Ooit bestonden er geen andere recepten dan familierecepten. Moeder kookte zoals ze dat weer van haar moeder geleerd had. Ze had als kind toegekeken hoe het beslag voor cake werd gemaakt en had met een beetje geluk de kom mogen uitlikken. Ik ruik nog de geur van zacht geroerde margarine met suiker en herinner me hoe prachtig ik het vond om te zien hoe eerst de eieren er een voor een in verdwenen en daarna de bloem in het patroon van de gaatjes van de zeef over het geheel neerdaalde. Ik denk dat alle kinderen dit een feestelijke ervaring vonden, deze scheikundeles in de keuken met als resultaat een heerlijke, geurende cake.
Het schillen van aardappelen werd minder interessant gevonden en zo heeft niet iedereen van zijn moeder leren koken. Ik stond regelmatig nieuwsgierig in de keuken maar mijn zus zei altijd: ‘Eten is leuk maar hoe het is klaargemaakt interesseert me niet.’ Toen ze op kamers ging wonen kocht ze een kookboek en ging aan de slag, en binnen de kortste keren kon ze een maaltijd bereiden, zo kan het dus ook.
Gelukkig hebben moeders door de eeuwen heen hun favoriete recepten opgeschreven, zonder familierecepten geen traditionele keukens, en dus geen lekker eten. Stel je voor dat we alleen afhankelijk waren van de hoogstandjes van professionele chefs! Die zo met explosieve mondsensaties en gewaagde kleurstellingen bezig zijn dat je eigenlijk niet eet, maar ervaart. De ultieme experience inderdaad, Johannes van Dam viel bijna flauw bij de beroemde ‘El Bulli’ omdat hij als diabeet zich wel had ingespoten met insuline (zoals je moet doen voordat je gaat eten), maar niet de verwachte koolhydraten binnen kreeg.
Ik vraag me af hoe het tegenwoordig gaat, in deze tijd moeten er al oma’s zijn die niet echt degelijk kunnen koken. Want in de jaren zeventig begonnen de eerste kant-en-klaarmaaltijden hun opmars, met als absolute dieptepunt: de Wonderstamppot. Het merk weet ik niet meer, maar het was een blikje met poeder dat aangelengd met water een soort boerenkoolstamppot werd. ‘Best te doen,’ vertelden kennissen mij. Ja, als je op een bergwandeling niets anders voorhanden hebt misschien.
En al zijn er tegenwoordig heel wat frissere producten te krijgen waar je niets anders mee hoeft te doen dan opwarmen, zou ik toch iedereen willen aanraden te gaan genieten van de wonderen in de keuken. Is het niet prachtig om te zien hoe een visje in de pan van bleek naar goudbruin kleurt aan de buitenkant, en van glazig roze naar wit aan de binnenkant?
Vandaag dus een forel naar een Schots familierecept. Hoeveelheden zijn dus niet op de gram precies aangegeven.
Eenvoudig te maken en nu eens niet door de bloem, maar door de havermout gerold.
Eigenlijk zou je wilde forelletjes moeten hebben, maar die zijn in de winkel niet te krijgen, je zou ze zelf moeten vissen in een wild beekje in de Ardennen. Gelukkig zijn gekweekte ook lekker. Er bestaat zelfs biologische forel, maar die is in Nederland nog moeilijk te krijgen.
Trout in Oatmeal
voor vier personen
4 forellen
beetje melk
ruim een ons havermout
zout
klein scheutje olie
flinke klont boter
Meng wat zout door de havermout. Haal de vissen door de melk, en laat ze goed uitlekken, rol ze dan door de havermout.
Boter en olie in de pan heet laten worden en de vissen er voorzichtig in laten glijden.
Bakken tot ze goudbruin en gaar zijn, ongeveer acht minuten per kant, hangt een beetje van de grootte van de vis af.
Serveren met een schijfje citroen.
Een klassieke combinatie is met peterselieboter en gekookte of gebakken krieltjes.
(Hoe je die moet maken, moet je maar aan je moeder of tante vragen.)
Mijn voorouders dronken er waarschijnlijk bier bij, of een kopje thee – zeker geen slecht idee – maar ik houd het vanavond op een Viognier van Pampa del Sur uit Argentinië.
************************************
Pepijn Lampe is product & grafisch ontwerper.
|