archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Een levend museum Frits Hoorweg

0401BZ Lopen
De PvdA schijnt de waterschappen te willen opheffen. Althans dat werd gemeld in een actualiteitenrubriek.(Ik heb eerlijk gezegd niet de moeite genomen het verkiezingsprogramma erop na te slaan.) Het openbaar bestuur moet efficiënter worden en daarom streeft men naar minder bestuurders en ambtenaren. In plaats van overal een klein beetje af te halen kiest Wouter Bos liever voor rigoureuze maatregelen. Daar heb ik op zich wel een zekere sympathie voor. Maar ja, waarom nou juist die waterschappen, de oudste en sympathiekste bestuursorganen die we hebben? Boze tongen beweren dat het is omdat er zo weinig PvdA’ers in de besturen ervan zitten.

Van de weeromstuit heb ik de laatste tijd diverse polderwandelingen gemaakt. Nu het nog kan. Want ze kunnen wel zeggen dat er door het opheffen van de waterschappen in de praktijk niets zal veranderen, maar dat moet ik nog zien. De provincies zullen de zorg voor het waterbeheer wel over moeten nemen en voor je het weet verwaarlozen ze de boel of verhogen de waterstand, omdat die vogels van de natuurbescherming dat graag willen.
Toegegeven, het had ook iets met het weer te maken dat ik vaak de polder introk. De bossen moeten maar wachten tot het echt najaar is.

De Mijzenpolder ligt in Noord-Holland ten oosten van Alkmaar. Iets boven Graft, dat bekend is van het boek dat een bekende historicus erover schreef *. De geschiedenis van de Mijzenpolder begint overigens al rond het jaar 1000, toen dit gebied ontgonnen werd. Van Deursen beschrijft de situatie in de 17e eeuw. Een groot deel van de bevolking verwierf zijn inkomen toen voornamelijk uit de visserij. Waterwegen waren belangrijker dan wandelpaden. Het kan verkeren. Ik haalde de beschrijving van een wandeling uit een in 2003 door de Unie van Waterschappen uitgegeven boekje. Blijkbaar voelde de Unie toen al aan dat boze krachten zich opmaakten om hun bestaansrecht ter discussie te stellen. Als we nou een gratis wandelboekje maken nemen we die de wind uit de zeilen, moet men hebben gedacht.

Ik parkeerde de auto op de parkeerplaats (‘Alleen voor bezoekers …. ‘) van Café ’s Lands Welvaren in Schermerhorn. Ook zo’n mooi dorpje met een hoofdstraat die eigenlijk te smal is voor de moderne tijd, en genoeg huizen met een houten opbouw om het geheel een authentiek Noord-Hollands aanzien te geven. In de opening van de autodeur gezeten trok ik mijn wandelschoenen aan. Het café was nog niet geopend. Voor de deur drentelde een sjofel uitziende man ongeduldig heen en weer. In de 17e eeuw was er ook al sprake van drankmisbruik en landloperij; blijkbaar is dat van alle tijden. Volgens een mevrouw die, terzijde van de parkeerplaats, haar tuin winterklaar aan het maken was, zou het café om 10.00 uur zijn deuren openen. Maar om tien over tien was er nog niemand te bekennen en daarom besloot ik maar te gaan lopen. Aannemend dat een bezoek na afloop van de wandeling mij ook het recht gaf van de parkeerplaats gebruik te maken.

Aan de overkant van de ringvaart sloeg ik linksaf, volgens de instructies van het boekje. En vervolgens was nadenken niet meer nodig. Ik liep de polder in het rond, bij wijze van spreken dan, want hij heeft op de kaart een vorm die doet denken aan een naar het oosten wapperende vlag. Direct aan het begin van de wandeling staat een aantal molens, aan de andere kant van de ringvaart. Verderop zijn er alleen de uitzichten over het polderland, met hier en daar een plukje koeien of schapen. De ranke kerktorens van Ursem en Avenhorn zijn een soort van baken, dat de wandelaar niet eens nodig heeft. Hij volgt gewoon het dijkje dat de buitenrand van de polder beschermt, 12 kilometer lang, meest over het gras net naast de weg.

