Voetnoten bij Koole en Tromp (2)
Sommige gebeurtenissen zijn zo ingrijpend dat iedereen die het meegemaakt heeft meent dat hij nog precies weet wat hij op dat moment aan het doen was. ‘The day John Kennedy died’ is daar natuurlijk het meest beroemde voorbeeld van. Niets overtreft de indruk die ‘9/11’ op me gemaakt heeft.
Op die onheilszwangere dag fietste ik namelijk met Ruud Koole en zijn asistent Michael Juffermans door Den Haag. We hadden net een bezoek gebracht aan het Wereldvenster, een instelling waar statusloze asielzoekers een opleiding kunnen volgen, en we waren op weg naar een moskee in de Van der Vennestraat. Ik weet nog precies dat Michael op de Brouwersgracht een telefoontje kreeg dat er iets heel raars aan de hand was in New York. Het bericht was nogal vaag. Een vliegtuigongeluk, of zo. Ruud beschrijft die omineuze dag in ‘Mensenwerk’ vrij uitgebreid. Zijn verslag komt overeen met mijn herinneringen, op één detail na. Hij herinnert zich dat hij die dag niet met mij, maar met het Raadslid Tineke van Nimwegen door Den Haag fietste.
Nu is dit natuurlijk een onbeduidend feit, maar het toont wel aan dat je er zelfs bij de herinneringen van een door en door integer mens als Koole niet blind vanuit kan gaan dat alle feiten kloppen.
Ik moest daaraan denken toen ik Kooles verslag las van de aanloop van de eerste directe verkiezing van een ‘partijleider’. Bart Tromp zag daar niets in. Hij vreesde dat als ‘de kandidaten proberen op basis van scherpe, inhoudelijk van elkaar verschillende programma’s, gekozen te worden, daarmee de interne partijdemocratie overboord zou worden gezet en het programma van de partij teruggebracht zou worden tot het programma van één man of vrouw.’ Tromp verzuchtte dat hij ‘werkelijk niet begreep waarom de leden van die fractie niet zelf een voorzitter mogen kiezen.’
Voorlopig was daar feitelijk toe besloten. Alhoewel. De kandidatuur van Jouke de Vries maakte de twijfel over wat er nu eigenlijk gekozen werd nog groter. Jouke zat niet in de Tweede Kamer, dus hij zou nooit fractievoorzitter kunnen worden. Als Balkenende was blijven zitten en als Jouke tot partijleider was gekozen, dan zou dat nog een heel gepuzzel opgeleverd hebben. Tromp adviseerde daarom om eerst het programma vast te stellen en daarna ‘deze verkiezing uit te stellen tot het gaat om die voor de lijsttrekker bij de volgende kamerverkiezingen.’
Gelukkig redde Balkenende de PvdA uit deze verwarrende situatie. Zijn eerste kabinet oogde weliswaar niet zo solide, maar niemand kon voorzien dat de verkiezingen zo snel zouden komen. Dat de val van Balkenende I vrijwel samenviel met de verkiezing van Wouter Bos tot partijleider was een stom toeval. Daardoor wisten we uiteindelijk wel wat we nu eigenlijk gekozen hadden: gewoon een lijsttrekker.
Bart Tromps vrees dat een gekozen ‘partijleider’ (een functie die, zoals hij fijntjes opmerkte, niet in de statuten voorkwam) zich ook gerechtigd zou voelen om zich op grond van zijn directe mandaat van de leden boven het programma te stellen kwam overigens aanvankelijk wel uit. Wouter Bos deed uitspraken over de gekozen burgemeester, districtenstelsel en zelfs het ‘opheffen van de PvdA’, die niet geheel in lijn waren met de officiële partijstandpunten en enige verbazing wekten.
In Mensenwerk uit Koole geen enkele twijfel over nut en noodzaak van het ledenreferendum over de partijleider. Hij schrijft dat het van begin af aan om een lijsttrekkersverkiezing ging, ‘een noodzakelijk instrument om de spirit terug te brengen in de partij’. Het toeval wil echter dat ik - oh, ironie van het lot - een twaalftal mensen heb geïnterviewd voor een boekje dat ik heb geschreven ter gelegenheid van het afscheid van Sharon Dijksma van de Tweede Kamer. Een van de geïnterviewden was het huidige Kamerlid Martijn van Dam. Martijn, die vreemd genoeg niet in Kooles boek voorkomt, was een gedoodverfd lid van het partijbestuur onder Sharon Dijksma. Sharon werd, zo is bekend, niet gekozen maar Martijn wel. 'Ik heb wel een tijdje getwijfeld of ik het onder die omstandigheden wel moest doen. Ik heb daar onder andere met Sharon over gepraat. -Ga d’r voor-, was haar antwoord. Dat heb ik gedaan, al viel dat niet mee. Ruud Koole had vooral in het begin de indruk dat iedereen tegen hem was en dat werkte door in de sfeer in het bestuur. Ruud was ook niet zo veranderingsgezind. Ik vond hem te volgzaam aan de fractie. Die directe verkiezing van de partijleider hebben we er echt door moeten drukken.'
Was Ruud dat nu echt vergeten, of heeft hij hier - onder het motto 'eind goed, al goed' - de verniskwast gehanteerd? In ieder geval vinden directe lijsttrekkersverkiezingen binnen de PvdA tegenwoordig op een door Bart Tromp nog enigszins goedgekeurde wijze plaats: eerst het programma, daarna het 'kontje'. Dat deze lijsttrekkersverkiezingen door de pers steevast nog steeds als 'stammenstrijd' worden voorgesteld doet daar niets aan af.
Onlangs verschenen:
Ruud Koole (2009), Mensenwerk, herinneringen van een partijvoorzitter, 2001 – 2007, Amsterdam, Bert Bakker
Bart Tromp (2009), Geschriften van een intellectuele glazenwasser. De draagbare Tromp, Bert Bakker, Amsterdam.
Verder geraadpleegd:
Willem Minderhout, Where were you when the towers went down ..., http://www.denhaag.pvda.nl/fractieblog_reacties/204 Willem Minderhout, Twaalf maal Dijksma, 2007 (Niet verkrijgbaar)
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
|