archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Ruzie in Rijnsburg Frits Hoorweg

0920BZ Rijnsburg
Voor wie vindt dat een wandeling door bos of veld hoort te gaan, heeft lezen van het navolgende waarschijnlijk geen praktisch nut. Voorbij Leiden, richting Katwijk, is de Rijn namelijk gereduceerd tot een bedaarde stroom. Het water treedt zelden buiten zijn oevers en daarom zijn grote delen daarvan bebouwd; met enkele bedrijfsgebouwen maar vooral met huizen, een opmerkelijk groot deel daarvan gloednieuw.
 
De aanliggende gemeenten zijn blijkbaar vastbesloten iedere meter grond te benutten, vooral voor woningbouw. Het zal wel iets te maken hebben met de financieringsregels van het Rijk. Hoewel de logische gevolgtrekking ook is dat de mensen er blijkbaar graag wonen. Misschien is zo’n wandeling van Leiden naar Katwijk wel vooral interessant voor planologen en stedenbouwkundigen.

Wij verlieten Station Leiden via de achteruitgang en gingen meteen linksaf. Tussen het LUMC en de spoorlijn ligt een soort van fietspad dat je naar een wijk voert die Lage Mors heet en vervolgens bereik je Hoge Mors. Allebei (bewoners: vergeef mij) dertien-in-een-dozijn-buurtjes, de laatste iets nieuwer dan de eerste. Aan de rand van Hoge Mors slingert de Rijn zich om de zuidelijke grens van de stad heen. Althans met de aantekening dat zich aan de andere kant ervan nog een nieuwere wijk bevindt, die Stevenshof heet en die een eigen NS-station heeft. Wij bleven aan deze kant van het water en begonnen de rivier te volgen, die zich van hier in NW-richting beweegt. Overigens zonder hem te zien, want de huizen staan tot aan het water *.

Eerlijk gezegd begon zich hier een lichte irritatie van mij meester te maken. Ik had geen schilderachtige vergezichten verwacht, maar dat je het water niet eens kon zien viel mij wel erg tegen. Daar kwam pas verandering in bij de Haagsche Schouw, waar Leiden zo’n beetje ophoudt. Een eenzame roeier bewoog zich stroomopwaarts, achtervolgd door een hoog in het water liggend vrachtschip. Ik hoop dat hij het er levend vanaf heeft gebracht. Even verderop passeerden wij een landhuis en een mooie begraafplaats, beide gesierd met de naam Rhijnhof. Aan de rand van een stad vind je vaak de mooiste plekjes, maar een paar meter verder is het dan al weer gedaan met de pret. Wij gingen onder de A-44 door en ineens was er een wijds uitzicht, maar helaas niet ongestoord. Rechts doemde dat merkwaardige museum Corpus op, met een reusachtig beeld van de mens ernaast. Daarnaast staan studentenwoningen, althans dat neem ik aan. Wie zou er anders willen wonen?

Vanaf hier voldeed de wandeling heel even, enigszins, aan de eisen van de liefhebber. Links was water en rechts waren velden en enkele tuinderijen. Maar al snel werd deze landelijkheid weer onderbroken door fantasievolle nieuwe woningen, ook aan de andere kant van het water. Aan sommige ervan werd nog gewerkt. Op vlaggen die de resultaten van het bouwproject aan de man moesten brengen stond te lezen: ‘Oegstgeest aan het water’. Oegstgeest, dat ligt toch aan de andere kant van de A-44? Jawel, maar hemelsbreed valt die afstand wel mee en blijkbaar ligt dit stukje grond nog net binnen de gemeentegrenzen, een buitenkansje natuurlijk.

Even verderop begint Rijnsburg en jawel met een enorme nieuwbouwwijk, vol met roomwitte villa’s. Mooi en rustig, dat natuurlijk wel. Op een kruispunt moesten we een kleine omtrekkende beweging maken om geen ruzie te krijgen met een zwanenechtpaar dat het hele nageslacht, van zeven stuks, daar had uitgestald. Vervolgens deed een mevrouw op een fiets met een hond aan de lijn een tijdje lang vergeefse pogingen ons te passeren. Telkens als dat bijna gelukt was raakte de hond zo geïnteresseerd in die merkwaardige wandelaars dat hij weigerde door te lopen. Bijna had ik over ons bezoek een verslag kunnen schrijven onder de jongensboektitel: Ruzie in Rijnsburg.
Het wordt vervelend: na de villawijk kwamen wij op een plek terecht die tot voor kort waarschijnlijk open was geweest en die men nu met gezwinde spoed aan het vol bouwen is. Ik waande mij in een VINEX-wijk en dan overdrijf ik niet. Nou ja, nauwelijks.

Wij staken twee keer het water over, eerst het Additionele Kanaal en daarna wat resteert van de Rijn. Vervolgens voegt zich daar, van rechts, ook nog het Oegstgeester Kanaal bij. Met z’n drieën vormen ze dan samen iets dat men niet meer de Rijn durft te noemen. Men heeft er uit piëteitsoverwegingen de naam Uitwaterings Kanaal voor bedacht. Wij liepen er langs naar het centrum van Katwijk en vervolgens naar de boulevard.

*Ik heb het nagekeken, de Rijn is inderdaad mannelijk. De naam is afgeleid van Rhenus, een Keltische riviergod. Mijn bron is Riemer Reinsma (‘Namen op de kaart’, Atlas, 2009).
 
