archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Mode delen printen terug
Het rode rokje Marianne Bernard

0810BZ Rokje
Dertig jaar lang heb ik maat 36 gehad, ongeveer van mijn twintigste tot mijn vijftigste. Pas door de overgang werd ik minder slank en uiteindelijk bleek ik van ‘Small’ naar ‘Large’ te zijn gegroeid, zonder ooit ‘Medium’ te zijn geweest. Ik kocht nog steeds kleren waar ik te dik voor was, broeken waarvan de rits niet dicht ging. Ik bleef denken dat het probleem met een weekje zonder alcohol en wat rauwkost wel zou zijn opgelost. Ten slotte had ik kasten vol te kleine kleren, niets paste me nog. Het heeft jaren geduurd voordat ik deze natuurlijke transformatie, veroorzaakt door hormonen en ouder worden, kon accepteren.

Langzaam maar zeker ben ik grotere maten gaan kopen en heb ik mijn oude broeken en rokken uitgelegd. Maar er hingen in de kast op zolder nog een heleboel mooie jurken en rokjes die tevergeefs wachtten op het moment dat ik er weer gewoon in zou passen. Jurken waar ik geen afstand van kon doen, jurken die betekenis hebben omdat ik ze zelf heb gemaakt of omdat ze mij herinneren aan een speciale gelegenheid. (Zoals ze over Ginger Rogers zeiden: ‘She doesn’t remember what she said, but she remembers what she wore.’)

Die donkerblauwe fluwelen jurk, die ik zelf heb gemaakt, droeg ik naar het jubileumfeest van de faculteit. Die zwarte jurk met kanten mouwen, ooit op de Haagse rommelmarkt tweedehands gekocht, had ik aan in het Concertgebouw bij het legendarische optreden van Vladimir Horowitz. De paarse jurk, gemaakt van zijde die vriendin E. uit Thailand had meegebracht. Ik stal er de show mee bij de bruiloft van een neef in Frankrijk. Er hing ook nog een rode kanten ‘cocktailjurk’, die ik destijds droeg naar studentenfeesten, en die nog van mijn moeder is geweest.

Maar helaas – wat moet je ermee, met al die jurken vol herinneringen die je allemaal te klein zijn? Het is zonde om zulke beladen kleren anoniem in de Leger-des-Heils-container te gooien, maar de kasten puilen uit en je kunt ook niet álles bewaren. Vriendin S. heeft twee0819BZ Mouton opgroeiende dochters van 15 en 17, die ik al van klein af ken. Zij zijn nu op een leeftijd dat ze gek zijn op kleren, veel naar feestjes gaan, weinig geld hebben, en ze hebben natuurlijk het ideale superslanke meisjesfiguurtje voor mijn jurken. Op een middag zijn ze giechelend komen passen en ze hebben tassen vol jurken en rokjes meegenomen. Vriendin S. paste ook nog een paar jurken, die ze graag zelf wilde hebben.

En er hingen natuurlijk ook rokjes, ook maatje 36, en ook beladen met sentiment. Bij voorbeeld het blauwe satijnen rokje, nog gekocht in Parijs bij Mouton à 5 Pattes, en het rode wollen kamgaren rokje van Mattie Couperus, met een kunstig gedrapeerd voorpand. Ik kreeg het twintig jaar geleden toen vriendin E. haar kast opruimde. En nu gaf ik het weer door aan vriendin S. Bij de grote overdracht heb ik al die verhalen verteld. Leuke kleertjes weggeven, oké, maar ik wilde ook een besef van de betekenis meegeven.

Trouw brengt vriendin S. nu verslag uit van haar succes, als ze weer eens in een jurk van mij naar een feest is geweest. Vorige week ging zij naar een filmpremière en in plaats van een smak geld uit te geven aan een designerjurk kocht zij voor een paar tientjes een topje bij het rode Mattie Couperus-rokje. Samen vormde het een chic ensemble, leek het net een jurk. Ze kreeg de hele avond complimentjes voor haar outfit. Er stond zelfs een foto van haar in haar ‘rode jurk’ in de Haagsche Courant.
En nu is iedereen gelukkig. Ik heb een mooie bestemming voor mijn lievelingen gevonden en ik weet dat ze met ere worden gedragen.

P.S. Er hangen ook nog een stuk of tien designer-jasjes (Jill Sander, Calvin Klein) uit de jaren tachtig, met schoudervullingen. Wie geïnteresseerd is mag zich melden.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.


