archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
De wereld even stil zetten Frits Hoorweg

0512BZ adam 2
Deze wandeling, rond een deel van het IJ, is heel simpel, vooral voor Amsterdammers. Hij is mij gesuggereerd door een rasechte Amsterdamse, zoéén die zelfs al ongelukkig wordt als ze een nacht moet overblijven aan de noordkant van het IJ. Zij liep met me mee, of ik met haar, het is maar hoe je er tegenaan kijkt. Een natuurwandeling is het bepaald niet, hoewel water is natuurlijk ook natuur.

Het begin is bij de achteruitgang van het Amsterdamse Centraal Station. Daar neem je het Buiksloterwegveer om aan de overkant te geraken. Eenmaal daar aangekomen loop je min of meer in oostelijke richting, langs het IJ voor zover mogelijk, hier en daar ben je gedwongen een ‘omweg’ landinwaarts te maken. Bij de Oranjesluizen, inmiddels ben je Nieuwendam gepasseerd en heb je ook Schellingwoude bijna achter je gelaten, kun je als voetganger het IJ weer oversteken en kom je op een soort van eiland dat onder andere ruimte biedt aan een zuiveringsinstallatie, volkstuinen, en een kunstenaarskolonie. Via een brug over het Amsterdam-Rijnkanaal kom je vervolgens weer echt in Amsterdam en loop je langs de zuidoever (ook hier weer voor zover mogelijk) terug naar het station.
Drie-en-een-half-uur lopen, wat volgens mij duidt op een afstand van 14 kilometer. Vanwege die af en toe noodzakelijke omwegen is het handig een recente kaart van Amsterdam mee te nemen. De kaart moet recent zijn omdat er nogal wat nieuwbouw is aan het water.

Het eerste dat ons opviel was de hoeveelheid infrastructurele werken die we tegenkwamen; de Noord-Zuid lijn om te beginnen met zijn reusachtige bouwputten, ook aan de achterkant van het station en aan de overzijde van het IJ. In die bouwputten gebeurde, althans toen wij er langs kwamen, niet veel bijzonders. We zagen indrukwekkende staketsels en enorme buizen, maar die stonden te staan en lagen te liggen. Hier en daar was een lasser bezig, verder heerste er een opmerkelijke rust.
Ik realiseerde mij dat dit weliswaar bijzonder lijkt maar het niet is. Waar je ook grote bouwwerken passeert: er gebeurt meestal weinig. Dat zal wel komen door de moderne wijze van bouwen waarin zoveel mogelijk grote elementen worden geprefabriceerd in werkplaatsen buitenaf. Als die elementen worden geplaatst is het even druk, maar al gauw daalt er weer een relatieve rust neer, waarin slechts dingen hoeven te worden ‘afgewerkt’. Her en der is een eenzame werkman daarmee bezig. Verbazingwekkend is ook dat zo iemand precies lijkt te weten wat hij moet doen, blijkbaar zijn aanwijzingen van een voorman of zo niet nodig.

De eerste ‘omweg’ bracht ons in het Vliegenbos, genoemd naar de socialistische voorman en oud-wethouder van Amsterdam W.H.Vliegen. Volgens zijn biografen is dat wethouderschap niet de meest gelukkige periode geweest in het leven van Vliegen. Misschien is het daarom passend dat het naar hem genoemde bos een beetje desolate indruk maakt. Aan het bos grenst zowaar een heuse camping, die er in maart vrij levenloos uitzag en die volgens zeggen ook in de zomer niet overmatig druk is. Aan de andere kant van het bos waren we ineens in Nieuwendam.
Voor het gevoel heb je daar de stad verlaten. Nieuwendam is van origine een dijkdorp, met een voor moderne begrippen te nauwe doorgang voor het verkeer. Aan weerszijden van de Nieuwendammerdijk staan namelijk de bekende Noord-Hollandse huisjes met houten bovenbouw, afgewisseld met modernere constructies die je soms (lang niet altijd) doen twijfelen aan het nut van ‘schoonheidscommissies’. Op een gegeven moment houdt de bebouwing aan de rechterkant op en krijgt de wandelaar weer zicht op het IJ, in de verte achter landjes die ruimte bieden aan onduidelijke bedrijfsgebouwen, sportvelden en mottige paarden. Nieuwendam gaat bijna ongemerkt over in Schellingwoude. Ook een aardig dijkdorp, maar halverwege, ter hoogte van Sportcomplex De Dijk, namen we er afscheid van. Daar zijn namelijk de Oranjesluizen en die bieden de wandelaar de mogelijkheid om het IJ over te steken, via een smalle voetgangersovergang bovenop de sluisdeuren.

