archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Mode delen printen terug
Kleden en verkleden Cass Kamp

0208 Home
Ik woon al sinds mijn geboorte in het zuiden van het land, in Limburg om precies te zijn. Normaal gesproken schaam ik me daar absoluut niet voor. Nou oké, het accent mag wat minder, maar daar wordt hard aan gewerkt. Ik kan nou ook weer niet zeggen dat ik er echt geweldig trots op ben om Limburger te zijn, maar toch, home sweet home. Zulke lekkere vlaaien als hier koop je nergens, en ach, door dat dialect kunnen we makkelijker met Duitsers converseren, die hier dan ook in groten getale aanwezig zijn.

Toch zijn er vijf dagen per jaar die ik het liefst ergens anders doorbreng. En dat waren de afgelopen vijf dagen. Als u in het zuiden van het land woont, kan het u niet ontgaan zijn. Vijf dagen lang liepen de mensen in de meest bijzondere creaties over de straat. De cafés zaten stampvol, en de geur van bier hing overal. Ja hoor, het was weer carnaval.

Ik roep al jaren dat ik dit feest haat. De laatste keer dat ik mee deed, was in de brugklas. Ik had besloten om toch maar naar het carnavalsfeest van school te gaan. Op die leeftijd waren feestjes namelijk schaars. De middag voor het feest haalden mijn moeder en ik de verkleedkist overhoop, op zoek naar een outfit. We waren de wanhoop bijna nabij, toen we een Chinese jurk zagen die mijn moeder ooit van een reis had meegenomen. Gele schmink, haren zwart spuiten, een rieten hoed, en voilà, ik maakte die avond mijn entree als Chineesje. Prompt won ik de eerste prijs van de verkleedwedstrijd. Ondanks die positieve ervaring geloof ik dat op die avond toch mijn afkeur voor carnaval is ontstaan. Meegevoerd door de polonaise vroeg ik me af waarom mensen dit toch zo leuk vonden.

Toch lijkt het tijdens de vijf dagen van carnaval alsof ik de enige ben die er niets aan vind. Dus ben ik toch maar eens bij mezelf te rade gegaan waarom ook al weer niet. Ik houd niet van bier, maar ach, dat is het probleem niet. Je hoeft niet perse te drinken natuurlijk en er bestaan ook nog altijd andere alcoholische versnaperingen. En de muziek vormt ook niet het grootste probleem. Goed, liedjes over bier en tieten vind ik ook niet geweldig, maar de meeste liedjes zijn nog zo erg niet.

Na lang peinzen kwam ik dan toch met een reden, en eigenlijk schaam ik me daar best een beetje voor. Ik ben gewoon te ijdel. Ik ben al ongeveer de helft van mijn leven bezig om er juist zo goed mogelijk uit te zien. En al zeg ik het zelf, gestaag, maar toch, heb ik daarin ook vorderingen gemaakt. Voor feestdagen doe ik zelfs een beetje extra moeite. Waarom zou ik dan voor deze feestdagen mijzelf er juist zo belachelijk mogelijk uit laten zien? Dat is een soort van omgekeerde logica voor mij.

Dus sloot ik me ook deze carnaval weer eens op in huis. Vier dagen lang liep ik rond in mijn trainingsbroek en hing ik voor de televisie. Maar dinsdag moest ik toch uit mijn hol komen. Een vriendin belde me al sinds vrijdag op of ik mee carnaval ging vieren. En dinsdag waren mijn smoesjes op. Ik ben nog net te trots om toe te geven dat ik er te ijdel voor ben. Dus besloot ik voor één dag in het jaar mijn ego opzij te zetten en gewoon mee te doen.