Ergens halverwege kwam ik een joggende mevrouw tegen die mij vrolijk groette. Waarschijnlijk dachten we allebei: ‘kijken waar ik die weer tegenkom’. Van de weeromstuit ging ik sneller lopen. Dat is toch al iets dat je vrijwel automatisch doet als de uitzichten wijds zijn. Misschien komt het doordat alles wat de moeite waard is in zo’n landschap ver weg lijkt te zijn. Een kilometer of twee voor Schermerhorn kwam ik de vrolijke hardloopster weer tegen en kort daarna, na een wandeling van iets meer dan twee uur, zat ik al weer achter de koffie, in het inmiddels geopende café. De zaal erachter zat vol mensen. ‘Hebt u een oploop?’ vroeg ik aan de dame die mij koffie bracht. ‘Neen, een uitvaart’, was haar antwoord. Door de half geopende deur ving ik een glimp op van iets dat me weemoedig maakte: een dorpsgemeenschap in zijn goede goed.

Mogen de waterschappen worden opgeheven? Ach, ik moet de PvdA helaas toegeven dat we waarschijnlijk zonder kunnen. De provincie kan het er bij doen. Maar dan hoop ik wel dat er ergens in Holland één waterschap in stand wordt gehouden. Als een levend museum, compleet met bestuurders in driedelig pak, de verweerde koppen opgesierd met een gepoederde sigaar. Die de vergaderingen afsluiten met een paar jenevertjes, waardoor hun buitenkleur nog intenser wordt. En ingelanden die, als ze gezond van lijf en leden zijn, bij storm en ontij zandzakken moeten aanslepen om de dijken te versterken. Ook af en toe een heuse overstroming graag. Ik reken op de provincies.

*A.Th. van Deursen, ‘Een dorp in de polder. Graft in de zeventiende eeuw.’ Bert Bakker, 1994.


*********************************************************
De provincie Noord-Holland doet trouwens ook zijn best voor wandelaars.
Op www.noord-holland.com is een beschrijving te vinden van een pad door
de provincie dat Schermerhorn aandoet en mij zeer aantrekkelijk lijkt.




© 2006 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Een levend museum Frits Hoorweg
0401BZ Lopen
De PvdA schijnt de waterschappen te willen opheffen. Althans dat werd gemeld in een actualiteitenrubriek.(Ik heb eerlijk gezegd niet de moeite genomen het verkiezingsprogramma erop na te slaan.) Het openbaar bestuur moet efficiënter worden en daarom streeft men naar minder bestuurders en ambtenaren. In plaats van overal een klein beetje af te halen kiest Wouter Bos liever voor rigoureuze maatregelen. Daar heb ik op zich wel een zekere sympathie voor. Maar ja, waarom nou juist die waterschappen, de oudste en sympathiekste bestuursorganen die we hebben? Boze tongen beweren dat het is omdat er zo weinig PvdA’ers in de besturen ervan zitten.

Van de weeromstuit heb ik de laatste tijd diverse polderwandelingen gemaakt. Nu het nog kan. Want ze kunnen wel zeggen dat er door het opheffen van de waterschappen in de praktijk niets zal veranderen, maar dat moet ik nog zien. De provincies zullen de zorg voor het waterbeheer wel over moeten nemen en voor je het weet verwaarlozen ze de boel of verhogen de waterstand, omdat die vogels van de natuurbescherming dat graag willen.
Toegegeven, het had ook iets met het weer te maken dat ik vaak de polder introk. De bossen moeten maar wachten tot het echt najaar is.

De Mijzenpolder ligt in Noord-Holland ten oosten van Alkmaar. Iets boven Graft, dat bekend is van het boek dat een bekende historicus erover schreef *. De geschiedenis van de Mijzenpolder begint overigens al rond het jaar 1000, toen dit gebied ontgonnen werd. Van Deursen beschrijft de situatie in de 17e eeuw. Een groot deel van de bevolking verwierf zijn inkomen toen voornamelijk uit de visserij. Waterwegen waren belangrijker dan wandelpaden. Het kan verkeren. Ik haalde de beschrijving van een wandeling uit een in 2003 door de Unie van Waterschappen uitgegeven boekje. Blijkbaar voelde de Unie toen al aan dat boze krachten zich opmaakten om hun bestaansrecht ter discussie te stellen. Als we nou een gratis wandelboekje maken nemen we die de wind uit de zeilen, moet men hebben gedacht.