Nadat we de eerste schutsluis waren overgestoken moesten we heel lang wachten. ‘Zou de sluiswachter soms zitten te slapen?’ vroegen wij ons af. Tevergeefs probeerden we oogcontact te krijgen met iemand in de sluiswachterstoren, die omgeven is met zonwerend, van buiten ondoorzichtig glas. Toen zagen we in de verte een schip onze richting uit komen en werd duidelijk waarom we moesten wachten. Toen deze ‘geschut’ was hoorden we in de verte een doordringende toeter, en jawel, daar kwam er nog een aan. ‘Op het water hebben ze geen haast,’ zei mijn metgezel.
Of dat nu letterlijk en overal waar is, weet ik eigenlijk niet. Wat mij vooral opviel was dat het zo rustig was bij deze sluizen. We hebben er een half uur gestaan en twee schepen zien passeren. Zelf ben ik geboren in een andere stad aan het water en daar was het volgens mij veel drukker. Daar had men op het water welzeker haast, al had men er ook lak aan het tempo van de mensen aan de wal.

Wie daar ook lak aan lijken te hebben zijn de kunstzinnige bewoners van het ‘eiland’ waar je op terecht komt aan de andere kant van het IJ. Terwijl de rest van de wereld zich hals over kop de 21e eeuw in spoedt proberen zij de wereld (voor even) stil te zetten. Ach, wie heeft daar af en toe geen behoefte aan? Nadat we vervolgens de brug over het kanaal hadden overgestoken waren we helemaal terug in de stad. We hadden daar zelfs een tram kunnen nemen: tram 14. Mijn metgezel had daar echter geen zin in. ‘Het is een beetje een rare tram,’ zei ze ter verklaring. ‘Hoezo?’ vroeg ik. ‘Nou ja, ik weet niet …. het is een tram die er vroeger niet was.’
 
*********************
Tekening van Henk Klaren
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl


© 2008 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
De wereld even stil zetten Frits Hoorweg
0512BZ adam 2
Deze wandeling, rond een deel van het IJ, is heel simpel, vooral voor Amsterdammers. Hij is mij gesuggereerd door een rasechte Amsterdamse, zoéén die zelfs al ongelukkig wordt als ze een nacht moet overblijven aan de noordkant van het IJ. Zij liep met me mee, of ik met haar, het is maar hoe je er tegenaan kijkt. Een natuurwandeling is het bepaald niet, hoewel water is natuurlijk ook natuur.

Het begin is bij de achteruitgang van het Amsterdamse Centraal Station. Daar neem je het Buiksloterwegveer om aan de overkant te geraken. Eenmaal daar aangekomen loop je min of meer in oostelijke richting, langs het IJ voor zover mogelijk, hier en daar ben je gedwongen een ‘omweg’ landinwaarts te maken. Bij de Oranjesluizen, inmiddels ben je Nieuwendam gepasseerd en heb je ook Schellingwoude bijna achter je gelaten, kun je als voetganger het IJ weer oversteken en kom je op een soort van eiland dat onder andere ruimte biedt aan een zuiveringsinstallatie, volkstuinen, en een kunstenaarskolonie. Via een brug over het Amsterdam-Rijnkanaal kom je vervolgens weer echt in Amsterdam en loop je langs de zuidoever (ook hier weer voor zover mogelijk) terug naar het station.
Drie-en-een-half-uur lopen, wat volgens mij duidt op een afstand van 14 kilometer. Vanwege die af en toe noodzakelijke omwegen is het handig een recente kaart van Amsterdam mee te nemen. De kaart moet recent zijn omdat er nogal wat nieuwbouw is aan het water.