En zo stond ik ’s middags voor mijn klerenkast of ik iets kon vinden dat belachelijk genoeg was om in te verkleden. Natuurlijk bezit ik zulke kledingstukken niet. Het is immers een beetje stom als je kleren in de kast hebt hangen die je zelf belachelijk vind, tenzij ze speciaal voor carnaval bestemd zijn natuurlijk. Dus besloot ik verschillende kledingstukken te combineren op een manier die ik op een doordeweekse dag niet zou doen. Wellicht dat dat een gekke combinatie zou opleveren. Eerst gooide ik het op polkadots. Ik heb verschillende kledingstukken met polkadots, maar gecombineerd waren het er net te weinig. Ik zag er meer uit als iemand die zich in het dagelijkse leven echt niet kan kleden, dan als verkleed. Niet gek genoeg dus. Vervolgens gooide ik het op roze. Elk kledingstuk bezit ik wel in het roze, een overblijfsel uit mijn roze periode. Maar zelfs tijdens mijn roze periode droeg ik die niet allemaal samen.

Met mijn roze outfit, gecombineerd met wat gouden elementen, overdadige make-up en een vette kuif met glitters erin, kon ik zo doorgaan voor een carnavalsgek. Echt geweldig voelde ik me er in het begin niet bij, maar naarmate de avond vorderde, werd dat minder. En ik moet het toegeven, ondanks dat ik er belachelijk uitzag, vond ik het niet eens zo vreselijk. Aan mijn kleding en make-up kon je nog steeds zien dat ik normaal gesproken niet heel lelijk ben, dat dan weer wel.

Deze avond gaf mij ook de kans om leuke outfits te spotten. Tja, je bent een fashionvictim of je bent het niet. Dus hier volgen enkele carnavalstips. Ik zag veel figuren uit de historie, zoals Romeinen, kasteelheren, ouderwetse Schotten in kilt, Julius Caesar, ga zo maar door. Daarnaast waren er veel sportfiguren: voetballers, een enkele wielrenner en wat spelers van American football. Zelfs de cheerleaders waren van de partij, maar dat kunnen ook meisjes geweest zijn die graag in erg korte rokjes rondlopen en toevallig een pompon in de hand hadden.

Wellicht heeft u er wat aan voor volgend jaar. En of ik volgend jaar weer meedoe? Tja, ik weet het niet, maar ach, het kan geen kwaad om zo af en toe eens bijna over mijn ijdelheid heen te stappen.


© 2005 Cass Kamp meer Cass Kamp - meer "Mode"
Bezigheden > Mode
Kleden en verkleden Cass Kamp
0208 Home
Ik woon al sinds mijn geboorte in het zuiden van het land, in Limburg om precies te zijn. Normaal gesproken schaam ik me daar absoluut niet voor. Nou oké, het accent mag wat minder, maar daar wordt hard aan gewerkt. Ik kan nou ook weer niet zeggen dat ik er echt geweldig trots op ben om Limburger te zijn, maar toch, home sweet home. Zulke lekkere vlaaien als hier koop je nergens, en ach, door dat dialect kunnen we makkelijker met Duitsers converseren, die hier dan ook in groten getale aanwezig zijn.

Toch zijn er vijf dagen per jaar die ik het liefst ergens anders doorbreng. En dat waren de afgelopen vijf dagen. Als u in het zuiden van het land woont, kan het u niet ontgaan zijn. Vijf dagen lang liepen de mensen in de meest bijzondere creaties over de straat. De cafés zaten stampvol, en de geur van bier hing overal. Ja hoor, het was weer carnaval.

Ik roep al jaren dat ik dit feest haat. De laatste keer dat ik mee deed, was in de brugklas. Ik had besloten om toch maar naar het carnavalsfeest van school te gaan. Op die leeftijd waren feestjes namelijk schaars. De middag voor het feest haalden mijn moeder en ik de verkleedkist overhoop, op zoek naar een outfit. We waren de wanhoop bijna nabij, toen we een Chinese jurk zagen die mijn moeder ooit van een reis had meegenomen. Gele schmink, haren zwart spuiten, een rieten hoed, en voilà, ik maakte die avond mijn entree als Chineesje. Prompt won ik de eerste prijs van de verkleedwedstrijd. Ondanks die positieve ervaring geloof ik dat op die avond toch mijn afkeur voor carnaval is ontstaan. Meegevoerd door de polonaise vroeg ik me af waarom mensen dit toch zo leuk vonden.