Ik parkeerde de auto op de parkeerplaats (‘Alleen voor bezoekers …. ‘) van Café ’s Lands Welvaren in Schermerhorn. Ook zo’n mooi dorpje met een hoofdstraat die eigenlijk te smal is voor de moderne tijd, en genoeg huizen met een houten opbouw om het geheel een authentiek Noord-Hollands aanzien te geven. In de opening van de autodeur gezeten trok ik mijn wandelschoenen aan. Het café was nog niet geopend. Voor de deur drentelde een sjofel uitziende man ongeduldig heen en weer. In de 17e eeuw was er ook al sprake van drankmisbruik en landloperij; blijkbaar is dat van alle tijden. Volgens een mevrouw die, terzijde van de parkeerplaats, haar tuin winterklaar aan het maken was, zou het café om 10.00 uur zijn deuren openen. Maar om tien over tien was er nog niemand te bekennen en daarom besloot ik maar te gaan lopen. Aannemend dat een bezoek na afloop van de wandeling mij ook het recht gaf van de parkeerplaats gebruik te maken.

Aan de overkant van de ringvaart sloeg ik linksaf, volgens de instructies van het boekje. En vervolgens was nadenken niet meer nodig. Ik liep de polder in het rond, bij wijze van spreken dan, want hij heeft op de kaart een vorm die doet denken aan een naar het oosten wapperende vlag. Direct aan het begin van de wandeling staat een aantal molens, aan de andere kant van de ringvaart. Verderop zijn er alleen de uitzichten over het polderland, met hier en daar een plukje koeien of schapen. De ranke kerktorens van Ursem en Avenhorn zijn een soort van baken, dat de wandelaar niet eens nodig heeft. Hij volgt gewoon het dijkje dat de buitenrand van de polder beschermt, 12 kilometer lang, meest over het gras net naast de weg.

Ergens halverwege kwam ik een joggende mevrouw tegen die mij vrolijk groette. Waarschijnlijk dachten we allebei: ‘kijken waar ik die weer tegenkom’. Van de weeromstuit ging ik sneller lopen. Dat is toch al iets dat je vrijwel automatisch doet als de uitzichten wijds zijn. Misschien komt het doordat alles wat de moeite waard is in zo’n landschap ver weg lijkt te zijn. Een kilometer of twee voor Schermerhorn kwam ik de vrolijke hardloopster weer tegen en kort daarna, na een wandeling van iets meer dan twee uur, zat ik al weer achter de koffie, in het inmiddels geopende café. De zaal erachter zat vol mensen. ‘Hebt u een oploop?’ vroeg ik aan de dame die mij koffie bracht. ‘Neen, een uitvaart’, was haar antwoord. Door de half geopende deur ving ik een glimp op van iets dat me weemoedig maakte: een dorpsgemeenschap in zijn goede goed.

Mogen de waterschappen worden opgeheven? Ach, ik moet de PvdA helaas toegeven dat we waarschijnlijk zonder kunnen. De provincie kan het er bij doen. Maar dan hoop ik wel dat er ergens in Holland één waterschap in stand wordt gehouden. Als een levend museum, compleet met bestuurders in driedelig pak, de verweerde koppen opgesierd met een gepoederde sigaar. Die de vergaderingen afsluiten met een paar jenevertjes, waardoor hun buitenkleur nog intenser wordt. En ingelanden die, als ze gezond van lijf en leden zijn, bij storm en ontij zandzakken moeten aanslepen om de dijken te versterken. Ook af en toe een heuse overstroming graag. Ik reken op de provincies.

*A.Th. van Deursen, ‘Een dorp in de polder. Graft in de zeventiende eeuw.’ Bert Bakker, 1994.


*********************************************************
De provincie Noord-Holland doet trouwens ook zijn best voor wandelaars.
Op www.noord-holland.com is een beschrijving te vinden van een pad door
de provincie dat Schermerhorn aandoet en mij zeer aantrekkelijk lijkt.


© 2006 Frits Hoorweg
powered by CJ2