© 2011 Marianne Bernard meer Marianne Bernard - meer "Mode" -
Bezigheden > Mode
Het rode rokje Marianne Bernard
0810BZ Rokje
Dertig jaar lang heb ik maat 36 gehad, ongeveer van mijn twintigste tot mijn vijftigste. Pas door de overgang werd ik minder slank en uiteindelijk bleek ik van ‘Small’ naar ‘Large’ te zijn gegroeid, zonder ooit ‘Medium’ te zijn geweest. Ik kocht nog steeds kleren waar ik te dik voor was, broeken waarvan de rits niet dicht ging. Ik bleef denken dat het probleem met een weekje zonder alcohol en wat rauwkost wel zou zijn opgelost. Ten slotte had ik kasten vol te kleine kleren, niets paste me nog. Het heeft jaren geduurd voordat ik deze natuurlijke transformatie, veroorzaakt door hormonen en ouder worden, kon accepteren.

Langzaam maar zeker ben ik grotere maten gaan kopen en heb ik mijn oude broeken en rokken uitgelegd. Maar er hingen in de kast op zolder nog een heleboel mooie jurken en rokjes die tevergeefs wachtten op het moment dat ik er weer gewoon in zou passen. Jurken waar ik geen afstand van kon doen, jurken die betekenis hebben omdat ik ze zelf heb gemaakt of omdat ze mij herinneren aan een speciale gelegenheid. (Zoals ze over Ginger Rogers zeiden: ‘She doesn’t remember what she said, but she remembers what she wore.’)

Die donkerblauwe fluwelen jurk, die ik zelf heb gemaakt, droeg ik naar het jubileumfeest van de faculteit. Die zwarte jurk met kanten mouwen, ooit op de Haagse rommelmarkt tweedehands gekocht, had ik aan in het Concertgebouw bij het legendarische optreden van Vladimir Horowitz. De paarse jurk, gemaakt van zijde die vriendin E. uit Thailand had meegebracht. Ik stal er de show mee bij de bruiloft van een neef in Frankrijk. Er hing ook nog een rode kanten ‘cocktailjurk’, die ik destijds droeg naar studentenfeesten, en die nog van mijn moeder is geweest.

Maar helaas – wat moet je ermee, met al die jurken vol herinneringen die je allemaal te klein zijn? Het is zonde om zulke beladen kleren anoniem in de Leger-des-Heils-container te gooien, maar de kasten puilen uit en je kunt ook niet álles bewaren. Vriendin S. heeft twee0819BZ Mouton opgroeiende dochters van 15 en 17, die ik al van klein af ken. Zij zijn nu op een leeftijd dat ze gek zijn op kleren, veel naar feestjes gaan, weinig geld hebben, en ze hebben natuurlijk het ideale superslanke meisjesfiguurtje voor mijn jurken. Op een middag zijn ze giechelend komen passen en ze hebben tassen vol jurken en rokjes meegenomen. Vriendin S. paste ook nog een paar jurken, die ze graag zelf wilde hebben.

En er hingen natuurlijk ook rokjes, ook maatje 36, en ook beladen met sentiment. Bij voorbeeld het blauwe satijnen rokje, nog gekocht in Parijs bij Mouton à 5 Pattes, en het rode wollen kamgaren rokje van Mattie Couperus, met een kunstig gedrapeerd voorpand. Ik kreeg het twintig jaar geleden toen vriendin E. haar kast opruimde. En nu gaf ik het weer door aan vriendin S. Bij de grote overdracht heb ik al die verhalen verteld. Leuke kleertjes weggeven, oké, maar ik wilde ook een besef van de betekenis meegeven.

Trouw brengt vriendin S. nu verslag uit van haar succes, als ze weer eens in een jurk van mij naar een feest is geweest. Vorige week ging zij naar een filmpremière en in plaats van een smak geld uit te geven aan een designerjurk kocht zij voor een paar tientjes een topje bij het rode Mattie Couperus-rokje. Samen vormde het een chic ensemble, leek het net een jurk. Ze kreeg de hele avond complimentjes voor haar outfit. Er stond zelfs een foto van haar in haar ‘rode jurk’ in de Haagsche Courant.
En nu is iedereen gelukkig. Ik heb een mooie bestemming voor mijn lievelingen gevonden en ik weet dat ze met ere worden gedragen.

P.S. Er hangen ook nog een stuk of tien designer-jasjes (Jill Sander, Calvin Klein) uit de jaren tachtig, met schoudervullingen. Wie geïnteresseerd is mag zich melden.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
© 2011 Marianne Bernard
powered by CJ2