Het eerste dat ons opviel was de hoeveelheid infrastructurele werken die we tegenkwamen; de Noord-Zuid lijn om te beginnen met zijn reusachtige bouwputten, ook aan de achterkant van het station en aan de overzijde van het IJ. In die bouwputten gebeurde, althans toen wij er langs kwamen, niet veel bijzonders. We zagen indrukwekkende staketsels en enorme buizen, maar die stonden te staan en lagen te liggen. Hier en daar was een lasser bezig, verder heerste er een opmerkelijke rust.
Ik realiseerde mij dat dit weliswaar bijzonder lijkt maar het niet is. Waar je ook grote bouwwerken passeert: er gebeurt meestal weinig. Dat zal wel komen door de moderne wijze van bouwen waarin zoveel mogelijk grote elementen worden geprefabriceerd in werkplaatsen buitenaf. Als die elementen worden geplaatst is het even druk, maar al gauw daalt er weer een relatieve rust neer, waarin slechts dingen hoeven te worden ‘afgewerkt’. Her en der is een eenzame werkman daarmee bezig. Verbazingwekkend is ook dat zo iemand precies lijkt te weten wat hij moet doen, blijkbaar zijn aanwijzingen van een voorman of zo niet nodig.

De eerste ‘omweg’ bracht ons in het Vliegenbos, genoemd naar de socialistische voorman en oud-wethouder van Amsterdam W.H.Vliegen. Volgens zijn biografen is dat wethouderschap niet de meest gelukkige periode geweest in het leven van Vliegen. Misschien is het daarom passend dat het naar hem genoemde bos een beetje desolate indruk maakt. Aan het bos grenst zowaar een heuse camping, die er in maart vrij levenloos uitzag en die volgens zeggen ook in de zomer niet overmatig druk is. Aan de andere kant van het bos waren we ineens in Nieuwendam.
Voor het gevoel heb je daar de stad verlaten. Nieuwendam is van origine een dijkdorp, met een voor moderne begrippen te nauwe doorgang voor het verkeer. Aan weerszijden van de Nieuwendammerdijk staan namelijk de bekende Noord-Hollandse huisjes met houten bovenbouw, afgewisseld met modernere constructies die je soms (lang niet altijd) doen twijfelen aan het nut van ‘schoonheidscommissies’. Op een gegeven moment houdt de bebouwing aan de rechterkant op en krijgt de wandelaar weer zicht op het IJ, in de verte achter landjes die ruimte bieden aan onduidelijke bedrijfsgebouwen, sportvelden en mottige paarden. Nieuwendam gaat bijna ongemerkt over in Schellingwoude. Ook een aardig dijkdorp, maar halverwege, ter hoogte van Sportcomplex De Dijk, namen we er afscheid van. Daar zijn namelijk de Oranjesluizen en die bieden de wandelaar de mogelijkheid om het IJ over te steken, via een smalle voetgangersovergang bovenop de sluisdeuren.

Nadat we de eerste schutsluis waren overgestoken moesten we heel lang wachten. ‘Zou de sluiswachter soms zitten te slapen?’ vroegen wij ons af. Tevergeefs probeerden we oogcontact te krijgen met iemand in de sluiswachterstoren, die omgeven is met zonwerend, van buiten ondoorzichtig glas. Toen zagen we in de verte een schip onze richting uit komen en werd duidelijk waarom we moesten wachten. Toen deze ‘geschut’ was hoorden we in de verte een doordringende toeter, en jawel, daar kwam er nog een aan. ‘Op het water hebben ze geen haast,’ zei mijn metgezel.
Of dat nu letterlijk en overal waar is, weet ik eigenlijk niet. Wat mij vooral opviel was dat het zo rustig was bij deze sluizen. We hebben er een half uur gestaan en twee schepen zien passeren. Zelf ben ik geboren in een andere stad aan het water en daar was het volgens mij veel drukker. Daar had men op het water welzeker haast, al had men er ook lak aan het tempo van de mensen aan de wal.

Wie daar ook lak aan lijken te hebben zijn de kunstzinnige bewoners van het ‘eiland’ waar je op terecht komt aan de andere kant van het IJ. Terwijl de rest van de wereld zich hals over kop de 21e eeuw in spoedt proberen zij de wereld (voor even) stil te zetten. Ach, wie heeft daar af en toe geen behoefte aan? Nadat we vervolgens de brug over het kanaal hadden overgestoken waren we helemaal terug in de stad. We hadden daar zelfs een tram kunnen nemen: tram 14. Mijn metgezel had daar echter geen zin in. ‘Het is een beetje een rare tram,’ zei ze ter verklaring. ‘Hoezo?’ vroeg ik. ‘Nou ja, ik weet niet …. het is een tram die er vroeger niet was.’
 
*********************
Tekening van Henk Klaren
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl
© 2008 Frits Hoorweg
powered by CJ2