiet met zijn dronken kop wild om zich heen (waarbij hij de hulpsheriff raakt), en beledigt de machteloze omstanders. Uitgerekend de vreemdeling leert hem een lesje. In de saloon viert men een feestje, waarbij ook de geheimzinnige vrouw die zich Ella noemt (Olivia Wilde) aanwezig is.
De populariteit van de hoofdpersoon daalt zienderogen wanneer de sheriff (Noah Ringer) hem herkent als de beruchte overvaller Jake Lonergan. Die gebeurtenis wordt echter overschaduwd door de komst van de aliens. Zij beschikken over luid knallende wapens (een onbekend soort alienstraling?) waarmee ze ravage aanrichten ter grootte van, pak weg, een zelfmoordbom. Daarnaast ontvoeren hun onbemande vliegtuigjes willekeurige dorpsbewoners. Met lasso’s – we zijn ten slotte in cowboyland. De gevangenen worden afgevoerd naar het moederschip, ontdekken we later, waar zij in zuurstofdoorlatend cellofaan worden gewikkeld, in afwachting van....? Helaas, we zullen het nooit weten.
Onder de slachtoffers zijn de vrouw van caféhouder Doc en de etterige Percy Dolarhyde. Het wekt dan ook geen verwondering dat de reddingsactie die op gang komt, bestaat uit onder meer Dolarhyde sr. (Harrison Ford in de meest lusteloze rol uit zijn lange carrière), Jack Lonergan (tijdelijk in genade aangenomen), Doc en Lara (onmisbaar voor de intrige).
De film leunt zwaar op het gegeven dat bij bedreiging door een gemeenschappelijke vijand de meest onwaarschijnlijke allianties kunnen ontstaan. Zo slaagt Lonergan erin zijn vroegere bendeleden – die aanvankelijk zijn bloed wel kunnen drinken, omdat hij er indertijd met de goudstukken vandoor is gegaan – in te lijven in de reddingsbrigade. Minstens zo wonderlijk is de samenwerking met een stam Apachen, die toch niet als cowboyvriendelijk bekendstaan. Het helpt natuurlijk dat Dolarhyde zijn geadopteerde Indianenzoon (niet die andere dus, die zit in het cellofaan) mee ten strijde heeft genomen. Deze overtuigt het opperhoofd van Dolarhydes kwaliteiten als krijger en als mens.
Wanneer het gezelschap eindelijk het buitenaardse moederschip te zien krijgt, lijkt dit nog het meest op iets dat aan het brein van Jules Verne ontsproten is. Maar natuurlijk! De cowboys wonen in primitieve bouwsels zonder stromend water. Dus spreekt voor zich dat ook de buitenaardse ruimteschepen uit die tijd de futuristische allure missen die we vandaag de dag heel gewoon vinden.
Ella onthult met haar alienkennis waardoor het voertuig uitgestorven lijkt: de indringers kunnen bij daglicht niet zo scherp zien. (Een kwartiertje later brandt onder een verzengende zon een strijd los op leven en dood, waarbij de indringers geen enkele last hebben van hun handicap. Waarschijnlijk is deze passage door een ander lid van het scenaristenteam uitgewerkt.)
De film heeft het slot dat hij verdient: liefst vier paren die tijdelijk van elkaar gescheiden waren, vallen elkaar in de armen, overlopend van liefde en goede voornemens, als op oudejaarsavond.
Cowboys & Aliens is in de VS op ruime schaal afgebrand als kolderiek en stompzinnig. De recensentverhouding voor/tegen ligt net iets onder 50/50. In Nederland daarentegen zijn de critici minstens gematigd blij met wat de hoofdredactrice van de gezaghebbende Filmkrant bestempelt als ‘de beste actieavonturenfilm uit Hollywood (van) deze zomer’.
Het meest positieve dat ik erover kan zeggen, is dat ik ook bij hernieuwde kennismaking klaar wakker bleef door het hoge tempo van de film, al zakt dat tegen het eind wat in. En veel van de verstrekte ‘informatie’ mag dan kolderiek zijn, of minstens onbegrijpelijk (de armband van Daniel Craig is een verhaal apart), het houdt de kijker wel bij de les.
Nu toch de woorden ‘beste actieavonturenfilm van deze zomer’ zijn gevallen – die zou ik willen reserveren voor de film Rise of the Planet of the Apes. Elegant scenario en voortreffelijk spel van Andy Serkis, die eerder in de gecomputeriseerde huid kroop van Gollum (in de eerste twee delen van The Lord of the Rings) en King Kong. Aapachtiger dan in zijn vertolking van superaap Caesar zul je ze niet tegenkomen. En ik kan me geen speelfilm herinneren waarbij, in de strijd tussen mens en dier, iedereen in de zaal als vanzelfsprekend op de hand was van de lagere diersoort. Zoals een Amerikaanse recensent – die de film zag ten tijde van de rellen in Londen – ter illustratie opmerkte: ‘het viel me op dat van de honderden apen die muitend over straat gingen, geen een grootbeeld plasma tv met zich meedroeg.’ Of die observatie relevant is doet er niet toe. Wat hier spreekt is de onvoorwaardelijke pro-aap attitude.
Abonneert u op de Nieuwsbrief.