Toch lijkt het tijdens de vijf dagen van carnaval alsof ik de enige ben die er niets aan vind. Dus ben ik toch maar eens bij mezelf te rade gegaan waarom ook al weer niet. Ik houd niet van bier, maar ach, dat is het probleem niet. Je hoeft niet perse te drinken natuurlijk en er bestaan ook nog altijd andere alcoholische versnaperingen. En de muziek vormt ook niet het grootste probleem. Goed, liedjes over bier en tieten vind ik ook niet geweldig, maar de meeste liedjes zijn nog zo erg niet.

Na lang peinzen kwam ik dan toch met een reden, en eigenlijk schaam ik me daar best een beetje voor. Ik ben gewoon te ijdel. Ik ben al ongeveer de helft van mijn leven bezig om er juist zo goed mogelijk uit te zien. En al zeg ik het zelf, gestaag, maar toch, heb ik daarin ook vorderingen gemaakt. Voor feestdagen doe ik zelfs een beetje extra moeite. Waarom zou ik dan voor deze feestdagen mijzelf er juist zo belachelijk mogelijk uit laten zien? Dat is een soort van omgekeerde logica voor mij.

Dus sloot ik me ook deze carnaval weer eens op in huis. Vier dagen lang liep ik rond in mijn trainingsbroek en hing ik voor de televisie. Maar dinsdag moest ik toch uit mijn hol komen. Een vriendin belde me al sinds vrijdag op of ik mee carnaval ging vieren. En dinsdag waren mijn smoesjes op. Ik ben nog net te trots om toe te geven dat ik er te ijdel voor ben. Dus besloot ik voor één dag in het jaar mijn ego opzij te zetten en gewoon mee te doen.

En zo stond ik ’s middags voor mijn klerenkast of ik iets kon vinden dat belachelijk genoeg was om in te verkleden. Natuurlijk bezit ik zulke kledingstukken niet. Het is immers een beetje stom als je kleren in de kast hebt hangen die je zelf belachelijk vind, tenzij ze speciaal voor carnaval bestemd zijn natuurlijk. Dus besloot ik verschillende kledingstukken te combineren op een manier die ik op een doordeweekse dag niet zou doen. Wellicht dat dat een gekke combinatie zou opleveren. Eerst gooide ik het op polkadots. Ik heb verschillende kledingstukken met polkadots, maar gecombineerd waren het er net te weinig. Ik zag er meer uit als iemand die zich in het dagelijkse leven echt niet kan kleden, dan als verkleed. Niet gek genoeg dus. Vervolgens gooide ik het op roze. Elk kledingstuk bezit ik wel in het roze, een overblijfsel uit mijn roze periode. Maar zelfs tijdens mijn roze periode droeg ik die niet allemaal samen.

Met mijn roze outfit, gecombineerd met wat gouden elementen, overdadige make-up en een vette kuif met glitters erin, kon ik zo doorgaan voor een carnavalsgek. Echt geweldig voelde ik me er in het begin niet bij, maar naarmate de avond vorderde, werd dat minder. En ik moet het toegeven, ondanks dat ik er belachelijk uitzag, vond ik het niet eens zo vreselijk. Aan mijn kleding en make-up kon je nog steeds zien dat ik normaal gesproken niet heel lelijk ben, dat dan weer wel.

Deze avond gaf mij ook de kans om leuke outfits te spotten. Tja, je bent een fashionvictim of je bent het niet. Dus hier volgen enkele carnavalstips. Ik zag veel figuren uit de historie, zoals Romeinen, kasteelheren, ouderwetse Schotten in kilt, Julius Caesar, ga zo maar door. Daarnaast waren er veel sportfiguren: voetballers, een enkele wielrenner en wat spelers van American football. Zelfs de cheerleaders waren van de partij, maar dat kunnen ook meisjes geweest zijn die graag in erg korte rokjes rondlopen en toevallig een pompon in de hand hadden.

Wellicht heeft u er wat aan voor volgend jaar. En of ik volgend jaar weer meedoe? Tja, ik weet het niet, maar ach, het kan geen kwaad om zo af en toe eens bijna over mijn ijdelheid heen te stappen.
© 2005 Cass Kamp
powered by CJ2