archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
De randen van de stad Frits Hoorweg

1301BZ Tram17In ‘Haagwinde’ (zie onderaan) stond de beschrijving van een wandeling langs de rivier de Zweth. Een ‘waterschapswandeling’ werd het genoemd, maar ‘langs de randen van de stad’ zou misschien nog wel treffender zijn geweest. Dat is niet als diskwalificatie bedoeld, op de grens van stad en land is van alles te zien en te beleven. In mijn geval wordt die appreciatie waarschijnlijk mede gevoed door nostalgie.

Je komt bij het beginpunt door lijn 17 te nemen, richting Wateringen (lijn 16 kan ook), een feest op zich. Die tram rijdt door Spoorwijk en Rijswijk, via de Plaspoelpolder (industriegebied), om te beginnen naar ‘In de Boogaard’. Op de kop van dat winkelcentrum staat een kantoorgebouw van circa 20 verdiepingen, tot voor kort van de Belastingdienst. Op het moment wordt overwogen er vluchtelingen in onder te brengen. Heel vroeger zat hier het Ministerie van CRM in, mijn eerste werkgever.

Het winkelcentrum, en de erom heen liggende wijken, die je met enige goede wil ‘nieuw’ zou kunnen noemen, grenst min of meer aan Moerwijk (Den Haag); daar heb ik een groot deel van mijn jeugd doorgebracht. Vanuit ons huis keken wij uit (de tussenliggende flats even daar gelaten) over een parkachtig gebied in oostelijke richting (Overvoorde en Steenvoorde), dat verderop overging in grasland. Op een gegeven moment werd dat grasland voor een groot deel opgeofferd aan ‘In de Boogaard’. Iets verderop hield de weg waar wij aan woonden op en begon het Westland, in de loop van de tijd is de stad steeds verder in die richting opgerukt. Het was een geweldige plek voor opgroeiende kinderen, hoewel ik mij kan voorstellen dat onze opvoeders af en toe hun hart vasthielden.

Inmiddels is de rand van de stad verder naar het Zuiden verschoven en ligt nu achter een stadswijk die Wateringse Veld is genoemd. Daar rijdt lijn 17 heen, nadat hij In de Boogaard heeft aangedaan. Ik stapte uit bij de voorlaatste halte: Parijsplein, een winkelcentrum. Het leek mij dat daar om 10.30 uur ’s ochtend wel een koffie gescoord kon worden, maar dat viel tegen. In de winkels en er omheen was het opmerkelijk rustig, heel anders dan in de buitenwijk waar ik ooit woonde. Of is mijn geheugen op dit punt niet te vertrouwen?

Nee, ik denk dat het gewoon zo is. De wijken zijn nu ruimer opgezet, er heeft in de tussentijd ‘gezinsverdunning’ plaatsgevonden èn een groot deel van de vrouwen werkt tegenwoordig. Daar staat tegenover dat er meer bejaarden zijn, maar blijkbaar gaan die pas later boodschappen doen (wel met z’n tweeën vaak!). Goed, geen koffie dus, dan maar een flesje water en meteen op pad. Gelukkig bleek er nog geen kilometer verderop aan de route een uitspanning te zijn, die zowaar nog geopend was ook! Kijk, dat is nu weer typisch een verworvenheid van de moderne tijd: Horeca op de onwaarschijnlijkste plekken.

De wandeling is van een aangename eenvoud. Je loopt om te beginnen een flink stuk met de Zweth aan de rechterzijde. De beschrijver van de wandeling vraagt vooral aandacht voor de interessante begroeiing van de wallekant: oude geriefbosjes en rietoevers. Mij vallen vooral de reusachtige bedrijfsgebouwen op die aan de overkant, in de uitlopers van Wateringse Veld, staan.

Aan de linkerkant staan eerst de onvermijdelijke kassen, met de bijbehorende woningen (een enkele oud en schilderachtig, de meeste keurig en non-descript, in één geval een bijna obsceen aandoend nieuw nep-landhuis). Op een gegeven moment gaat het daar over in grasland en heb je zicht op het charmante kerktorentje van ’t Woud. En deel van die polder aan de linkerkant wordt tegenwoordig gebruikt als ‘calamiteitenberging’, een noodopvang voor boezemwater. Als het een poosje hard regent is er in het Westland snel teveel water.

Om deze polder loop je naar ’t Woud en dan weer terug naar het beginpunt, in totaal ongeveer acht kilometer en in mijn geval met groot genoegen. Een kniesoor zou de vraag op kunnen werpen hoeveel ‘natuur’1301BZ Kerkje er hier nog te aanschouwen valt. Kniesoren hebben vaak een punt, maar de Haagse afdeling van de afdeling van AVN telt onze zegeningen. De ‘oude natuur’ is hier al lang geleden ten onder gegaan. Informatieborden onderweg maken overigens duidelijk dat het niet mee zou vallen om daar in dit geval een bevredigende definitie van te geven. De vraag is trouwens of dat ooit kan.
Lees het prachtige, tragische boek van Chris de Stoop (‘Dit is mijn hof’) om inzicht te krijgen in de narigheid waar het toe kan leiden.