*********************************
De tekening is van Renée van den Kerkhof
Illustratrice in opleiding: http://www.neetje.nl
 
*****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2012 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Ruzie in Rijnsburg Frits Hoorweg
0920BZ Rijnsburg
Voor wie vindt dat een wandeling door bos of veld hoort te gaan, heeft lezen van het navolgende waarschijnlijk geen praktisch nut. Voorbij Leiden, richting Katwijk, is de Rijn namelijk gereduceerd tot een bedaarde stroom. Het water treedt zelden buiten zijn oevers en daarom zijn grote delen daarvan bebouwd; met enkele bedrijfsgebouwen maar vooral met huizen, een opmerkelijk groot deel daarvan gloednieuw.
 
De aanliggende gemeenten zijn blijkbaar vastbesloten iedere meter grond te benutten, vooral voor woningbouw. Het zal wel iets te maken hebben met de financieringsregels van het Rijk. Hoewel de logische gevolgtrekking ook is dat de mensen er blijkbaar graag wonen. Misschien is zo’n wandeling van Leiden naar Katwijk wel vooral interessant voor planologen en stedenbouwkundigen.

Wij verlieten Station Leiden via de achteruitgang en gingen meteen linksaf. Tussen het LUMC en de spoorlijn ligt een soort van fietspad dat je naar een wijk voert die Lage Mors heet en vervolgens bereik je Hoge Mors. Allebei (bewoners: vergeef mij) dertien-in-een-dozijn-buurtjes, de laatste iets nieuwer dan de eerste. Aan de rand van Hoge Mors slingert de Rijn zich om de zuidelijke grens van de stad heen. Althans met de aantekening dat zich aan de andere kant ervan nog een nieuwere wijk bevindt, die Stevenshof heet en die een eigen NS-station heeft. Wij bleven aan deze kant van het water en begonnen de rivier te volgen, die zich van hier in NW-richting beweegt. Overigens zonder hem te zien, want de huizen staan tot aan het water *.

Eerlijk gezegd begon zich hier een lichte irritatie van mij meester te maken. Ik had geen schilderachtige vergezichten verwacht, maar dat je het water niet eens kon zien viel mij wel erg tegen. Daar kwam pas verandering in bij de Haagsche Schouw, waar Leiden zo’n beetje ophoudt. Een eenzame roeier bewoog zich stroomopwaarts, achtervolgd door een hoog in het water liggend vrachtschip. Ik hoop dat hij het er levend vanaf heeft gebracht. Even verderop passeerden wij een landhuis en een mooie begraafplaats, beide gesierd met de naam Rhijnhof. Aan de rand van een stad vind je vaak de mooiste plekjes, maar een paar meter verder is het dan al weer gedaan met de pret. Wij gingen onder de A-44 door en ineens was er een wijds uitzicht, maar helaas niet ongestoord. Rechts doemde dat merkwaardige museum Corpus op, met een reusachtig beeld van de mens ernaast. Daarnaast staan studentenwoningen, althans dat neem ik aan. Wie zou er anders willen wonen?

Vanaf hier voldeed de wandeling heel even, enigszins, aan de eisen van de liefhebber. Links was water en rechts waren velden en enkele tuinderijen. Maar al snel werd deze landelijkheid weer onderbroken door fantasievolle nieuwe woningen, ook aan de andere kant van het water. Aan sommige ervan werd nog gewerkt. Op vlaggen die de resultaten van het bouwproject aan de man moesten brengen stond te lezen: ‘Oegstgeest aan het water’. Oegstgeest, dat ligt toch aan de andere kant van de A-44? Jawel, maar hemelsbreed valt die afstand wel mee en blijkbaar ligt dit stukje grond nog net binnen de gemeentegrenzen, een buitenkansje natuurlijk.

Even verderop begint Rijnsburg en jawel met een enorme nieuwbouwwijk, vol met roomwitte villa’s. Mooi en rustig, dat natuurlijk wel. Op een kruispunt moesten we een kleine omtrekkende beweging maken om geen ruzie te krijgen met een zwanenechtpaar dat het hele nageslacht, van zeven stuks, daar had uitgestald. Vervolgens deed een mevrouw op een fiets met een hond aan de lijn een tijdje lang vergeefse pogingen ons te passeren. Telkens als dat bijna gelukt was raakte de hond zo geïnteresseerd in die merkwaardige wandelaars dat hij weigerde door te lopen. Bijna had ik over ons bezoek een verslag kunnen schrijven onder de jongensboektitel: Ruzie in Rijnsburg.
Het wordt vervelend: na de villawijk kwamen wij op een plek terecht die tot voor kort waarschijnlijk open was geweest en die men nu met gezwinde spoed aan het vol bouwen is. Ik waande mij in een VINEX-wijk en dan overdrijf ik niet. Nou ja, nauwelijks.

Wij staken twee keer het water over, eerst het Additionele Kanaal en daarna wat resteert van de Rijn. Vervolgens voegt zich daar, van rechts, ook nog het Oegstgeester Kanaal bij. Met z’n drieën vormen ze dan samen iets dat men niet meer de Rijn durft te noemen. Men heeft er uit piëteitsoverwegingen de naam Uitwaterings Kanaal voor bedacht. Wij liepen er langs naar het centrum van Katwijk en vervolgens naar de boulevard.

*Ik heb het nagekeken, de Rijn is inderdaad mannelijk. De naam is afgeleid van Rhenus, een Keltische riviergod. Mijn bron is Riemer Reinsma (‘Namen op de kaart’, Atlas, 2009).
 
*********************************
De tekening is van Renée van den Kerkhof
Illustratrice in opleiding: http://www.neetje.nl
 
*****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2012 Frits Hoorweg
powered by CJ2