----------------
Kwartaalblad van de AVN voor ’s Gravenhage e.o. jrg. 8, nr. 1. Er is ook een website www.avn.nl en dan moet je even zoeken om bij die Zweth-wandeling te komen.
-------------------
Plaatje 1 is van Henk Klaren,
plaatje 2 van de schrijver.
-----------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2015 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
De randen van de stad Frits Hoorweg
1301BZ Tram17In ‘Haagwinde’ (zie onderaan) stond de beschrijving van een wandeling langs de rivier de Zweth. Een ‘waterschapswandeling’ werd het genoemd, maar ‘langs de randen van de stad’ zou misschien nog wel treffender zijn geweest. Dat is niet als diskwalificatie bedoeld, op de grens van stad en land is van alles te zien en te beleven. In mijn geval wordt die appreciatie waarschijnlijk mede gevoed door nostalgie.

Je komt bij het beginpunt door lijn 17 te nemen, richting Wateringen (lijn 16 kan ook), een feest op zich. Die tram rijdt door Spoorwijk en Rijswijk, via de Plaspoelpolder (industriegebied), om te beginnen naar ‘In de Boogaard’. Op de kop van dat winkelcentrum staat een kantoorgebouw van circa 20 verdiepingen, tot voor kort van de Belastingdienst. Op het moment wordt overwogen er vluchtelingen in onder te brengen. Heel vroeger zat hier het Ministerie van CRM in, mijn eerste werkgever.

Het winkelcentrum, en de erom heen liggende wijken, die je met enige goede wil ‘nieuw’ zou kunnen noemen, grenst min of meer aan Moerwijk (Den Haag); daar heb ik een groot deel van mijn jeugd doorgebracht. Vanuit ons huis keken wij uit (de tussenliggende flats even daar gelaten) over een parkachtig gebied in oostelijke richting (Overvoorde en Steenvoorde), dat verderop overging in grasland. Op een gegeven moment werd dat grasland voor een groot deel opgeofferd aan ‘In de Boogaard’. Iets verderop hield de weg waar wij aan woonden op en begon het Westland, in de loop van de tijd is de stad steeds verder in die richting opgerukt. Het was een geweldige plek voor opgroeiende kinderen, hoewel ik mij kan voorstellen dat onze opvoeders af en toe hun hart vasthielden.

Inmiddels is de rand van de stad verder naar het Zuiden verschoven en ligt nu achter een stadswijk die Wateringse Veld is genoemd. Daar rijdt lijn 17 heen, nadat hij In de Boogaard heeft aangedaan. Ik stapte uit bij de voorlaatste halte: Parijsplein, een winkelcentrum. Het leek mij dat daar om 10.30 uur ’s ochtend wel een koffie gescoord kon worden, maar dat viel tegen. In de winkels en er omheen was het opmerkelijk rustig, heel anders dan in de buitenwijk waar ik ooit woonde. Of is mijn geheugen op dit punt niet te vertrouwen?

Nee, ik denk dat het gewoon zo is. De wijken zijn nu ruimer opgezet, er heeft in de tussentijd ‘gezinsverdunning’ plaatsgevonden èn een groot deel van de vrouwen werkt tegenwoordig. Daar staat tegenover dat er meer bejaarden zijn, maar blijkbaar gaan die pas later boodschappen doen (wel met z’n tweeën vaak!). Goed, geen koffie dus, dan maar een flesje water en meteen op pad. Gelukkig bleek er nog geen kilometer verderop aan de route een uitspanning te zijn, die zowaar nog geopend was ook! Kijk, dat is nu weer typisch een verworvenheid van de moderne tijd: Horeca op de onwaarschijnlijkste plekken.

De wandeling is van een aangename eenvoud. Je loopt om te beginnen een flink stuk met de Zweth aan de rechterzijde. De beschrijver van de wandeling vraagt vooral aandacht voor de interessante begroeiing van de wallekant: oude geriefbosjes en rietoevers. Mij vallen vooral de reusachtige bedrijfsgebouwen op die aan de overkant, in de uitlopers van Wateringse Veld, staan.

Aan de linkerkant staan eerst de onvermijdelijke kassen, met de bijbehorende woningen (een enkele oud en schilderachtig, de meeste keurig en non-descript, in één geval een bijna obsceen aandoend nieuw nep-landhuis). Op een gegeven moment gaat het daar over in grasland en heb je zicht op het charmante kerktorentje van ’t Woud. En deel van die polder aan de linkerkant wordt tegenwoordig gebruikt als ‘calamiteitenberging’, een noodopvang voor boezemwater. Als het een poosje hard regent is er in het Westland snel teveel water.

Om deze polder loop je naar ’t Woud en dan weer terug naar het beginpunt, in totaal ongeveer acht kilometer en in mijn geval met groot genoegen. Een kniesoor zou de vraag op kunnen werpen hoeveel ‘natuur’1301BZ Kerkje er hier nog te aanschouwen valt. Kniesoren hebben vaak een punt, maar de Haagse afdeling van de afdeling van AVN telt onze zegeningen. De ‘oude natuur’ is hier al lang geleden ten onder gegaan. Informatieborden onderweg maken overigens duidelijk dat het niet mee zou vallen om daar in dit geval een bevredigende definitie van te geven. De vraag is trouwens of dat ooit kan.
Lees het prachtige, tragische boek van Chris de Stoop (‘Dit is mijn hof’) om inzicht te krijgen in de narigheid waar het toe kan leiden.

----------------
Kwartaalblad van de AVN voor ’s Gravenhage e.o. jrg. 8, nr. 1. Er is ook een website www.avn.nl en dan moet je even zoeken om bij die Zweth-wandeling te komen.
-------------------
Plaatje 1 is van Henk Klaren,
plaatje 2 van de schrijver.
-----------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2015 Frits Hoorweg
powered by CJ2